JavaScript is required for this website to work.
post

Het Meccano-mannetje

Koning Filip geportretteerd

Guido Lauwaert31/12/2018Leestijd 3 minuten

foto ©

Filip van Laken voerde een van zijn verplichte nummertjes op: de kerstboodschap. Opvallend, die aanhoudende houterigheid in stem en beweging.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ligt het aan zijn software of hardware dat Filip houterig beweegt? Net een meccano waar een motortje in gezet is. Extra handicap: zijn motoriek loopt niet synchroon met zijn spraak. Om een rol te spelen in een soap of een toneelvoorstelling komt Filip dus niet in aanmerking. Tenzij in het amateurcircuit. In die kringen heb je veel acteurs, zowel van het mannelijke als van het vrouwelijke geslacht, die plots verschrikt een kant uit kijken en roepen: ‘Daar loopt de dief!’ Geen drie maar vijf seconden later wijzen ze in de bedoelde richting.

’s Lands belang

Zoiets wordt als een kleine zonde ervaren binnen dat milieu, maar als een koning acteert in ’s lands belang verwacht je deftig acteerwerk. Hij heeft naar verluidt gestudeerd om de koning te spelen. Of hebben ze dat de bevolking maar wijsgemaakt? ’t Zou goed kunnen want over de educatie van de koningskinderen blijft men altijd in het vage.

Ach, misschien hoort de houterigheid bij Filippos rol. In dat geval is Willem van Oranje een slecht acteur, gezien de natuurlijke spontaniteit die hij in zijn rol weet te leggen. Maar nee, Willem is naturel, opgetrokken uit bier en worst. We houden het dus op dat Filip een meccano-mannetje is.

Nochtans, je zou verwachten dat hij enige elegantie heeft. Enkele leden van zijn verwanten hebben een artistiek gevoel gehad, vooral de aangetrouwde. Als meest bekende koningin Elisabeth, de vrouw van Albert I. Zij was bedreven in het boetseren. Mama Paola dan weer verstond de kunst van het bloemschikken.

Autocue

Wat Filip ook maar niet onder de knie krijgt is een zin van meer dan drie woorden te onthouden. De autocue is zijn redding. Het overgrote deel van zijn aandacht bij het voordragen van de kerstboodschap gaat naar dat toestel. Het is de bevolking nooit medegedeeld, maar blijkbaar heeft hij last van de meest voorkomende vorm van angst, opgedaan toen zijn ouders tijdens de kerstperiode in warmer oorden vertier zochten. De kinderen in het koud kasteel van Laken waren toevertrouwd aan een gouvernante met de trekjes van de zwarte madam van Willy Vandersteen.

Je ziet Filip krampachtig naar de autocue staren. Nochtans, heel traag rolt de tekst! Veel trager rolt hij dan bij nieuwslezers het geval is. De faalangst, want om dat soort angst gaat het, is een moordend minpunt voor Filippus. Stel dat hij ooit om den brode ambieert om quizmaster te worden, geen kans maakt hij. Bij dat soort van programma’s rolt de tekst aan topsnelheid over het scherm. Vraag het maar aan Erik Van Looy en Ben Crabbé.

Huisstofmijt

Is Filip in huiselijke kring minder houterig dan in het openbaar? Enkel zijn entourage en de hofkring die het weet. Wat de buitenwereld – althans het gedeelte dat net als een schaker drie stappen vooruit kan denken – wel weet: de culturele interesse van Filip heeft de omvang van een mijt. Om precies te zijn, de huisstofmijt. Typisch voor de Coburgs.

Wijlen Herman Liebaers, hofmaarschalk van oompje Boudewijn, had hem ooit zover weten te brengen dat hij in 1977 verscheen op de première van een nieuw toneelstuk in de honderdjarige KVS. Het was een stuk van Hugo Claus, Jessica. De auteur had de regie geclaimd. Na afloop was er achter de schermen een simpele receptie met de voorstelling van de cast en de crew. Boudewijn feliciteerde Hugo en sprak. ‘Een onvergetelijke avond, meneer Clous. Het mooiste toneelstuk dat ik ooit gezien heb, meneer Clous,’ en meer van dat. Drie dagen later verschenen de kritieken, die elkeen vernietigend waren, zowel voor het stuk als de regie. Ze moeten Boudewijn onder ogen zijn gekomen want hij is nooit meer naar een toneelstuk gaan kijken. Tenzij naar de stukken waar zijn kinderen op school aan meewerkten.

Geef ons een lawine!

Jaja, wil je het woord tot de bevolking richten, zonder gezichtsverlies te lijden, is een minimum aan culturele interesse noodzakelijk. En wat men ook probeert, het lukt maar niet bij de Coburgs. Niet bij Filip en evenmin bij broer Laurent en zus Astrid. De eerste houdt het op schoothondjes en de tweede op kruisbeelden. Daarom dat ze Astrid van 1994 tot 2007 hebben gebombardeerd tot voorzitster van het Belgische Rode Kruis.

Een regeringscrisis, zelfs eentje in de kerstperiode, ach kom, waarom niet. Het is extra werk maar je moet wat over hebben voor je kruk. Waar Filip echter als de dood zo bang voor is, zijn de verplichte theatrale nummertjes.

Die van 2018 heeft hij achter de rug. Tot het begin van de volgende zomer voelt hij zich goed. Maar dan krijgt hij het zuur in de maag. Met de gedachte wat hem een maand later staat te wachten: De toespraak op de vooravond van de Nationale Feestdag. Geen dokter, geen medicijn die hem kan verlossen van het zuur. Nochtans, de remedie ligt voor de hand. Het inhuren van iemand met een goede dictie en voordracht. Een extra voordeel voor Filip zou zijn dat die mannelijke of vrouwelijke inboorling een vlotte pen heeft. Dan golft eindelijk eens de tekst met de kracht van een lawine uit de keel het land in.

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties