‘Weer onder de banier van Marx’
Tot op vandaag zorgt ze voor heibel, de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD), die precies 100 jaar geleden werd opgericht.
KPD – Duitse arbeiders
foto © KPD
Ooit was de Duitse arbeidersbeweging de sterkste van Europa. Maar door de Eerste Wereldoorlog raakte de eenheid verscheurd.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTijdens en door de oorlog was ze verscheurd geraakt, de Duitse arbeidersbeweging, voorheen de sterkste en best georganiseerde op het Europese continent. De oorlogskredieten in 1914 goedkeuren? Na de capitulatie van 1918 regeringsverantwoordelijkheid opnemen? Het waren allemaal kwesties die de eenheid binnen de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) zouden ondergraven.
Splitsing
Hij zou de geschiedenis ingaan als een dag met verregaande gevolgen, die 4de augustus 1914, toen de SPD in de Reichstag de oorlogskredieten goedkeurde. Dat deed de partij van de ‘vaterlandslose Gesellen’ met een zwaar hart. De sociaaldemocraten gingen mee met het door keizer en kanselier opgehangen verhaal dat Duitsland een defensieve oorlog voerde, op de eerste plaats tegen het tsaristische Rusland als reactionaire, despotische macht. De SPD gaf de volgende verklaring uit: ‘(…) Für unser Volk und seine freiheitliche Zukunft steht bei einem Sieg des russischen Despotismus viel, wenn nicht alles auf dem Spiel.’ Toen de oorlog echter langer bleek te duren dan verwacht en alsmaar meer offers vergde, groeide de weerstand ertegen binnen de SPD. Onder leiding van Hugo Haase stemden nog 17 andere parlementsleden van de SPD op 21 december 1915 tegen nieuwe oorlogskredieten. Samen met Georg Ledebour richtte Haase in 2016 de Sozialdemokratische Arbeitsgemeinschaft op waaruit een jaar later de Unabhängige Sozialdemokratische Partei Deutschlands (USPD) voortkwam. Rosa Luxemburg, de revolutionaire van Pools-joodse oorsprong die nog radicalere sociaaldemocraten rond zich had geschaard – de Spartakusbund -, koesterde voorbehoud jegens de splitsing van de arbeidersbeweging, maar sloot zich noodgedwongen toch aan bij de USPD.
Revolutionaire traditie
Op 11 november 1918 ondertekende een Duitse delegatie (waaronder Matthias Erzberger) in Compiègne het wapenstilstandsakkoord met de Geallieerden. Twee dagen daarvoor had Philipp Scheidemann (SPD) de republiek uitgeroepen en was Friedrich Ebert (SPD) tot rijkskanselier aangesteld. De SPD moest het staatsschip nu door woelige wateren sturen en orde op zaken stellen. Uit ontevredenheid met de antirevolutionaire koers van de SPD als regeringspartij – en met het antwoord van de USPD daarop -, besloten Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht en de andere leden van de Spartakusbund een eigen partij op te richten, de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD). De stichting ervan vond plaats in de Festsaal van de Preußischer Landtag in Berlijn op 30 december 1918, precies honderd jaar geleden. ‘Wir sind wieder bei Marx, unter seinem Banner’: met die uitspraak onderlijnde Luxemburg de ambities van de kersverse partij om de revolutionaire traditie van de arbeidersbeweging in ere te houden.
Geen links blok
Met de Oktoberrevolutie in Rusland voor ogen was het de vraag hoe de partij zich zou opstellen tegenover het parlementaire systeem van de jonge ‘Weimarer Republik’ (zoals Duitsland staatkundig van 1919 tot 1933 werd genoemd). Na de moord op Luxemburg en Liebknecht door extreemrechtse militairen op 15 januari 1919 en de uitsluiting van voorzitter Paul Levi uit de partij in mei 1921 geraakte de KPD meer en meer in bolsjewistisch vaarwater. De partij was lid van de Communistische Internationale (Komintern) die vanuit Moskou werd aangestuurd. Meer en meer legde ze, en zeker na het aantreden van Ernst Thälmann als voorzitter in 1925, haar oor te luisteren bij Sovjetleider Stalin. Dat bracht met zich mee dat ze in de SPD als staatsdragende – en dus systeembevestigende – partij haar ‘sociaalfascistische’ hoofdvijand zag. Ze onderkende niet het eigenlijke gevaar dat uitging van de NSDAP, de nazipartij. Die wist haar stemmenaantal van 2,6 procent in 1928 tot 18,3 procent in 1930 spectaculair te verhogen en bij de Rijksdagverkiezingen van 31 juli 1932 zelfs tot 37,2 procent , waarna bij de verkiezingen op 6 november 1932 een daling tot 33,1 procent volgde. De KPD was sinds de toetreding van de linkervleugel van de USPD in 1920 zelf een massapartij geworden en haalde bij deze laatste verkiezingen 16,9 procent van de stemmen binnen. Als de partij van – overwegend – werklozen beschikte ze echter over weinig greep op maatschappelijke hefbomen, zoals de vakbonden. Bovendien had ze door het verwijt van ‘Sozialfaschismus’ aan het adres van de SPD elke kans verknoeid om samen met de sociaaldemocraten een links blok te vormen tegen de alsmaar sterker wordende partij van Adolf Hitler. Deze liet na zijn ‘Machtergreifung’ op 30 januari 1933 communisten en sociaaldemocraten bloedig vervolgen. In ballingschap beproefden de twee arbeiderspartijen samen met links-liberale krachten de tactiek van een ‘Volksfront’ tegen de nazidictatuur. De massale ‘zuiveringen’ in Moskou die Stalin tussen 1936 en 1938 doorvoerde, en waarvan zelfs voor de nazi’s gevluchte Duitse communisten zoals Hermann Remmele het slachtoffer werden, en het Niet-Aanvalspact tussen de Sovjetunie en Nazi-Duitsland in augustus 1939 zetten de idee van het Volksfront weer op losse schroeven.
