JavaScript is required for this website to work.
post

Onderwijs kan wonderen doen, maar is geen mirakeloplossing

Pieter Bauwens20/1/2015Leestijd 3 minuten

‘Tonen dat je jezelf niet mag opsluiten in die overtuiging is beter dan een neutraal vak waarin de verschillende religieuze opties geduid worden.’

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na de aanslagen in Parijs is radicalisering het maatschappelijke probleem dat aangepakt moet worden. Dan kun je er gif op innemen dat iedereen naar het onderwijs kijkt.

Onderwijzers moeten wonderwijzers zijn, maar er zijn opiniemakers die ons zien als tovenaars die elk maatschappelijk probleem kunnen aanpakken en oplossen: onverdraagzaamheid tegenover holebi’s, onverantwoord gedrag in het verkeer, ongezonde eetpatronen… Geen maatschappelijk probleem of ‘het onderwijs’ zal dat ‘bespreekbaar maken’, lees: oplossen. De maatschappij wast haar handen in onschuld.

Ja, er is radicalisering bij jongeren. Zelf ooit jong geweest? Ik was behoorlijk radicaal. Twijfel kende ik niet, ik had een hekel aan twijfelaars. Alles was helder, klaar en duidelijk. Ik herken dat bij leerlingen en daag hen uit om hun onwankelbare zekerheden in vraag te stellen. Zoals leerkrachten dat bij mij deden, net zoals mijn ouders en vrienden. De scherpe lijn tussen zwart en wit werd een brede grijze zone.

Het is een (zéér) grote stap van radicaal zijn naar de wapens opnemen. Waarom doet de ene dat en de andere niet? Dat is de vraag. Er is geen eenduidig antwoord, omdat er geen eenduidige reden is.

Ik geef rooms-katholieke godsdienst in het VTI van Dendermonde, aan leerlingen in het zesde en zevende jaar bso en tso. In mijn klassen zitten enkele nieuwe Vlamingen, onder wie sommige met een moslimachtergrond, maar voornamelijk radicaliserende ‘autochtonen’. Mijn werk heeft meer te maken met het indammen van racisme en anti-islamsentiment dan met het indijken van moslimradicalisme.

Hoe dan ook maak ik met twee uur per week niet hét verschil, maar hopelijk wel een verschil. Ik probeer de leerlingen uit de dagen en hen te confronteren met een christelijke spiritualiteit – begrepen als een manier waarop je in het leven staat.

Omdat de terreur door de daders religieus gemotiveerd wordt, staat het levensbeschouwelijke onderwijs opnieuw centraal in de discussie. Het vak omvormen tot LEF – een neutraal levensbeschouwelijk vak – is niet de mirakeloplossing, ook al geloven sommigen daar heel sterk in. Spreken vanuit een overtuiging is en blijft krachtiger. Tonen dat je jezelf niet mag opsluiten in die overtuiging is beter dan een neutraal vak waarin de verschillende religieuze opties geduid worden.

Leerlingen komen niet als een onbeschreven blad naar school. Ze krijgen een startpakket van waarden en normen mee van thuis. Mijn leerlingen krijgen heel wat uren ‘praktijk’. Wat de leerkracht tussendoor zegt over maatschappelijke thema’s zou wel eens meer impact kunnen hebben dan wat die godsdienstleerkracht zegt. De stagebegeleider waar ze een dag per week mee optrekken en waarnaar ze vaak opkijken omwille van zijn stielkennis, kan een grote invloed hebben. De leerlingen worden gesocialiseerd in een beroepsgroep en nemen normen en waarden over. Daarnaast willen jongeren zich conformeren aan de opvattingen van leeftijdsgenoten, nemen ze een voorbeeld aan het gedrag van de beroepsgroep waartoe ze binnenkort zullen behoren en bouwen ze verder op hun opvoeding. Het onderwijs is een medespeler, het levensbeschouwelijke onderwijs een bescheiden onderdeel.

In alle levensbeschouwelijke vakken wordt in elk jaar aandacht besteed aan ‘interlevensbeschouwelijke competenties’, met de bedoeling de dialoog en de samenwerking tussen levensbeschouwingen te stimuleren. Alle inspecties van alle erkende godsdiensten ondersteunen dat. Een belangrijk signaal. Als maatschappij moeten we investeren in goede leerkrachten, ook voor levensbeschouwelijke vakken. Ik ben dan ook een voorstander van een Vlaamse opleiding tot islamleerkracht. Zoals ik ook voorstander blijf van het vak godsdienst.

Onderwijs kan wonderen doen, maar het is geen mirakeloplossing. Het is een medespeler. Elke speler kan het verschil maken in een team, maar komt pas echt tot zijn recht als het hele team zich inzet. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen. In opvoeding is er een principe dat alle modes overleeft: het goede voorbeeld geven. Het (levensbeschouwelijke) onderwijs zal zijn verantwoordelijkheid opnemen. Nu u nog.

 

Deze opinie verscheen in De Morgen van 16 januari 2015.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties