Nieuwe kieswet brengt geen redding
Het kernprobleem is België
Prof. Carl Devos stelt een hervorming van de kieswetgeving voor. Maar in zo’n systeem zou de N-VA van De Wever nooit kans hebben gekregen.
foto © Belga Image
Nu gaan er stemmen op om de Belgische kieswet aan te passen, minder partijen voor een snellere regeringsvorming. Is dat echt het probleem?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEr kan een dik boek geschreven worden over de voorgestelde uitwegen uit de Belgische crisis. De meeste lopen met een grote boog rond de kern van de zaak, de Belgische politieke structuur. Zo ook het voorstel van Carl Devos deze week: verander de kieswet naar minder proportionele vertegenwoordiging.
First past the post
Discussies over de omzetting van stemmen naar zetels. Die ken ik. Redactievergaderingen van Doorbraak durfden nog wel eens uitlopen tot de late uurtjes. Het kiesstelsel komt dan wel vaker aan bod. Dan is er altijd wel een voorstander van kleine kieskringen. Die hebben dan, naar Engels voorbeeld, één enkele vertegenwoordiger, die met de meeste stemmen. Dat heeft voordelen. Dat systeem verkleint de macht van de partij.
Dan krijg je minder partijen in het parlement. Nieuwe partijen krijgen het dan moeilijk om binnen te geraken in de bastions van de gevestigde partijen. Vergeet de opkomst van het Vlaams Belang, N-VA en waarschijnlijk ook Groen en PVDA. In een dergelijk ‘winner takes it all’ systeem blijven nieuwkomers vaak marginale partijen met hoogstens eens een verkozene in een enkel kiesarrondissement. Compleet genegeerd door de media, wegens een marginaal verschijnsel.
Niet neutraal
In zo’n meerderheidsstelsel vergroot de macht van de bestaande grote partijen. Die worden tegelijk een allegaartje van parlementsleden die uit politiek opportunisme kiezen voor die grote partij, terwijl ze eigenlijk bij die kleintjes zouden thuishoren. Die interne verdeeldheid zorgt ook voor instabiliteit.
Conclusie. We geraken er nooit uit. Tweede conclusie, een kiesstelsel is niet neutraal. Het is een bewuste keuze. In dit land is gekozen voor proportionele vertegenwoordiging. Een evenredige vertaling van de verkiezingsuitslag per provincie naar zetels. Dat lijkt me de democratisch juiste keuze. Zo zorg je voor een evenredige vertegenwoordiging van de verschillende politieke overtuigingen in het parlement.
De hervorming van de kieswet die Carl Devos voorstelt, moet niet enkel minder, maar ook de juiste partijen in het parlement helpen. Het moet de ‘populistische partijen’ indijken. Bij dergelijke redenering moet elke democraat op zijn hoede zijn. Politici wringen graag aan het kiesstelsel om het voor zichzelf zo makkelijk mogelijk te maken om aan de macht te blijven. Dat is erger dan populisme.
Kiesdrempel
De kiesdrempel van 5% was al een eerste poging van premier Guy Verhofstadt (Open Vld) en zijn paars-groene regering om via de kieswet te prutsen aan de evenredige vertegenwoordiging.
Uiteraard speelde politiek opportunisme een rol in die beslissing. De Volksunie was uiteengevallen. De erfopvolger, die schimmige kansloze N-VA van Geert Bourgeois, van bij het begin kunnen uittellen was mooi meegenomen. En elke zetel die niet naar een ander gaat, komt naar jou.
Boemerang
Het eerste slachtoffer van die kiesdrempel was Agalev. Een partij die de kiesdrempel mee had ingevoerd. Bij de verkiezingen van 2003, na Paarsgroen, vielen ze terug van 9 naar 0 zetels. In elke provincie zakten ze onder de kiesdrempel van 5%. 2003 was de eerste verkiezing met kiesdrempel.
