JavaScript is required for this website to work.
post

Mijmeringen

Socrates et cetera 13

Guido Lauwaert31/7/2019Leestijd 3 minuten
Met een roeptoeter ben je meer in het parlement. Bonus: bef en toga niet
verplicht.

Met een roeptoeter ben je meer in het parlement. Bonus: bef en toga niet verplicht.

foto © Reporters/SanderdeWilde

Ruimte zat om te mijmeren over de gevoerde politiek bij deze regeringsvorming. Zeker in een land waar Maas en Schelde vloeien.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

1

Dat het merendeel van onze politici advocaten zijn wekt geen verbazing. Wat wel opzien baart, met verstomming slaat, mag je wel zeggen, is dat de meerderheid van deze advocaten prutsers zijn. Hoger dan voor burenruzies, echtscheidingen en verkeersdelicten hoeven ze niet op te draven in toga en bef. Door hun ondermaatse bekwaamheid zijn ze vaak aanstichters van grotere conflicten dan deze waarvan ze verwacht werden op te lossen in pais en vrede.

Door hun gebrek aan esprit zijn zij de oorzaak voor het verlies aan geloofwaardigheid van hun partij. En verantwoordelijk voor opstanden in eigen rangen, niet zozeer politici of drukkingsgroepen van andere partijen.

Eminente advocaten bedanken voor een politieke carrière. Op een uitzondering na, zoals Koen Geens, maar hij heeft een missie… denkt hij. De magistratuur horizontaal, verticaal en diagonaal te hervormen. Al de andere advocaten zien een job als politicus als een lucratief baantje, maar hebben nauwelijks tot geen politieke ervaring. Het is om die reden niet meer dan logisch dat de parlementen én de regeringen een zootje zijn. Het zootje is de laatste jaren een rotzooi geworden omdat heel wat van die sukkelaars opgeklommen zijn in de partij en een stem in het kapittel hebben.

2

Wie dacht dat door de popularisering van de computer de papierberg kleiner zou worden zich schromelijk vergist heeft, vergist zich ook wat betreft de minimalisering van de politieke kabinetten. De minister die beweert dat hij minder personeel heeft dan zijn voorganger, liegt. Telkens opnieuw worden trucs bedacht om méér kabinetsleden te ronselen. De meest voorkomende truc is de oprichting van een schijnvereniging met een sociale achtergrond. Hoeveel er zijn valt niet meer te tellen. Ze worden ingehuurd om marktonderzoeken en dergelijke te doen. Dat soort bedrijfjes wordt bevolkt door mensen met een loopbaan in het onderwijs die niets weten van de wereld buiten de grenzen van hun afgelegen dorpen. Een zeer beperkt aantal slipt de partijhemel in en brengt het zowaar tot minister of, zoals in het geval van Geert Bourgeois, tot minister-president. Deze brave man bracht er de eerste jaren als toppoliticus niet veel van terecht. Hij stuntelde vaak. Met de jaren viel er geen kwaad woord meer te zeggen over zijn denken en daden, maar ook geen goed. Als afscheidscadeau kreeg hij een zitje in het Europees parlement.

Wel, kijk! Dat is nu juist The American Dream  van de meeste kabinetsleden, al zijn er bij elke legislatuur uitzonderingen. Een goed voorbeeld van zulke uitzondering is Walter Nijs. Na enkele jaren voor de klas te hebben gestaan is hij kabinetslid geworden van wijlen Jos Chabert. Het enige waar hij naar streefde was om zijn taak naar behoren te vervullen, en daar is hij met glans in geslaagd.

Een derde kwaliteit

3

De kibbelarijen tussen de partijen en de interne clubjes van een partij — met als beste voorbeeld het conflict tussen Gwendolyn Rutten en Sven Gatz — tonen aan dat de politici geen enkele aandacht hebben voor het belang van de burger, eenmaal hij zijn stem heeft uitgebracht. Eenmaal de uitslag van de verkiezingen gekend en de posities geweten, staat het eigenbelang als enige punt nog op hun agenda. In wezen is het een extreme vorm van machtsmisbruik. Ze vertegenwoordigen alleen nog zichzelf en streven slechts naar vernietiging, om te bewijzen dat ze politiek bezig zijn. Ze beseffen dat het de staat ten gronde kan richten, maar ze zijn zo begaan met hun eigenbelang dat een staatsramp hun geen barst kan schelen. Zonder een veldslag geen zegetocht, denken ze, en enkel zij kunnen daar voor zorgen, denken zij. Ze begrijpen niet dat ze door hun interne conflicten geen medicijn zijn maar gif. De verminderde welstand van de burger wordt daarom verworven door misdadigheid.

Hun drang naar wanorde door wangedrag zal hun echter worst wezen. Ze zijn vergeten dat ze dienaren van het volk zijn en weten maar al te goed dat in een democratisch bestel de revolutie geen optie is. De burger is zo verburgerlijkt dat hij reclameert, protesteert, de straat opkomt, maar eenmaal 18 uur of vrijdagavond, keurig naar huis gaat, zijn vrouw oppervlakkig kust, zijn auto grondig schrobt, de koelkast opentrekt en de zapper zoekt.

4

Met de huidige generatie van politici valt niet te spreken. Ze zijn zo dronken van hun plaats in het staatsbestel dat ze kritiek op hun beleid beschouwen als verraad. Ze kijken niet naar hun voorgangers. Hooguit een enkele keer, als het hun naam ten goede komt. Door een beleid te voeren dat slechts hen aanbelangt, zijn compromissen — een proces waar dit land sinds de jaren vijftig zijn voortbestaan aan te danken heeft — niet meer mogelijk.

Niet zozeer de discussie omtrent een andere staatsstructuur ondermijnt een regeringsvorming, maar de grootheidswaan van sommige politici. En elke partij heeft er wel een paar met macromanie. Ook de N-VA heeft dat virus te pakken, en in het bijzonder Bart De Wever. Precies zijn triomfalisme heeft de partij heel wat stemmen gekost. Zijn sterkte is zijn gebrek geworden. De partij is daarenboven gestraft voor zijn dictatuur.

De politieke kookpot staat op punt te ontploffen. Wat de huidige politici blijkbaar niet begrijpen is dat door de onderlinge pesterijen een nieuwe regeringsvorming onmogelijk is. En wie niet terugkijkt op wat gebeurde, daar lessen en voordeel uit trekt, kan ook niet voorzien wat zal geschieden. Hij zal er voor moeten boeten. Is het niet hij, dan is het zijn nageslacht. Want het volk slaapt diep, maar ligt niet in coma. Dat beseft eenieder die zich onder het volk begeeft. Nog iets wat de nieuwe politici verleerd hebben. Ze gaan liever naar de koning dan naar de burger.

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties