Naar de diepere krochten van de geest
Voorstelling 'Freud' op basis van Sartre-script
foto © Henri Verhoef
De voorstelling ‘Freud’, naar een scenario van Jean-Paul Sartre, is een geschiedenisreis geworden naar de diepere krochten van de geest. Taaie kost, maar met een meeslepend slot.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe voorstelling ‘Freud’, naar een scenario van Jean-Paul Sartre, is een geschiedenisreis geworden naar de diepere krochten van de geest. Taaie kost, maar met een meeslepend slot.
Over de negenhonderd bladzijden telt het scenario dat Jean-Paul Sartre schreef op vraag van John Huston. De Amerikaanse filmregisseur was een veellezer. Een aanwijzing hiertoe is dat hij de Amerikaanse actrice Marilyn Monroe aanzette tot het lezen van Ulysses van James Joyce. Er bestaat een foto van Marilyn, lezend in die beroemde roman. De laatste film die Huston maakte, met zuurstofflessen bij de hand en vaak regisserend vanop een veldbed, is een bewerking van ‘The Dead’, het slotverhaal van de verhalenbundel Dubliners van Joyce. Hustons films zijn, op enkele na, filmklassiekers.
Sartre beledigd
John Huston wist dus wat hij deed toen hij het huiswerk van Jean-Paul Sartre afwees: onverfilmbaar in het heden als in de toekomst, tenzij er danig in gesnoeid werd. Op z’n minst 600 bladzijden. Wat Sartre als een belediging beschouwde. De relatie tussen beide heren verzuurde. Huston huurde dan maar een paar scenaristen in. Op basis van hun bewerking werd de film gemaakt en uitgebracht, met beperkt succes. Aanvankelijk veel kijkers, maar hij brak niet door, zoals dat heet. Toch blijft hij boeiend binnen het gegeven van hoe en wie Sigmund Freud was en wat hij beoogde, binnen zijn wetenschappelijk gebied.
Helse klus
Het scenario belandde in een schuif van Sartre en werd pas na zijn dood uitgegeven door Gallimard. Op een bepaald moment moet het scenario en de commotie die het heeft verwekt, in het blikveld van de regisseur Ivo van Hove geraakt zijn. Samen met zijn zwakte, of sterkte, het is maar hoe je het bekijkt, om filmscenario’s te ‘vertonelen’, is het niet meer dan logisch dat hij zijn speurders aangespoord heeft om de rechten van bewerking en opvoering te bekomen. Met succes. Vertaler Gerardjan Reynders en dramaturg Koen Tachelet togen aan het werk en het moet een helse klus zijn geweest, zo meen ik begrepen te hebben uit wat in de wandelgangen van de burcht Internationaal Theater Amsterdam [ITA] werd verteld. Halve nieuwtjes, maar ook daarmee kan een goed verstaander een boeiende ontstaansgeschiedenis van een productie reconstrueren.
Timmeren, schuren en schaven
Het eindresultaat, het script van de voorstelling, is niet af. Het is beknopt. Ivo van Hove heeft tot de dag voor de première er aan getimmerd en geschaafd. Wat niet ongewoon is, naar zijn doen, maar de intensiteit ervan zit ditmaal ín de voorstelling. Het eindresultaat is geslaagd, dat wel, maar in die mate dat de betere kijker op zijn honger blijft zitten. Sommige personages krijgen te weinig duiding en er lijken belangrijke details te zijn gesneuveld. Details die nader verklaren hoe de Weense wetenschappelijke wereld over Freud dacht, de geestelijke ziekten zag en geen interesse had in waar hun oorsprong vandaan kwam, of dat niet wenste te weten. Want die is vaak te vinden in het seksuele wangedrag van zowat iedereen die bewust of onbewust aan een geestelijke ziekte lijdt, als dader of als slachtoffer, inclusief le beau monde. Een ‘monde’ die liever heeft dat deksels op potten blijven.
Analist eerder dan geneesheer
Freud kreeg af te rekenen met flinke tegenwerking. Hij werd bij de klasse der charlatans geparkeerd. Slechts één collega uit een andere specialiteit steunde hem. Het spoorde Freud aan om door te gaan met zijn speurwerk. Zijn werk vordert, hij ziet licht aan het einde van de tunnel, al geneest het licht daarom niet het slachtoffer of de dader. Freud was trouwens geen geneesheer in de werkelijke betekenis van het woord, eerder een analist. Hij wees oorzaken aan maar stelde geen oplossingen voor.
Vadercomplex & neuroses
Gaandeweg echter – en dat is het meest boeiende van Jean-Paul Sartre’s scenario en de voorstelling à la main de Ivo van Hove beseft Freud dat de neurotische symptomen die hij blootlegt, hun oorsprong vinden in zijn eigen zijn to be or not to be. Het zet hem aan nog scherper ‘zijn zieken’ te roosteren, vaak met fatale gevolgen. Waar hij wel beter van wordt, is in- en doorzicht te krijgen in wie verantwoordelijk is voor zijn, laten we zeggen, geestelijke afwijking, namelijk zijn vader. Een jood en een mislukte kleinhandelaar. Hij had voor zijn verwekker aanvankelijk weinig waardering, maar door zijn analyses ziet hij in dat vaders afkomst en het antisemitisme, de liefde tot zijn zoon ten dele onzichtbaar heeft gemaakt. Door schaamte die leidde naar neurotisch gedrag, met als belangrijkste componenten gevoelens van schuld, onzekerheid en angst.
Leerrijke maar harde kost
Het laatste halfuur van de voorstelling – de vader-zoon-verhouding – is de redding van de productie. Wat voorafgaat is leerrijk maar vaak taaie kost. Hoe hard de toeschouwer ook kauwt, bij momenten is het niet te slikken. De reden is het verschil tussen de articulatie van de Nederlandse acteurs, scherp, en de Vlaamse, bot. De vertolkingen van de acteurs van FC Bergman, nauw verwant met Toneelhuis, is pico bello, laat dat duidelijk zijn, maar hun praten is slordig. Dit in tegenstelling met de Vlaamse acteurs die al geruime tijd deel uitmaken van ITA’s gezelschap. Toch, hoed af voor de gezanten van FC Bergman. De eigenschappen van dit gezelschap moesten ze inleveren voor die van ITA. Het moet daarom niet pijnlijk maar toch wennen zijn geweest. En dat lukte. Dus, een buiging voor Stef Aerts, Mateo Simoni en Marie Vinck. En terwijl we ons buigen over de acteurs: heerlijk om Hélène Devos te zien spelen. Ze bloeit door groei. En komaan, een ruiker voor Chris Nietvelt. In welke rol ook, ze is een freule (zonder Haagse kuren).
Glad ijs uit Wenen
Met Freud heeft Ivo van Hove zich op glad ijs begeven. Inhoud primeert op spektakel. Gelukkig is er het decor van Jan Versweyveld . Hij creëerde een Weens interieur, anno negentiende eeuw. Het doet zowel dienst als woonkamer, dokterskabinet, ziekenkamer als voorkamer [suite] waar men gasten ontvangt.
De voorstelling is na de speelperiode in Amsterdam te zien in de thuisbasis van Toneelhuis: de Bourlaschouwburg. Hopelijk lukt het me om ‘Freud’ nogmaals te gaan zien. Want ondanks het gewicht is de voorstelling een delicieuze productie.
FREUD ****
naar: ‘Le Scénario’ Freud van Jean-Paul Sartre
regie: Ivo van Hove
productie: Internationaal Theater Amsterdan & Toneelhuis
info & tickets: www.tia.nl & www.toneelhuis.be
Tags |
---|
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.