Niet het aantal burgervaders, maar wel de dienstverlening naar de burger telt
‘Diep vanbinnen zijn we allemaal lokale patriotten, en daar is zelfs niks fout mee.’ Een vrije tribune van Marius Meremans (N-VA).
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet ambitieuze plan van de Vlaamse regering voor de Vlaamse gemeenten en provincies kwam niet uit de lucht vallen: het borduurt voort op studies en overlegmomenten van de vorige regering (een groenboek en witboek). Heel wat studiewerk, internationale vergelijkingen, en overleg liggen ten grondslag van de plannen. Overleg met de lokale bestuurders en hun verenigingen en met academici. Het is geen geheim dat deze meerderheid, en niet in het minst de N-VA, wil meegaan in een internationale tendens, waarbij we meer zeggenschap geven aan dat niveau dat het dichtst aanleunt bij de burger: onze gemeenten en steden.
Telkens kwam één aandachtspunt naar voor: de bestuurskracht vergroten van de gemeente. Het kan niet langer dat een gemeente er niet in slaagt een complete, actuele dienstverlening voor haar bevolking te organiseren en daarom de hulp inroept van de provincie. Eigenlijk moet dit verdoezelen dat dit lokaal bestuur haar werk niet aankan.
‘Elk nadeel heb zijn voordeel’ en de budgettaire toestand zorgt ervoor dat gemeenten de handen in elkaar slaan en via samenwerkingsverbanden bepaalde projecten op poten zetten. Niettemin mag dit niet leiden dat de gemeenteraad geen controle meer kan uitoefenen en haar gezag eigenlijk uit handen geeft. Je kan je de vraag ook stellen of het niet logisch is dat deze ( kleinere ) gemeenten overgaan tot een fusie met een sterke gemeenteraad en een bestuur dat daadwerkelijk een compleet dienstengamma aanbiedt.
Maar meer vrijheid en zeggenschap houdt ook meer verantwoordelijkheid in. En als we de professionalisering van lokale besturen willen vergroten, houdt dit ook soms schaalvergroting in. Zo zien we bijvoorbeeld dat Denemarken en Nederland voluit gaan voor doorgedreven fusies en hun politieke structuren af en toe in vraag stellen om ze te verbeteren.
De N-VA snapt wel dat dat gevoelig ligt. Dat is ook gebleken met allerlei partijpolitieke uitspraken en andere commentaren. Maar in alle voorgaande studies en plannen kwam telkens een aandachtspunt naar voor: het vergroten van de bestuurskracht van de gemeente. Dat is natuurlijk een abstract en misschien pompeus woord.
Laten we het concreet maken. Het kan toch niet langer dat een gemeente er niet in slaagt een complete, actuele dienstverlening voor haar bevolking te organiseren en louter daarom de hulp inroept van de provincie? Zo blijkt vaak dat een ambtenaar in een dorp zowel de rol van jeugdconsulent, cultuurcoördinator en sportfunctionaris opneemt. Supermensen moeten echter nog geboren worden en een kleine gemeente kan nooit een (iets) grotere gemeente evenaren die wel een uitgebouwde jeugd-, cultuur-, en sportdienst heeft. Hetzelfde geldt voor de vergrijzing: elke gemeente moet voorzien in aangepaste woningen en voorzieningen. Terecht. Maar een helse klus ook, die het best wordt aangevat door een sterke sociale dienst met de nodige expertise.
Gemeenten slaan nu al via samenwerkingsverbanden de handen in elkaar voor projecten of vormen van dienstverlening. Het nadeel daarvan is evenwel dat de democratische controle vanuit de gemeenteraad de facto een beetje wordt uitgehold. Men kan zich daarom afvragen of het niet logischer is dat voornamelijk kleinere gemeenten overgaan tot een fusie. Dergelijk bestuur kan dan daadwerkelijk het complete dienstengamma aanbieden én ondersteund – en gecontroleerd – worden door een sterke gemeenteraad.
