Moslims zijn hervormbaar
En de christelijke middeleeuwen waren helemaal geen duistere tijden.
Ontmoeting en debat in 2016 tussen de islamkritische AfD en het Centraal Comité voor Moslims in Duitsland Reporters / DPA
foto © Reporters / DPA
Maarten Boudry én Wim Van Rooy hebben ongelijk. Moderne wetenschappen zijn gegroeid uit het christendom en je kan discussiëren met moslims.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMet het nieuwe boek van filosoof Maarten Boudry komt de discussie over de hervormbaarheid van de islam weer op tafel – en in het zog daarmee komt een discussie over het christendom. De bekende islamcriticus Wim Van Rooy reageerde daar, deels terecht, op: je kan daarbij de schriftelijke bronnen van de islam niet zomaar negeren. En deze zijn volkomen anders dan de christelijke bronnen. Boudry gooit zeer onterecht beide religies op één hoop. Ook de geschiedenis van het christendom is lang niet zo donker als wat Boudry suggereert. Toch volg ik de redenering van Van Rooy maar gedeeltelijk. De discussie gaat namelijk altijd maar over de hervormbaarheid van de islam, bijna nooit over die van de moslims zelf. Of de islam hervormbaar is, dat weet ik niet. Maar dat moslims hervormbaar zijn, daar geloof ik wel in.
Debat tussen imam en islamcriticus
Moslims zijn hervormbaar, zelfs de diepgelovige, en dat heb ik met mijn eigen ogen gezien. Dat hoef je uiteraard niet zomaar te geloven. Maar als een bekend imam in staat is tot een respectvol debat met een notoir islamcriticus? Als hun analyses gedeeltelijk overlappen? En als daarbij duidelijk verschillende praktiserende moslims rustig tussen het publiek zaten, die best wisten dat ze een islamcriticus gingen zien? Dan kan ik niet anders dan daar een teken van hoop in te zien. Het is echter nog prille hoop, waarmee de toekomst nog alle kanten uit kan.
Het bewuste debat vond enkele maanden geleden plaats te Halle, op zeven november 2018. De panelleden waren Eddy Daniels en Khalid Benhaddou. Daniels is geen gewone islamcriticus. Hij kent de islamitische (en christelijke) geschriften van binnen en van buiten en is vooral kritisch op Mohammed – hij ziet hem als een totaal andere figuur dan Jezus. Maar hij heeft veel sympathie voor wat hij noemt de volksislam. Benhaddou is evenmin een gewone imam. Hij is voorstander van wat hij noemt een rationele islam en schreef daar enkele boeken over. Hij is imam voor de grootste moskee van Gent.
Daniels gaf dus stevige kritiek op de historische Mohammed. De imam minimaliseerde deze kritiek niet, maar interpreteerde het anders. Volgens hem is de vroege islam geen absoluut na te volgen voorbeeld, en gebeurde er toen – ook in de naam van de islam – verschrikkelijke dingen. Dat kan je volgens hem als moslim gerust erkennen. Het was voor het eerst dat ik iets dergelijks hoorde beweren door een overtuigde moslim. Het was voor het eerst dat ik moslims hoorde die openlijk de problemen met hun eigen bronnen bespraken, zonder voor de gewelddadige IS-oplossing te kiezen, maar ook zonder de islam te verlaten.
Wetenschap ontstond niet uit het niets
Daarnaast kan je de islam en het christendom toch moeilijk zomaar vergelijken, zoals ook Van Rooy duidelijk stelt. Zelfs een verstokte atheïst als Boudry zou zich toch mogen afvragen hoe het komt dat wetenschappelijk en humanistisch denken net in West-Europa is ontwikkeld. Dat denken kwam pas na de lange ‘donkere’ middeleeuwen (die zeker niet op alle vlakken zo donker waren), dus na een periode waarbinnen de intellectuele krachten honderd procent in handen waren van de Kerk. Hoe komt het dus dat na een dergelijk donkere christelijke periode plots de éne na de andere wetenschapper of humanist zich fundamenteel tegen het christelijke gedachtegoed keerde?
Of is Boudry een soort creationist, die gelooft dat wetenschap en humanisme plots – zonder enige wortels – ontstonden te midden van een diepchristelijke wereld? Een meer evolutionaire verklaring is dat het rationeel-wetenschappelijke denken diepe wortels had in het christendom. Het klopt dan wel dat sommige religieuze instanties daar heel negatief op reageerden, maar de Kerk was nooit een monoliet. Boudry moet maar eens Bronnen van het Zelf of Een seculiere tijd lezen van de filosoof Charles Taylor, daar onderzoekt hij aan de hand van de evolutie van vooral filosofische ideeën hoe het moderne gedachtegoed uit het christendom is kunnen ontstaan.
De moeilijkheid van ex-moslims
In tegenstelling tot het christendom heeft de islam niet zo’n vruchtbare grond. Vandaar dat ik ook lang mijn twijfels had bij de vraag of de moslims hervormbaar zijn. Ik woonde vroeger al eens een interview met een jonge ex-moslim bij. Hij had nog niemand in zijn directe omgeving ingelicht over zijn apostasie: hij wist hoe ze daarop zouden reageren. Hij had de verscheurende keuze tussen zijn eigen weg en zijn diepe familiebanden – banden die in een diepreligieuze familie vaak veel dieper gaan dan in het typisch seculiere gezin. Dat lijkt me een belangrijke reden waarom het apostaat enkel is bestemd voor zeldzaam moedige individuen. Maar het geeft ook aan dat deze weg niet snel tot een grote doorbraak zal leiden.
De moeilijkheid van moslims
Er is een evolutie bezig bij moslims die het individu overstijgt, en dus veel meer kans op slagen heeft. En het is dit soort evolutie die ik zag bij Khalid Benhaddou en de aanwezige moslims tijdens het debat. Een soort evolutie die nogal aarzelend, geruisloos, onhandig zelfs gebeurt, want zowel islamcritici als cultuurrelativisten als antireligieuzen hebben daar weinig oor voor. Maar de evolutie is er.
De islam heeft dus wel degelijk een probleem, een diep probleem en een heel ander probleem dan het christendom. Maar de dynamiek van de moslims, daar kan ik wel in geloven. Op de vraag: ‘Zijn moslims hervormbaar?’ antwoord ik dan ook met een duidelijke ‘ja’. Of het uiteindelijk zal gebeuren, zoals ik het hoop, dat is een andere zaak. Pessimisme of optimisme is voor toekomstvoorspellers.
Categorieën |
---|
Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.
Supermarkten schreeuwen het uit hoe goedkoop en lekker hun producten zijn. Tegelijk verdwijnen aanspreekbare slagers, bakkers en boeren razendsnel. En stijgen de gezondheidskosten.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.