JavaScript is required for this website to work.
ETHIEK

Klassieke mensenrechten zijn burgerrechten (1)

ColumnMarc Bossuyt19/3/2024Leestijd 3 minuten
Met de regelmaat van een klok worden krampachtige pogingen ondernomen om het
lijstje mensenrechten met een nieuwigheid uit te breiden.

Met de regelmaat van een klok worden krampachtige pogingen ondernomen om het lijstje mensenrechten met een nieuwigheid uit te breiden.

foto © Belga Image

Over mensenrechten lezen we elke dag. Maar wat zijn die mensenrechten nu precies? In twee afleveringen laat Marc Bossuyt hierover zijn licht schijnen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zoals de benaming het zelf aangeeft, mogen we aannemen dat mensenrechten rechten zijn waarop elk mens – louter en alleen omdat hij mens is – aanspraak kan maken. Maar met de regelmaat van een klok worden wel krampachtige pogingen ondernomen om het lijstje mensenrechten met één of andere nieuwigheid uit te breiden. Voldoende reden om zich af te vragen aan welke kwaliteitsvereisten moet worden voldaan om van een ‘mensenrecht’ te spreken.

Mensenrechten zijn rechten

Inflatie is een negatief begrip in de economie. In het domein van het recht is dat niet anders. Enkele voorbeelden tonen aan hoe moeilijk het is om ook in het recht zuivere terminologie toe te passen. Niet elke slechte behandeling is een onmenselijke behandeling en zeker geen foltering. Niet elke illegaal op het grondgebied verblijvende vreemdeling is een asielzoeker en niet elke asielzoeker is een vluchteling. Niet elke massamoord is een genocide. En niet elk recht is een mensenrecht. Soms wordt zelfs verondersteld dat elke rechtmatige verzuchting een ‘mensenrecht’ zou zijn.

In het begrip mensenrechten staan rechten centraal. Wat geen recht is (in het Frans ‘un droit subjectif’; in het Engels ‘a right’) kan dus ook geen mensenrecht zijn. Volgens de klassieke definitie van de 19de-eeuwse Duitse rechtsgeleerde von Jhering is een recht een ‘juridisch beschermd belang’. Het moet dus gaan om een belang dat of in de nationale wetgeving of in de grondwet of door verdragen wordt erkend, beschermd of gewaarborgd.

Niet elke legitieme verzuchting, hoe belangrijk en hoe wenselijk ook, is een recht. Hier ook kunnen enkele voorbeelden dat verduidelijken. Wat is er belangrijker voor een mens dan ‘geluk’? En hecht niet iedereen de hoogste waarde aan ‘de liefde’? Welnu, hoezeer we het ook kunnen betreuren, er is – althans niet in de juridische betekenis van het begrip ‘recht’ – geen ‘recht op geluk’ en geen ‘recht op liefde’. Zo is er ook, al zouden wij het in België graag anders zien, geen ‘recht op mooi weer’. Natuurlijk kan eenieder het tegendeel beweren, maar daaraan is dan geen enkele juridische consequentie verbonden.

Burgerrechten

In de traditionele betekenis van het begrip is een mensenrecht een recht waarop eenieder, wie dan ook, waar dan ook en wanneer dan ook aanspraak kan maken. Het is een recht dat elke overheid moet eerbiedigen, welke ook de beschikbare middelen zijn. Het is vooral ook een recht waarvan eenieder voor de rechter de naleving kan laten afdwingen. Een staat waar dat niet kan, is, per definitie, geen rechtsstaat. We hebben het nu over de klassieke burgerrechten of, in het Engels, de ‘civil rights’. Die staan vermeld in de eerste mensenrechtenverklaringen, zoals de Amerikaanse van 1776 en de Franse van 1789.

Deze burgerrechten zijn ons allen bekend: het gaat in het bijzonder om de zogenaamde klassieke vrijheden: de vrijheid van mening en van meningsuiting, de vrijheid van vergadering en van vereniging, het recht op leven en op vrijheid, het verbod van foltering en van slavernij en, last but not least, het verbod van discriminatie in het genot van die rechten en vrijheden.

In wezen negatieve verplichtingen

Het wezen van die vrijheden is dat ze aan de staat de verplichting opleggen zich te onthouden van een aantal handelingen. De staat mag zich niet mengen in de uitoefening van die vrijheden, mag dus het privéleven, het familie en gezinsleven, de woning en de briefwisseling niet verstoren, mag niemand folteren of in slavernij houden, mag niemand zijn leven of zijn vrijheid ontnemen, tenzij in zeer bepaalde gevallen en overeenkomstig een wettelijk voorgeschreven procedure.

In die zin gaat het wezenlijk (maar niet exclusief) om negatieve verplichtingen die elke staat dus kan nakomen. Ook staten die niet over veel middelen beschikken, kunnen dat. Daarom ook zijn het universele rechten, die waar ook ter wereld moeten en kunnen worden geëerbiedigd. Dit zijn de kenmerken die typisch zijn voor het klassieke begrip mensenrechten. Staten die deze burgerrechten en fundamentele vrijheden niet eerbiedigen, zijn geen rechtsstaten.

Er zijn echter moderne ontwikkelingen die aan de mensenrechten een nieuwe betekenis hebben gegeven. Zo heeft de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens van 1948 de catalogus mensenrechten uitgebreid met zogenaamde ‘sociale rechten’. Daardoor is het begrip mensenrechten zelf gewijzigd. Die rechten zijn niet minder belangrijk maar wel anders dan de klassieke mensenrechten. Dat verdient toelichting in een afzonderlijke bijdrage.

Morgen: deel 2

Em. Prof. Dr. Marc BOSSUYT (Universiteit Antwerpen) Emeritus Voorzitter van het Grondwettelijk Hof Ere-Commissaris-generaal voor de vluchtelingen

Commentaren en reacties