Is dat een gemakkelijk optie? Neen. Is dat wat vele kiezers willen horen? Wellicht niet. Want, ‘gemeente X is toch helemaal anders dan dorp Y’. Diep vanbinnen zijn we allemaal lokale patriotten, en daar is zelfs niks fout mee.
Maar even goed zijn er lokale mandatarissen die zich a priori tegen elke fusie kanten, bijvoorbeeld uit politiek opportunisme en lijfsbehoud en folkloristische tegenstellingen gaan er dan in als zoete koek. De wat oudere kiezer ziet dan ook de opgelegde fusie uit de jaren zeventig opduiken die niet overal succesvol georganiseerd was. Verder leeft de bezorgdheid om lokale identiteit te verliezen en de vrees om op te gaan in een groter geheel en uiteindelijk geen betere dienstverlening over te houden, maar het slechtste van twee werelden. Een groter geheel met ruimere diensten voor de burger, hoeft niet te betekenen dat lokale identiteit verloren gaat. Integendeel, er zal bijvoorbeeld meer ruimte vrijkomen om lokaal erfgoed, gebouwen, streektaal en gebruiken beter in stand te houden. Schaalvergroting is het meest succesvol als de deelgemeenschappen bepaalde gemeenschapskenmerken delen.
Als voormalig schepen in de stad Dendermonde begrijp ik sommige bekommernissen. Ik weet ook wel dat een (lokale) democratie best overeenstemt met een (lokale) gemeenschap. Maar die bekommernis moet men verzoenen met een efficiëntie-oefening, in het belang van de burger. Trouwens, elke gemeente is nu al een verzameling van dorpen en gemeenschappen; en wie zou willen teruggaan naar de tijd van elk dorp zijn eigen burgemeester?
Sommige partijen in het Vlaams Parlement pleiten ronduit voor een opgelegde fusie, zoals deze uit de jaren zeventig. Ondanks mijn pleidooi wil ik zeker geen dergelijk dictaat vanuit de nationale politiek. Voor mij geen Jacobijns centralisme. De Vlaamse overheid wil het kader scheppen en wil incentives aanreiken zoals de vooropgestelde bonus bij vrijwillige fusie. Vergeet niet dat Vlaanderen nu reeds een grote rol speelt in de (financiële) ondersteuning van gemeenten, en terecht. Aanmoedigen dus, niet verplichten.
Maar het blijft altijd aan de democratisch gekozen lokale politici om een verhaal te schrijven voor hun gemeenschap voor de komende decennia. Het is aan de lokale overheid om een visie te ontwikkelen – open naar de burger en dus in alle transparantie. Los van de praktische overwegingen die leiden tot het stellen van een deadline, zou het toch van weinig politieke geloofwaardigheid getuigen om na de gemeenteraadsverkiezingen al dan niet tot een fusie over te gaan zonder daar op voorhand een standpunt over ingenomen te hebben?
Men kan de problematiek vooruitschuiven in de tijd tot men denkt dat iedereen er rijp voor is. Maar moeten politici niet ook draagvlak creëren bij de burger in plaats van enkel de burger na te praten? Met mogelijke oplossingen komen voor evoluties die nu al bezig zijn en zich in de toekomst enkel scherper zullen stellen?
De auteur is Vlaams volksvertegenwoordiger voor de N-VA.
Marius Meremans (1967) is woonachtig in Dendermonde, gehuwd en vader van drie zonen. Hij is regent Frans-geschiedenis-Latijn-Engels. Momenteel is hij gemeenteraadslid in Dendermonde en Vlaams volksvertegenwoordiger. In het Vlaams Parlement focust hij zich op de thema’s cultuur en binnenlandse zaken.
Een voorstel voor decreet over sociaal-cultureel volwassenenwerk wordt weggehoond omdat het geen subsidies wil voor culturele segregatie. Marius Meremans (N-VA) verdedigt het in deze Vrije Tribune.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.