Neem eens een klimaatscepticus op theevisite
Als je eerst begrijpt wat je tegenstander denkt en waarom, zal je nadien geen polariserende onzin uitkramen. Je zal ook geen fobie ontwikkelen.
Het probleem is niet Greta Thunberg of Anuna De Wever, want zij die hun status en directe voordelen voorrang geven op hun kritische zin zijn de echte wegbereiders van het klimaatactivisme.
foto © Reporters / DPA
Stel: je bent klimaatactivist en je hebt genoeg van de polarisatie in het debat. Hier is hulp voor een Blind Date met een klimaatscepticus.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementKlimaatactivisten à la Greta Thunberg hebben nog nooit rustig met een klimaatscepticus gesproken. Maar zelfs de niet-alarmistische klimaatverdediger Maarten Boudry heeft geen idee wat klimaatsceptici echt denken. Dat houdt ze niet tegen te blijven doen alsof ze de waarheid in pacht hebben. Dat is niet alleen arrogant. Het kan – vooral bij de jonge klimaatactivisten – uitmonden in een heuse depressie.
Maarten Boudry twitterde naar de klimaatscepticus Jan Jacobs met ‘van mijn erf!’, als Jacobs hengelt naar een overeenkomst. Greta Thunberg kampt al heel lang in haar jonge leven met een depressie – zij zal waarschijnlijk slecht eindigen als haar einde-wereld-fantasieën onbevlekt blijven. Dat gevaar zie ik ook bij Anuna De Wever: als ik hoor dat zij twijfelt aan haar seksuele identiteit, is ze zeker gevoelig voor zeer negatieve gedachten. En de media, wel, die media doen alsof wat Boudry verkondigt al op het randje van de geloofwaardigheid is, en doen alsof Thunberg en De Wever een soort orakel zijn. Of toch, de media zullen dat enkel blijven doen voor zover ze zelf het onderwerp van klimaatbrossen interessant zullen blijven vinden.
Greta Thunbergs depressie
De bekende Zweedse Greta Thunberg noemt zichzelf ‘een klimaatactivist met Asperger’. Van sinds ze acht is had ze vragen over het klimaat, en bestudeerde het dan ook. Toen ze elf werd kreeg ze een diepe depressie. Nu zegt ze dat ‘we voor de grootste existentiële crisis staan die de mensheid ooit heeft gezien en toch wordt die genegeerd’. Alles wijst er inderdaad op dat het arme meisje nog steeds in een existentiële crisis zit, en allerlei aandachtsgeile mensen haar daar nog verder in duwen.
Wie heeft haar zoveel angst aangejaagd? Zijn er mensen met haar bezig om haar ervan af te brengen? De psychiater Marc Reisinger stelde haar onlangs enkele wetenschappelijke vragen over het klimaat, die ze zou hebben kunnen beantwoorden indien ze zich wat in de klimaatkwestie had verdiept. Indien ze het niet wist, zou ze dat ook wel kunnen vermelden. Maar onmiddellijk kwam een volwassen vrouw haar weghalen, dat is zelfs gefilmd.
Het meisje moet uiteraard geholpen worden, en niet bejubeld door de hele wereld. Dat helpen kan enkel door volwassenen die tegenwicht geven op haar angstbeelden. Het soort volwassenen als de psychiater waarmee ze niet wilde praten. Het soort volwassenen waarvan ze nu helemaal afgesneden is. Ze heeft blijkbaar een fobie ontwikkeld voor het medicijn dat ze net nodig heeft: mensen die wat anders durven te vertellen dan wat ze denkt. En niemand rondom haar ziet dat probleem. Het meisje zal nog in grotere psychologische problemen verzeilen, vrees ik.
De journalistieke safe space
Op zich valt het te begrijpen dat slecht begeleide kinderen tijdens hun studie gemakkelijk tot eenzijdige conclusies komen. Maar dan moet je de visie van zo’n kinderen proberen te verbreden, in plaats van hen als een orakel te behandelen. Dan moet je hen confronteren met andere ideeën. Greta Thunberg leeft blijkbaar in een constante safe space, waar gevoelens die niet in het klimaatkraam vallen zo snel mogelijk afgezet worden. Onze politiek correcte establishment wil met graagte voor een dergelijke safe space zorgen, en die zelfs uitbreiden tot de volledige openbare samenleving, inclusief het internet.
Kinderen die niet leren met andere ideeën om te gaan, groeien uit tot angstige wezens die fobieën ontwikkelen tegenover andere meningen. Met de smartphonegeneratie zien we dit meer en meer. Dat verlangen gaat echter in tegen alle gezonde psychologische ontwikkelingen, zeggen ook Jonathan Haidt en Greg Lukanoff in hun boek The Coddling of the American Mind. Met een soort gedragstherapie willen ze angstige jongeren net confronteren met andere meningen, om hen uit die angstzone te krijgen. Het is dat wat Greta Thunberg ook nodig heeft om echt uit haar depressie te geraken.
Mensen die uit fobie normale situaties vermijden, kruipen steeds meer in hun schulp, want ze zien steeds meer redenen om ook andere situaties als een probleem te zien. Dat is net wat de mainstream media vandaag doen, gezien de moeilijkheid die ze hebben werkelijk dissidente stemmen aan het woord te laten.