Gedwongen vereniging
Op de dag dat Hitler in het aangezicht van zijn totale nederlaag zelfmoord pleegde in de bunker van de Reichskanzlei – 30 april 1945 –, landde enkele tientallen kilometers ten oosten van Berlijn een Russisch vliegtuig met Duitse communisten aan boord. De ‘Ulbricht-Gruppe’ – zo genoemd naar Walter Ulbricht, de latere leider van de DDR – had van Moskou de opdracht meegekregen de KPD herop te richten en mee te werken aan de opbouw van een ‘antifaschistisches Deutschland’. De Sovjets vreesden dat bij alsnog vrije verkiezingen in de hen toegewezen Sowjetische Besatzungszone (SBZ, vanaf 1949 de DDR) de KPD zou overvleugeld worden door de (eveneens weer toegelaten) SPD en drongen daarom aan op de vereniging van de twee arbeiderspartijen tot Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED). De SED zou na haar oprichting op 21/22 april 1946 de ‘führende Partei’ (de leidende partij) in eerst de SBZ en vervolgens de DDR werden. De machthebbers van de SBZ/DDR hebben dat besluit altijd verdedigd onder verwijzing naar de verdeeldheid van de arbeidersklasse voor 1933 – de strijd tussen SPD en KPD – en met het argument dat een herhaling van het ‘fascisme’ moest verhinderd worden. Vandaag beschouwen historici het samengaan van KPD en SPD tot SED als een ‘Zwangsvereinigung’ (‘gedwongen vereniging’) die tot doel had de communisten aan de macht te helpen en de sociaaldemocratische concurrent uit te schakelen.
Doorn in het oog
Aan de feitelijke alleenheerschappij van de SED (in feite de oude KPD in een nieuw kleedje) kwam een einde met de val van de Muur op 9 november 1989. In het kader van de omwentelingen in de DDR gaf de SED haar machtsmonopolie op en doopte ze zichzelf om in ‘Partei des Demokratischen Sozialismus’ (PDS). De eerste vrije verkiezingen in de DDR op 18 maart 1990 effenden het pad voor de Duitse eenmaking een dik half jaar later. In de deelstaten die op het grondgebied van de voormalige DDR werden heropgericht, bleef de PDS altijd goed scoren met vaak rond de 20 procent. Ze sprak als protestpartij vooral mensen aan die niet mee konden met de kapitalistische pletwals die vanuit West-Duitsland was komen aanrollen. In 2007 fusioneerde de PDS met een West-Duitse linkse beweging tot Die Linke. Bij de Bondsdagverkiezingen van september 2017 behaalde Die Linke 9,2 procent. In sommige Oost-Duitse deelstaten, zoals Thüringen en Brandenburg, zit ze mee aan het regeringsstuur. In haar ‘Erfurter Programm’ van oktober 2011 bekent de partij zich nog altijd tot haar herkomst uit de communistische beweging bij een gelijktijdig afzweren van het stalinisme. Toch is haar bestaan vele Duitse conservatieve of centrumrechtse politici nog altijd een doorn in het oog. De partij komt immers voort uit de SED en vele van haar mandatarissen zouden zich niet voldoende distantiëren van het DDR-verleden. De CDU, de partij van de Duitse christendemocraten, is er verbolgen over dat de fractie van Die Linke in het deelstaatparlement van Berlijn op 7 januari 2019 een herdenking van de 100ste stichtingsverjaardag van de KPD plant en dan nog wel op dezelfde plaats als waar zich de stichting een eeuw geleden voltrok. Hoewel Die Linke in de uitnodiging voor de activiteit aankondigde te willen discuteren over de bewogen geschiedenis van de KPD, sprak de CDU schande over deze ‘Jubelfeier der Linken’ (‘jubelfeest’) als belediging voor de slachtoffers van het SED-regime, en drong ze er bij de voorzitter van het deelstaatparlement tevergeefs op aan deze ‘geschichtslose Huldigung’ te verbieden.
Verbod
Tot slot valt er nog op te merken dat de KPD na de Tweede Wereldoorlog ook in West-Duitsland werd heropgericht. Op 17 augustus 1956 volgde een verbod van de partij door het Grondwettelijk Hof van de Bondsrepubliek Duitsland omdat ze met haar extreme uitspraken ‘verfassungswidrig’ zou zijn, tegen de grondwet zou indruisen. In de ogen van Die Linke geldt dat verbod als ‘ein untilgbarer Schandfleck in der politischen und Rechtsgeschichte der Bundesrepublik’ (‘een onuitwisbare schandvlek in de politieke en rechtsgeschiedenis van de Bondsrepubliek’).
Tags |
---|
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.