JavaScript is required for this website to work.
post

Moeder en dochter in nieuwe film van Deruddere 

Freddy Sartor3/2/2023Leestijd 4 minuten

foto ©

Vier nieuwe films zijn er deze week in onze filmrubriek. En dan zijn er nog de memoires van Dominique Deruddere.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Moeder/vader en dochter hebben in vier nieuwe films een problematische relatie. En Dominique Deruddere schreef ook nog eens zijn memoires neer.

Moeder/vader en dochter

gf

The Chapel

Een gave? Een zegen of een vloek? Dat zou de veelzeggende ondertitel kunnen zijn van het sterke psychologisch drama The Chapel (***, vanaf 8 februari in de bioscoop), de tiende film van Dominique Deruddere. Je kan The Chapel zelfs zien als een bloedernstige remake van zijn Oscar-genomineerde komedie Iedereen beroemd. Ook kreeg The Chapel de hardheid mee van Derudderes Kammerspiel Suite 16.

Dominique Deruddere: ‘Iedereen beroemd gaat over iemand die weinig talent heeft maar zeer ambitieus is en hier portretteer ik iemand met talent die hoegenaamd niet ambitieus is.’

De virtuoze pianiste Jen(nifer) Rogiers (een uitstekende Taeke Nicolai) is tot in de finale geraakt van de Koningin Elisabethwedstrijd piano. Samen met 11 anderen wordt ze een week lang in een afgelegen villa, The Chapel, afgezonderd om met het oog op de finale te oefenen: een opgelegd stuk en een pianoconcert van Rachmaninov, Jennifers favoriete componist.

Deruddere: ‘Het moest een Rus zijn. Dat koude moest erin zitten. De muziek van Rachmaninov is fantastisch, het was de nagel op de kop. Muziek is zo’n universele taal om te vertellen wat je niet gezegd krijgt… Dat dreigende, dat onheilspellende zit ook in de fotografie, in de sfeer van de film.’

Het isolement doet het meisje echt geen deugd. Haar trauma’s en demonen komen naar boven waarbij het verlies van haar vader – toen ze nog een klein meisje was – cruciaal staat. Zij was de oogappel van haar vader. En nu is ze louter de droom van haar moeder.

Taeke Nicolai: ‘Jennifer is iemand die niet veel zegt, in een eigen wereld zit. Dat is altijd leuk om te spelen. Van binnen is er van alles aan de hand. Ze poogt dat te onderdrukken. Maar dat is moeilijk. Ze is teruggetrokken, gaat niet graag de confrontatie aan. En ze torst ook nog eens een schuldgevoel. Voor het eerst staat ze er alleen voor en kan ze – zonder haar overbezorgde moeder – op zoek naar zichzelf.’

Deruddere volgt het meisje van zeer nabij – ze is enorm gefocust, ze oefent verbeten tot in het holst van de nacht – waarbij niet zelden pijnlijke herinneringen aan een getroebleerde thuissituatie opborrelen samen met gelukzalige momenten.

Deruddere: ‘Ik ken nogal wat muzikanten. En communiceren ligt vaak moeilijk. Ze spelen muziek als een vorm van communicatie. In de klassieke muziekwereld is dat zeker het geval. Het meisje draagt een trauma mee. Ze is kil, bevroren. Die worsteling met zichzelf, met het verleden. Taeke vult dat heel schoon in.’

Haar moeder schildert en heeft het meisje van kindsbeen af gepusht om piano te spelen. Terwijl haar vader, vrachtwagenchauffeur, niets liever wil dan dat ze kind is, gelukkig en avontuurlijk.

Deruddere: ‘We leven nu eenmaal in zo’n wereld. Wat is de drive om een kind zo onder druk te zetten? Hoe gezond is dat? Is dat wel de moeite waard? Dat vroeg ik me af toen een van mijn zonen piano begon te spelen. Vragen waarop ik het antwoord ook niet weet!’

Met de helm geboren

Een zondagskind. Zo omschrijft Deruddere zichzelf in zijn memoires gebundeld in een boek met als titel: Met de helm geboren dat je in een ruk uitleest. Of beter nog: uitpluist.

Het boek leest als Kuifje in filmland.

Het succes van zijn debuut Crazy Love en zijn Oscarnominatie voor Iedereen beroemd doen Deruddere uiteindelijk in Los Angeles, in Hollywood belanden. Maar telkens een project goed en wel op de rails lijkt te staan wordt het alsnog getorpedeerd. Ofwel wil een geldschieter per se zijn lief in de hoofdrol. Ofwel verdwijnt ie met de noorderzon. Een film opzetten is in Hollywood, waar een filmmaker ook nog eens wordt geconfronteerd met onder meer ‘de macht van een Hollywoodster’ en de bemoeienissen van producent(en) nog moeilijker dan in België. Meer bepaald in Vlaanderen waar bepaalde commissieleden, die subsidies al dan niet toekennen, werken met dubbele agenda’s.

Deruddere schrijft luimig, in een vermakelijke, amusante vertelstijl. Hij overloopt zijn hele carrière, beschrijft alle wonderbaarlijke ontmoetingen, van Bukowski, Weinstein, Coppola tot Fay Dunaway… Tegelijk schrijft hij ook al zijn frustraties en ontgoochelingen van zich af, al zijn pijnlijke ervaringen waar je echt niet vrolijk van wordt. Maar het is wel zo dat Deruddere sinds de jaren ‘90 de weg heeft gebaand waar volgende generaties Vlaamse filmers maar kunnen van profiteren. Of leren van de fouten (!) van de eeuwige koppigaard die elke keer opnieuw ‘zijn’ film hoopte te (kunnen) maken! Chapeau!

Moeder en dochter (2)

gf

La Ligne

In La Ligne (***, vanaf deze week in de bioscoop) van de Belgisch-Zwitserse Ursula Meier, is de hoofdrol voor actrice en co-scenariste de Belgische Stephanie Blanchoud (‘Een gewelddadige kerel is sexy terwijl een vrouw die geweld gebuikt taboe is’).

Van de vrederechter krijgt Margaret na een slaande ruzie – ze heeft haar moeder, een pianiste, aan een oor doof geslagen – een tijdlang een contactverbod opgelegd. Ze moet minstens 100 meter uit de buurt blijven van het ouderlijk huis. Toch wil de jonge vrouw terug, niet in de laatste plaats om haar (religieus bevlogen) zusje te helpen. Maar hoe het ijs ontdooien? Als kroniek van een disfunctioneel gezin is La Ligne boeiende, verfrissende cinema hoe dan ook.

Vader en dochter

Aftersun (***, vanaf deze week in de bioscoop), misschien wel de verrassing van de week, lijkt op het eerste gezicht herinneringen aan een zorgeloze vakantie in Turkije van een jonge vader met Sophie, zijn dochter van 11. Een flashback!  Als toeschouwer voel je al meteen dat er veel meer broeit – een hele wereld zelfs – achter de rug van het meisje insmeren met zonnebrandolie, met aftersun. Knap.

En in Knock at the cabin van Night Shyamalan (*, deze week in de bioscoop) neemt Wen, een klein meisje, dat in het bos insecten vangt om ze te bestuderen, onbewust een kwartet rare snuiters mee naar huis. Eenmaal binnen bezweert het viertal dat ze de apocalyps wil afhouden en dat daarvoor wel iemand van het gezin – het meisje is geadopteerd door een homostel – moet worden opgeofferd. Maar het hele griezelverhaal – verteld weliswaar met de nodige huiver en spankracht – is echt wel bij de jaren getrokken.

Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.

Commentaren en reacties