Boudry weet niet wat klimaatsceptici zeggen
Maarten Boudry is scherpzinnig genoeg om niet mee te stappen in klimaatalarmisme, maar wat hij zegt over klimaatsceptici steekt kant nog wal. Hij schrijft voortdurend in negatieve bewoording over klimaatsceptici, maar kan niet eens herhalen wat ze denken. Hij begrijpt nog steeds niet wat zo’n klimaatscepticus echt denkt, en denkt zelf in termen van ‘klimaatnegationisten’. Alsof klimaatsceptici in een soort platte-aarde-theorie geloven.
Dat kan je ook in zijn recente video zien, een korte samenvatting van zijn klimaatstandpunt. Hij spreekt er over mensen die niet geloven dat het klimaat opwarmt, of die denken dat die opwarming niets met de mens te maken heeft. Hij heeft het uiteraard over klimaatsceptici. Ik ken veel klimaatsceptici. Zeer weinig die denken dat het klimaat niet opwarmt, of denken dat de opwarming absoluut niets met de mens te maken heeft.
Klimaatsceptici denken wel dat de opwarming en het menselijke aandeel daarin vaak overdreven wordt. Ze volgen het IPCC niet, want ze zien dat als een politieke instelling die vaak wetenschappelijk door de mand valt. Het IPCC toont volgens hen een overdreven vertrouwen in klimaatmodellen en kijken te weinig naar de temperatuurmetingen zelf. Boudry zal deze analyse van klimaatsceptici inderdaad niet volgen. Maar niet iedereen met een andere opinie is meteen een pseudowetenschapper. Hoe kan Boudry nu beoordelen of klimaatsceptici al dan niet pseudowetenschappelijk zijn, als hij niet eens precies begrijpt wat ze zeggen?
Klimaat bestuderen, niet manifesteren!
Met Boudry moet niemand medelijden hebben, hij is volwassen genoeg. Toch zou ook hij beter wat gas terug nemen. Hierrond besloot ik al in ‘Klimaatactivisten zijn de pseudowetenschappers’:
‘Je vindt zowel kundige mensen bij de klimaatconsensus als bij de klimaatsceptici. Zij moeten hun geschillen opzij zetten en samen de duidelijk pseudowetenschappelijke nonsens bestrijden die vandaag gemeengoed zijn geworden in de mainstream media, de politiek, de scholen en blijkbaar ook onze universiteiten.’
Greta Thunberg daarentegen is een meisje dat snakt naar mededogen. Iemand zou haar moeten weghalen van alle activisten die vandaag rondom haar klitten, en haar duidelijk maken dat haar onheilspellende boodschap nogal overdreven is. Als jongeling kan ze beter de weg bewandelen van de open studie dan de weg van het activisme. Klimaatjongeren zouden daarom, beter dan mee te roepen met de klimaatactivisten, best eerst zelf uitzoeken hoe het allemaal zit – door ook klimaatdissidente stemmen te bestuderen. Dat was mijn besluit in ‘Klimaatbetoging aan moeders handje’.
Beide besluiten komen op hetzelfde neer. Voor Boudry, Thunberg, en alle anderen met een klimaatsceptici-fobie is de remedie eenvoudig: neem eens een klimaatscepticus op theevisite.
Blind date met een klimaatscepticus
Een discussie tussen personen met verschillende opinie heeft pas zin als beide personen eerst een realistisch idee hebben hoe de andere denkt. Ook dat is een aspect dat Jonathan Haidt en Greg Lukanoff in hun bovengenoemd boek uitwerken. Hun remedie tegen polarisatie: een persoon moet eerst het standpunt van zijn tegenstander kunnen herhalen, zodat de tegenstander daarmee akkoord gaat. Elke persoon geeft vrijelijk weer wat hij denkt, en de andere herhaalt met zijn eigen woorden wat zijn tegenstrever denkt. Als deze andere niet slaagt in het herhalen, dan beginnen ze opnieuw. Tot de twee personen de opinie van de ander foutloos kunnen weergeven. Beide personen moeten, voor het debat, elkaars standpunten eerst leren kennen.
Aangezien ik verschillende klimaatsceptici en ecomodernisten ken uit België en Nederland, met verschillende geuren en kleuren: de ene rustig, de andere vol dynamiek. Ik ken er met een harde wetenschappelijke opleiding (al dan niet werkend aan een universiteit), ingenieurs, filosofen, en zelfs actief in de politiek. Daartussen bevinden zich verstokte atheïsten, gelovigen, agnosten. Ik ken er in het midden van hun carrière, maar ook aan het einde ervan. Elk met een passie, aangename mensen ook om een gesprek mee te hebben (dat heus ook kan afwijken in allerlei richtingen). Overigens is het niet zo dat al deze klimaatsceptici het over alle punten eens zijn met elkaar. Maar dat hoeft ook niet.
Stel nu, u bent een klimaatactivist, of een andere klimaatverdediger. U wilt meehelpen het klimaatdebat te deradicaliseren. Contacteer mij dan, ik zal u enkele vragen stellen om te helpen een gepaste klimaatscepticus of ecomodernist uit te zoeken waarmee u dan een kopje koffie, een tas thee, een heuse pint, of wat dan ook, mee kunt gaan drinken. U moet dan wel beloven om niet in discussie te gaan, wel het standpunt leren kennen.
Tags |
---|
Rob Lemeire (1973) is getrouwd en heeft twee dochters. Hij is de auteur van het boek ’12 regels voor opvoeden met autoriteit’. Hij is ingenieur en schrijft over opvoeding, cultuur, klimaat, voeding en het sociale weefsel.
Supermarkten schreeuwen het uit hoe goedkoop en lekker hun producten zijn. Tegelijk verdwijnen aanspreekbare slagers, bakkers en boeren razendsnel. En stijgen de gezondheidskosten.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.