Aangeboden door deze bibliotheek
Als het Vlaams Parlement het dan eindelijk eens over Brussel heeft, wordt daar nauwelijks over gesproken in Nederlandstalige media. Enkel Bruzz besteedde uitvoerig aandacht aan de hearing die de Commissie Brussel woensdag hield. Voor de rest: niets. Geen verontwaardigde uithalen van vlammende editorialisten. Manu Ruys, waer bestu bleven? Vlaamse onverschilligheid Dat gebrek aan belangstelling is helaas tekenend. Men kan zich moeilijk van de indruk ontdoen dat de Vlaamse politieke klasse zich niet langer om haar hoofdstad bekommert. Dat belooft voor…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Als het Vlaams Parlement het dan eindelijk eens over Brussel heeft, wordt daar nauwelijks over gesproken in Nederlandstalige media. Enkel Bruzz besteedde uitvoerig aandacht aan de hearing die de Commissie Brussel woensdag hield. Voor de rest: niets. Geen verontwaardigde uithalen van vlammende editorialisten. Manu Ruys, waer bestu bleven?
Vlaamse onverschilligheid
Dat gebrek aan belangstelling is helaas tekenend. Men kan zich moeilijk van de indruk ontdoen dat de Vlaamse politieke klasse zich niet langer om haar hoofdstad bekommert. Dat belooft voor de onvermijdelijke staatshervorming na de verkiezingen van 2024. Maar ook de media lieten het gebeuren volledig aan zich voorbijgaan.
Nochtans waren die massaal aanwezig die dag in het Vlaams Parlement, maar dan wel op een andere plek waar een nieuwe minister de eed van trouw aan de Boerenbond zwoor. Blijkbaar vonden ze dit zoveel belangrijker dan het lot van 100.000 Vlaamse Brusselaars… Ik wed dat gewoon niet één journalist op de hoogte was van de belangrijke hearing een paar uur eerder in de Commissie Brussel. Weten ze eigenlijk wel dat die bestaat en bij wijlen belangrijk werk doet?
Oasis francophone
Die totale politieke en journalistieke onverschilligheid is zeer jammer. Want het ging over een al decennia lang aanslepend probleem: de taalkennis van zorgverstrekkers in de Brusselse ziekenhuizen. Alle Nederlandstalige Brusselaars weten hoe moeilijk het is om daar in eigen taal geholpen te worden. In die onaanvaardbare situatie komt nauwelijks verbetering.
Dat komt natuurlijk omdat Franstaligen de wettelijk vastgelegde tweetaligheid moedwillig negeren, in een stad die zij als Franstalig blijven zien. In tegenstelling tot de huidige Vlaamse politieke klasse hebben zij steeds op een zeer assertieve manier voor hun taal gevochten, met een totaal gebrek aan respect voor de taal van de meerderheid van de Belgen.
Ze voelen zich perfect op hun gemak in de ‘splendid isolation’ van hun stad. Hun verborgen agenda is een ‘oasis francophone’ te maken van het Brussels Gewest, zoals het FDF dat ooit met Elsene wou doen. Als ze hebben het over een ‘région à part entière’ hebben denken zij in de eerste plaats aan de vermaledijde vrijheid van taalgebruik waarmee ze na de Tweede Wereldoorlog Brussel zo grondig verfranst hebben.
‘Keer naar uw dorp’, schreeuwden ze in schabouwelijk Nederlands naar de betogers in de Vlaamse marsen. Dat er steeds meer talen worden gesproken in Brussel, wordt nu als definitief argument gebruikt om Vlaamse taaleisen als onbelangrijk af te doen. Door de afwezigheid en het verpletterende stilzwijgen van Vlaamse politieke kopstukken in dit debat, hebben Franstalige hardliners het nooit zo gemakkelijk gehad.
Galblaas
Jonge Nederlandstaligen zien ook niet altijd het belang om op hun taalstrepen te staan. In een kosmopolitische waan zien ze de Vlaamse taalstrijd als een relict uit het verleden. Ze maken zich niet meer druk als ze te maken krijgen met politieagenten, die vanuit hun machtspositie verwachten dat anderen zich aanpassen aan hun eentaligheid.
Tot deze wereldburgers in een geval van acute nood op de spoedafdeling geconfronteerd worden met een arts die geen woord Nederlands begrijpt. Zelfs wie het Frans heel goed beheerst, is op die momenten niet altijd in staat om terug te vallen op een parate anderstalige medische woordenschat. Ik kreeg op zo een moment ooit te horen van een dokter dat ik een probleem had met mijn ‘vésicule biliaire’. Gelukkig had ik nog de energie om snel via mijn smartphone te achterhalen dat hij het over mijn galblaas had.
Aanpassen of verhuizen
Tijdens de hearing in het parlement waren er helaas bijna evenveel sprekers als vertegenwoordigers van het volk. De afwezigen hadden ongelijk. Te hopen valt dat het verslag van de verschillende getuigenissen op de tafel van de Vlaamse partijvoorzitters zal belanden.
Dokter Luc D’Hooghe, met een veertigjarige carrière als huisarts in Vorst, schetste een ontluisterend beeld van de manier waarop Franstaligen zowel de taalwetten als het Taalhoffelijkheidsakkoord uit 1996 ondermijnen. Met dit laatste akkoord was afgesproken dat alle personeel bij een benoeming in een ziekenhuis een brevet van tweetaligheid moest kunnen voorleggen. Die regel bestaat nog steeds, maar wie hem overtreedt moet geen sancties vrezen omdat het Brussels gewest dat niet wil.
Het gevolg hiervan is dat in Brussel de patiënt zich moet aanpassen aan de taal van de verzorger en niet andersom, wat een normale situatie is. De niet-uitgesproken boodschap van eentalig verzorgend personeel is hun vertaling van een oude flamingantische eis uit de randgemeenten: ‘Adaptez-vous ou déménagez’.
Omdat ze geen Nederlands begrijpen, zijn vele Brusselse artsen niet in staat tot de belangrijkste fase van een eerste contact met de patiënt: de anamnese, de kennis van de voorgeschiedenis en de huidige klachten. Dat kan leiden tot verkeerde beslissingen met zware gevolgen. Voor de patiënt natuurlijk, want dokters blijven in deze materie volledig buiten schot.
Overlijden en français
Dokter D’Hooghe toonde met voorbeelden aan hoe dit gebrek aan respect voor het Nederlands zich zowat in alle sectoren herhaalt. Bij de wachtdienst kan je alleen hopen op een arts die het Nederlands machtig is. Er worden weliswaar taalcurssusen georganiseerd, maar op 1467 betrokken artsen waren er niet meer dan dertig geïnteresseerd!
Een Vlaming die bij een angstaanval in de psychiatrische afdeling van een Brussels ziekenhuis terecht komt, moet er niet op rekenen dat iemand naar zijn klachten in zijn moedertaal zal luisteren. D’Hooghe vertelde hoe dat bij dat soort patiënten dramatische gevolgen kan hebben.
Zonder empathie
Marc Noppen, directeur van het UZ van de VUB, gaf het voorbeeld van een ander schrijnend voorval. Een oude, alleenstaande vrouw werd na een zware val tegen haar zin naar het ULB Erasmus-ziekenhuis gebracht. De arts van de Mobiele Urgentiegroep, die eigenlijk tweetalig moet zijn, sprak alleen Frans. Net als iedereen in het hospitaal waar de vrouw na twee dagen overleed. Tegen niemand had ze nog in haar taal kunnen spreken. Een dokter bracht de verre familie van de vrouw op de hoogte. Hij zei aan de telefoon dat hij enkel Frans of Engels sprak. Van hoogopgeleide artsen moet je als Vlaming niet veel empathie verwachten in Brusselse ziekenhuizen verwachten…
Bovendien zijn de Brusselse bicommunautaire ziekenhuizen, die in principe aan tweetaligheid onderworpen zijn, in netwerken ondergebracht met privéziekenhuizen en eentalige instellingen uit Waals-Brabant. Wie in dat netwerk terecht komt, moet al helemaal niet rekenen om in Nederlands bediend te worden.
Verplicht taalonderwijs
D’Hooghe reikte ook oplossingen aan, zoals het verplichten van taalonderwijs in de opleidingen. Wie een hoge opleiding volgt, moet toch in staat om een minimale kennis van de andere landstaal te kennen. Hij verwijt ook de Vlaamse Brusselse minister Elke Van den Brandt (Groen) dat ze haar bevoegdheden op het vlak van gezondheid laat uitvoeren door haar Franstalige collage Alain Maron (Ecolo), die slecht Nederlands praat en uiteraard geen notie heeft van Vlaamse gevoeligheden op dit domein.
Het zou ook helpen als de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) volledig bevoegd zou zijn voor gezondheid. Toen de OCMW-ziekenhuizen werden geherstructureerd in de Iris-koepel, kwam die tegen elke wettelijke logica niet onder de vleugels van de GGC, maar onder die van het Gewest. Op die manier werd de taalpariteit van het GGC vermeden en verloren de Nederlandstaligen hun blokkeringsmogelijkheid. Het gevolg is voelbaar in de zeer gebrekkige kennis van het Nederlands in de Iris-ziekenhuizen. Het Sint-Pieter-hospitaal in de Hoogstraat bijvoorbeeld bestaat het een eentalige Franse onthaalbrochure uit te geven.
Vechten voor de Vlaamse rechten
Maar er zal maar echt iets veranderen, als de Vlaamse politiek daar het belang van inziet. Vechten voor de rechten van de Vlamingen in Brusselse ziekenhuizen is geen achterhoedegevecht, maar zou een prioriteit moeten zijn. Het zou goed zijn dat de Vlaamse partijvoorzitters zich hier eindelijk zouden over uitspreken en dit besef in hun achterhoofd houden, als hun Franstalige confrères straks om Vlaams geld komen bedelen in hun pogingen om de lamentabele financiële toestand recht te trekken van het Waals – en Brussels Gewest en de Franse Gemeenschap.