JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Mobiliteit als luxeproduct

ColumnErik De Bruyn24/10/2019Leestijd 3 minuten
Straks allemaal uit noodzaak de fiets op?

Straks allemaal uit noodzaak de fiets op?

foto © Reporters / KETELS

De Vlaamse regering vertikt het te investeren in ons openbaar vervoer. Zo wordt mobiliteit een luxeproduct. En toch stemt de kiezer er voor.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Vlaamse regering vertikt het alweer om eens fatsoenlijk te investeren in ons openbaar vervoer. Daardoor dreigt mobiliteit een luxeproduct te worden. Maar toch is dat exact waar de kiezer voor heeft gestemd. Om bedenkelijke redenen.

Afscheid van de fiets

Al meer dan een halve eeuw fiets ik door Antwerpen. Maar dat stopt nu. Je zal mij enkel nog op de fiets zien buiten de spitsuren of in rustige straten. Er is een razernij ontketend op de Antwerpse fietspaden. Het verkeersreglement wordt door een groot deel van de fietsers van nul en generlei waarde verklaard: niet op hen van toepassing. De fietser als onvoorspelbaar projectiel, slechts geleid door één imperatief: de kortste route, elke pedaalslag telt. Na tientallen incidenten, gaande van scheldkannonades tot en met dreigementen en zelfs klappen uitgedeeld door pezige, verbeten en gehelmde cyclisten hou ik het voor bekeken. De infrastructuur voor fietsers heb ik de afgelopen vijftig jaar gestaag zien verbeteren, zij het te traag om gelijke tred te houden met het toenemend aantal fietsers, hun snelheid (speed pedelecs) en hun omvang (bakfietsen). Maar mijn veiligheid ging gestaag achteruit. Dankzij mijn medefietsers. Ik gooi de handdoek in de ring.

Blijf aan De Lijn

Aangezien ik geen auto heb, neem ik mijn toevlucht tot de tram. Ik woon in het centrum en werk op Luchtbal. Op papier is tram 7, en vervolgens een overstap op tram 70 het meest aangewezen traject. In de praktijk doe je in het spitsuur echter vaak meer dan een uur over een afstand die te voet amper vijf en een halve kilometer bedraagt. Met de benentram ben ik er dus ongeveer even snel. Het valt te overwegen.

Want onlangs stond ik naar wat lucht te happen in die beestenwagon, genaamd tram 7. Er ontspon zich een gesprek tussen een man en een vrouw over de bedenkelijke kwaliteit van ons openbaar vervoer. Ze kwamen tot de vaststelling dat de auto geen alternatief is, en dat de Oosterweelverbinding geen soelaas zou brengen. Tot daar kon ik volgen. Maar dan nam het gesprek een andere wending. ‘Ik heb altijd gezegd dat we Europa moeten verlaten’’, zei de man. ‘Met dat open grenzen beleid’. Vroeger zou ik mij in zo’n gesprek gemengd hebben. Maar dat doe ik niet meer. Die mensen zitten in hun bubbel en raken daar niet uit. Dat zal pas gebeuren ergens in de toekomst, als ze er met geweld, pijn en smarten worden uit gesleurd door de loop der gebeurtenissen, die door geen enkel fake news te stuiten zijn. Maar vroeger zou ik dus geantwoord hebben dat ik de afgelopen jaren diverse Europese steden heb bezocht: Graz, Praag, Bratislava, Barcelona, Lissabon… Hoewel al die steden zich dus in datzelfde Europa bevinden met zijn vermeend ‘open grenzen beleid’, functioneert het openbaar vervoer er veel beter dan bij ons. In Graz moest ik nog maar naar een halte kijken of de tram was er al. Echter, aangezien mijn verwijzing naar al die steden mij in de ogen van deze proletariër zou klasseren als ‘kosmopoliet’, zou ik nooit enige geloofwaardigheid verwerven.

Het fietspad als afvalbak

Dus stemt deze man ook de volgende verkiezingen voor een regering die het vertikt om fatsoenlijk te investeren in performant openbaar vervoer. Ondertussen kan De Lijn verder verkankeren, en rijp worden gemaakt voor privatisering. Dat dit recept in Nederland niet werkt (aan de provinciegrens mag je uitstappen) is alweer een kosmopolitisch argument dat bij voorbaat wordt gediskwalificeerd door mensen met een wereldbeeld waarin alles, maar dan ook werkelijk alles de schuld is van ‘de vreemden’.

Ook de middenstander op de markt waar ik elke zaterdag mijn koffie koop is volkomen geconditioneerd. Hij laat niet na te wijzen op ‘al die lege bussen’ die er ‘met zijn belastinggeld’ rondrijden in het Waasland. Dat de SUV’s die elke ochtend voor mijn deur in de file staan enkel hun chauffeur bevatten terwijl er makkelijk plaats is voor zes personen ontgaat hem. Evenals het feit dat de auto per saldo meer kost aan de overheid dan de tram.

En dus zullen er in de toekomst eerder minder dan meer trams en bussen rijden. Kosmopolieten en proletariërs al te gaar zullen worden veroordeeld om dik tegen hun goesting, vandaar wellicht die verbetenheid en die razernij, hun toevlucht te zoeken tot dat totaal gedereguleerde, aartsgevaarlijke fietspad. De fiets als goedkoop afvalbakje van een falend mobiliteitsbeleid. En mobiliteit als luxeproduct voor wie zich straks het rekeningrijden, de toltunnels en de peperdure parkeertarieven kan veroorloven.

Erik De Bruyn (1959) is actief in de Antwerpse sp.a.

Meer van Erik De Bruyn
Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.