Mediabeleid bevoordeelt grote mediagroepen
Doorbraak Hoofdredacteur Pieter Bauwens tijdens de hoorzitting in de Commissie Media. in het Vlaams Parlement.
foto © Still uit de livestream van het Vlaams Parlemen
Het huidig mediabeleid bevoordeelt de grote mediagroepen, tijd voor een neutralere steun aan journalistiek in plaats van steun aan bedrijven. Dat was de boodschap van Hoofdredacteur Pieter Bauwens aan het Vlaams Parlement.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp donderdag 7 juni 2017 sprak onze hoofdredacteur Pieter Bauwens op een hoorzitting in de Commissie Media in het Vlaams Parlement over het mediabeleid. De aanleiding van de hoorzitting is een resolutie over steun aan de media. In zijn getuigenis bekeek hij dat vanuit het perspectief van Doorbraak.
Doorbraak
Doorbraak bestaat al meer dan 50 jaar. En kende allerlei verschijningsvormen als weekblad, driewekelijksblad, maandblad, berichtenblad, veertiendaagsblad in de schoot van de Vlaamse Volksbeweging.
In 2013 werd besloten het toenmalige maandblad los te maken van de VVB en op eigen kracht verder te gaan. De vzw Stem in ’t kapittel werd de uitgever van Doorbraak. Op dat moment had het blad een website die diende om de naambekendheid van het blad te vergroten. Al snel werd beslist om ook de website redactioneel uit te bouwen. En eind 2013 werd beslist te stoppen met het papieren blad en enkel online verder te gaan. Doorbraak.be is in 2018 aan haar vijfde jaar bezig. Amper haar vijfde jaar. Met veel toewijding zijn we systematisch gegroeid: 18% in 2015, 26% in 2016, 33% in 2017. En nu, eind mei 2018, werd onze website al meer geopend als in heel 2016. Over 12 maanden gemeten, van juni 2017 tot en met mei 2018 is Doorbraak met 102% gegroeid, het aantal unieke bezoekers is zelfs gestegen met 120%. Er is dus een markt voor Doorbraak.
Model
Die groei zorgt voor meer inkomsten. Maar het is niet zo dat we daarmee genoeg geld verdienen om de operationele kosten kunnen betalen. Doorbraak heeft een ‘tering naar de nering’-beleid. Je kan maar zoveel uitgeven als je hebt. Het oude mediamodel dat de redactie nieuws maakt en de uitgever dat nieuws en de reclame verkoopt is moeilijk online waar nieuws nog heel vaak gratis is.
Ons huidige model is er een van inkomsten langs verschillende bronnen: vooral giften van lezers, enkele vaste adverteerders of sponsors en inkomsten via andere kanalen zoals fundraising. We hebben net een nieuwe campagne gestart. Wij merken wel dat een dergelijke ‘fundraisingcultuur’ een ‘geefcultuur’ in Vlaanderen niet evident is. Vlamingen gaan ervan uit dat de staat wel zal subsidiëren, daar betalen ze ten slotte belastingen voor.
Zoals we het nu kunnen inschatten zal voor Doorbraak op termijn enkel een betaalmuur of betaalde content op de een of andere manier kunnen zorgen voor stabiele inkomsten en rentabiliteit. Maar op dit moment gaat onze voorkeur naar een open, vrij toegankelijk platform en als dat financieel kan, zullen wij dat zo houden.
Daarnaast willen wij ook verder experimenteren. Enkele onderdelen van Doorbraak worden ondergebracht in een cvba, die in volle oprichting is, om binnen een bedrijfslogica meer commerciële activiteiten uit te bouwen. De bedoeling is dat de cvba ons de financiële armslag geeft om te professionaliseren. De redactie blijft in de vzw om de onafhankelijkheid te bewaren. Misschien moeten we eens polsen of de VAR ook onze reclameregie willen voeren.
De groei van Doorbraak is er gekomen zonder subsidies, op 30.000 euro projectsubsidies en enkele duizenden euro via mediacademie na.
SLAPp
Vorig jaar hadden wij door een geslaagde fondsenwerving, uitzicht op een iets betere betaling van onze medewerkers. Een Strategic Lawsuit Against Public Participation (SLAPP) besliste daar anders over. U weet wel dat er iets niet koosjer is aan een voetbalstadion en nog wel wat in Gent. Dat proces heeft Doorbraak veel geld gekost. Kleine spelers zoals Doorbraak zijn zeer kwetsbaar voor dergelijke juridische chantage. Grote bedrijven gebruiken de wet om een mediaspeler het zwijgen op te leggen. Niet via de gewone legale weg, waarin fouten worden aangeklaagd, maar via een juridische omweg. Doorbraak werd aangeklaagd op basis van het merkenrecht, de naam van een bedrijf, ook de naam van een stadion, zou niet gebruikt mogen worden in de titel van het boek. Ik besef dat het moeilijk is voor de rechtsstaat om daartegen op te treden, maar er zijn buitenlandse precedenten van wetgeving. De vrucht van een jaar werken op die manier zien verdwijnen is bijzonder bitter. Het is ook een bedreiging voor de vrije meningsuiting via zelfcensuur. Een diepgaand gesprek met de federale overheid dringt zich hier zeker op.
Subsidies
Doorbraak is er niet van overtuigd dat wij omwille van wat we doen een soort eeuwigdurend recht op overheidssubsidies hebben. Al zouden -al dan niet tijdelijke of uitdovende- structurele subsidies ons wel kunnen helpen om onze structuren uit te bouwen. Doorbraak heeft altijd de doelstelling gehad om onafhankelijk te zijn, ook financieel. Wat wij vragen van de overheid is een gelijk speelveld, gelijke kansen. Wij hebben sterk de indruk dat de subsidiering van en regelgeving over media van de verschillende overheden achterophinken ten opzichte van de realiteit. Zo bevoordelen ze de traditionele media, ondertussen gegroeid tot enkele grote mediagroepen. Er is meer nodig dan enkel ‘verder investeren’. Het beleid moet journalistiek medianeutraal ondersteunen.
De resolutie stelt me ergens gerust dat de leden van de mediacommissie op de hoogte zijn van de problematiek. Maar het moet concreter en verder gaan. Niet enkel in een resolutie, ook in beleid. Ik ondervind vandaag geen steun voor Doorbraak vanuit het mediabeleid en ik zie te weinig steun voor onafhankelijke journalistiek vanuit het beleid, zowel Vlaams als Federaal. En dat zijn dezelfde partijen, dus zo moeilijk kan dat niet zijn.
Projectsubsidies
Het huidige systeem van projectsubsidies geeft een dubbel gevoel. Het geeft een ondersteuning voor nieuwe extra initiatieven en innovatie. Dat is goed, het zet ons aan tot innovatief denken. Maar tegelijk is het een extra last. Die projectsubsidies zorgen voor extra administratief werk, terwijl we het vaak al moeilijk hebben om onze gewone werking vlot en gestroomlijnd te laten verlopen. Toch geeft het ons de kans om iets te doen dat we anders niet zouden kunnen.
Doorbraak deed recent, vorige week, een aanvraag voor een projectsubsidie rond de lokale verkiezingen in oktober 2018. Politiek is de corebusiness van Doorbraak. Ik kreeg als antwoord van de administratie:
‘Wij hebben uw steunaanvraag goed ontvangen maar moeten helaas stellen dat we nog niet meteen een antwoord kunnen bieden op uw aanvraag.
De voorbije 2 jaar hebben wij telkens in de 2de jaarhelft een projectoproep gelanceerd om projectsubsidieaanvragen in te dienen.
Deze manier van steunverlening wordt momenteel geëvalueerd en zal resulteren in ofwel een voortzetting van deze jaarlijkse oproep ofwel een nieuwe manier van werken.
Naast de middelen die voor deze projectoproep (volgens oude of nieuwe formule) uitgetrokken zullen worden, zijn er geen extra middelen voor handen om ad hoc aanvragen te honoreren.
Eens de beslissing gevallen is over de aanpak 2018, zal hierover zeker gecommuniceerd worden via onze webstek en andere kanalen.’
Helaas heeft de minister nog niet beslist hoe het met projectsubsidies zit in 2018. We zijn ondertussen al bezig aan de 6de maand van dat jaar. Als ondersteuning van mediadiversiteit en kleine spelers kan dat tellen. Als signaal naar de kleinere spelers over hoe de minister denkt over hun belang, kan dat ook tellen. Goed beleid zou ik dat niet durven noemen. De vraag is of het beleid is. Op Difference Day, 3 mei 2018, liet de minister optekenen dat hij 300.000 euro extra vrijmaakt om te investeren in ‘kwalitatieve journalistiek’. Aankondigingsbeleid is het dus zeker wel, we hopen dat er ook iets concreet uit volgt.
Daarnaast moet ook gezegd worden dat de criteria voor de toekenning van de subsidies, zeker de projectsubsidies nogal onduidelijk zijn. Tenzij ze soms heel erg duidelijk zijn. Met zinnetjes als ‘In 2017 gaat bijzondere aandacht uit naar innoverende journalistieke projecten waarbij de innovatieve aspecten zich specifiek richten op jongeren of een andere kwetsbare doelgroep binnen de samenleving, zowel wat betreft mediamakers als mediagebruikers.’ Of nog ‘Middenveldorganisaties kunnen dus in samenwerking met een mediapartner een projectvoorstel indienen’. Subsidieert de minister dan middenveldorganisaties of journalistiek? Bedienen wij bij Doorbraak.be een kwetsbare doelgroep? Wat is dat? Is dat op maat geschreven dan van media die kwetsbare doelgroepen bedienen? Moet je dan een bepaalde overtuiging uitdragen om recht te hebben op subsidies? Wordt dan journalistiek gesteund die een bepaalde boodschap uitdraagt? Verwarrend allemaal.
En dan lees ik niet voor uit subsidieoproepen voor journalisteke uitwisselingsprojecten die eerder voor ngo’s geschreven lijken dan voor mediabedrijven.
Bedragen
Het geld dat voorzien wordt om online media of nieuwe media te ondersteunen steekt ook schril af tegen de andere bedragen. Enkel honderdduizenden euro te verdelen over verschillende spelers op basis van onduidelijke criteria, staan tegenover: het 0-tarief van de btw op papieren kranten en weekbladen en de distributiesteun via Bpost. Een jaarlijks voordeel voor de grote mediagroepen (vooral De Persgroep, Roularta en Mediahuis) dat wordt geschat op meer dan 300 miljoen euro per jaar. Ik wil trouwens hier het niet aflatende werk van Tom Cochez van de collega’s van Apache eren die dit dossier al jarenlang volgen en uitspitten. De blijvende geheimhouding van het postcontract is een democratie onwaardig. De Vlaamse mediagroepen zijn groot geworden, onder andere dankzij dat soort voorkeursbehandeling door beleidsmakers.
Ik citeer even Jo Bardoel, voorzitter van de commissie die Een taal, meer stemmen; Journalistiek, innovatie en samenwerking in Nederland en Vlaanderen, opstelde. Hij zei in september 2017 in De Buren in Brussel:‘In Nederland is beleid voor pers en journalistiek beperkt en specifiek van aard. In Vlaanderen is het eerder omgekeerd: royaal maar generiek en onrechtstreeks. In Nederland gaat het slechts om enkele miljoenen per jaar, maar wordt journalistieke innovatie gestimuleerd. In België gaan er maar liefst enkele honderden miljoenen per jaar in de vorm van fiscale vrijstelling van btw aan dagbladen en aan subsidiëring van de krantenverdeling via het overheidsbedrijf Bpost. We horen daarom ook vaak het gezegde: België steunt Bpost en mediahuizen, Nederland steunt vooral journalistiek.’
Ook de transitiesteun die Mediahuis krijgt, steekt. De website die Doorbraak.be nodig heeft om echt up to date te zijn en ook zaken te kunnen doen vandaag via een website, kost meer dan wat we in die 5 jaar die we bestaan, hebben opgehaald. Het is een drempel naar een businessmodel die we niet kunnen nemen en we kunnen nergens aankloppen om daarin steun te krijgen. Doorbraak zit zo vast in een kip en ei scenario. We hebben niet genoeg geld om echt te professionaliseren en doordat we niet kunnen professionaliseren verdienen we niet genoeg geld. De giften die we ophalen groeien en kunnen zo de groei van auteurs mee financieren en de kosten die mee groeien. De werkdruk stijgt en we kunnen die niet deftig financieel vergoeden.
Mediaconcentratie
In de hoorzitting met de Vlaamse Regulator over het mediaconcentratierapport 2017, werd gezegd dat de economische tussenkomst van de overheid de kleine spelers ondersteunt. Bijvoorbeeld via mediacademie. Van de 1 miljoen euro gaat er 53.000 euro naar media.21, dat bedrag moet dus verdeeld worden over 7 spelers. Trouwens dat bedrag dekt maar de helft van de kosten voor opleiding, die andere helft moeten we zelf ophoesten. Niet evident voor een kleine speler. Ook dit is dubbel, het zet aan om te investeren in opleiding van de medewerkers, maar dreigt ook een extra uitgavenpost te worden, die we moeilijk kunnen dragen.
Die verdeling is gemaakt op basis van het aantal beroepsjournalisten, mét een perskaart die werken voor een ‘online medium’. Als je een perskaart krijgt, dan vragen ze welk type werk je doet. Die indeling hebben ze gebruikt. Dat zijn er 5,3%. Vandaar de 53.000 euro. Dezelfde berekeningswijze is gebruikt om het miljoen van nieuws in de klas te ‘herverdelen’. Dat is een pervers mechanisme. Mensen zoals ik die met grote toewijding en weinig loon dag en nacht werken voor Doorbraak, of elk ander online medium, worden uitgesloten van een perskaart. Omdat ik ook nog in het onderwijs werk, wordt ik door de Erkenningscommissie niet als beroepsjournalist erkend, hoewel ik het grootste deel van mijn tijd investeer in journalistiek. Bij Doorbraak hebben we 1 auteur met een perskaart. Ik weet niet of hij als ‘medewerker online’ ingeschreven staat. Ik kan dat met de beste wil geen goed beleid noemen. Ik zie dat als verdoken subsidies naar de grote mediabedrijven.
Wat wel
Als er een gesprek komt met Federaal over de SLAP, dan dus graag ook over het postcontract en de btw-regeling. En terwijl u bezig bent, graag nog enkele suggesties. Er is vooral meer creativiteit nodig. Op dit moment ziet het er naar uit dat initiatieven zoals Doorbraak.be inkomsten zullen moete verwerven uit verschillende activiteiten, reclame, abonnenmenten, giften, fund raising, nevenactiviteiten … Dat verandert de organisatie van een media-initiatief grondig. Verder onderschrijf ik wat we met media.21 al vier jaar vragen, een aantal punten haalde ik al aan en ook Wouter Verschelden (van NewsMonkey) ging er dieper op in.
Subsidies voor organisaties hoeven niet, maar maak steun aan onafhankelijke nieuwsmedia fiscaal aftrekbaar, help ons om net zoals in de cultuursector een geefbeleid uit te bouwen. Op die manier blijft nieuws ook gratis, dat komt de diversiteit ten goede. Laat een taxshelter toe voor media, zoals nu voor cultuur of audiovisuele producties. Dan kan het geld van de Vlaamse overheid ingezet worden voor de ondersteuning van journalistiek in plaats van de ondersteuning van mediabedrijven.
Mijn conclusie is dat er veel tijd verloren is om een eerlijk mediabeleid op poten te zetten. De regels en de subsidies moeten dringend aangepast worden aan de realiteit van het snel veranderende medialandschap. Tenzij het beleid niet wil dat er zich naast de grote groepen ook nieuwe levensvatbare media-initiatieven ontwikkelen.
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Stel je voor: erkenning vragen voor de wetten op je grondgebied. Taalwetten dan nog, hoe bekrompen! Gelukkig is er de Franstalige flexibiliteit!
Frédéric De Gucht ziet de Brusselse onderhandelingen afspringen en de federale doodbloeden. ‘Ze lijken een ander verkiezingsresultaat te willen.’