François Mitterand hervormde in 1986 om opportunistische redenen de Franse kieswet. Stefaan Fiers vertelt in het boek De spelregels van de democratie: kiesstelsels en publieke systemen in Europa hoe hij door die hervorming stemmen voor het FN aantrekkelijk maakte om zo de rechterzijde te verzwakken. Iedereen kent de gevolgen.
Het zou tot nadenken moeten stemmen. Een hervorming van het kiesstelsel kan als een boemerang terugkeren naar de hervormers. Ook op lange termijn, niet het sterkste punt van onze politici.
Versnippering
De aanpassing van de kieswet en de ‘correctie’ op de evenredige vertegenwoordiging vandaag in dit land moet een uitweg bieden uit de politieke crisis. De redenering is dan: er zijn te veel partijen. Die politieke versnippering zorgt ervoor dat de regeringsvorming niet lukt.
Is dat zo? In Vlaanderen maken er drie partijen deel uit van de regering. Net zoals in de vorige legislatuur. Die was relatief snel gevormd. Ware het niet dat de grootste partij, de N-VA, een tijdje op de rem stond om de kat uit de boom te kijken bij de federale regeringsvorming. Tot nog langer wachten echt niet meer kon. Op 2 oktober trad de regering-Jambon aan. Een coalitie van N-VA, Open Vld en CD&V.
Aan Franstalige kant vonden PS, MR en Ecolo elkaar. Ook al vrij snel (13 september 2019 voor het Waals Gewest en 17 september 2019 voor de Franstalige Gemeenschap). Een regering van drie partijen, terwijl er eigenlijk maar twee nodig zijn.
In Brussel is een Franstalige en Nederlandstalige meerderheid nodig. Ook die werd vrij snel (17 juli 2019) gevormd door PS, Ecolo, DéFi, One.Brussels (sp.a), Open Vld en Groen. Zes partijen.
50 jaar verloren
Natuurlijk wordt de regeringsvorming niet makkelijker als je meer partijen nodig hebt. Niemand betwist dat. Maar is dat hét grote probleem? Is de inhoudelijke politieke verwijdering tussen de twee samenlevingen in dit land niet een veel groter obstakel? Toch lijkt elk voorstel daarover dat niet uitgaat van de herfederaliseringsgedachte weggelachen te worden. Onhaalbaar.
In Terzake (26 mei) vroeg Conner Rousseau (sp.a) aan Tom Van Grieken (Vlaams Belang) of hij echt 20-30 jaar wou verliezen door België te willen splitsen. Een goed gevonden sofisme. We verliezen ondertussen al vijftig jaar politieke energie aan pogingen om België bijeen te houden. En dan beginnen we maar te tellen vanaf de eerste staatshervorming in 1970.
Die vijftig jaar pogingen om België overeind te houden hebben ons meer gekost dan een splitsing van België ons vandaag kan kosten. Ook voor onze Waalse vrienden. Het Belgische status quo, de tot middelmatig beleid veroordeelde regeringen, de constante diplomatieke conferentie die België is, het afkopen van compromissen met schulden, overhevelen van halve bevoegdheden met een kwart van het budget, wie wordt daar beter van?
Help!
Het Belgische politieke systeem is dood. Een nieuw medicijn, noch een transplantatie brengt nog soelaas. Een uitweg hieruit is: start met de erkenning daarvan. Handel dan volgens dat nieuwe feit. ‘Een staat die zichzelf niet kan veranderen, kan zich ook niet meer in stand houden.’
Vergeet niet dat ondertussen de uitdaging van een enorme crisis wacht. Daarbovenop is de kiezer bang voor de toekomst. En is dat communautair gedoe beu. Maar België zou België niet zijn als de twee samenlevingen daar niet politiek elk een eigen invulling aan geven.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Stel je voor: erkenning vragen voor de wetten op je grondgebied. Taalwetten dan nog, hoe bekrompen! Gelukkig is er de Franstalige flexibiliteit!
Frédéric De Gucht ziet de Brusselse onderhandelingen afspringen en de federale doodbloeden. ‘Ze lijken een ander verkiezingsresultaat te willen.’