Onderzoekscommissie aanslagen doet aan #soumission
Parlement bevestigt: terrorisme wérkt
Soms weet Peter De Roover het ook niet meer. Maar het Rapport ziet er ‘in zijn geheel’ te verdedigen uit.
foto © Reporters
De onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart heeft conclusies klaar. Lezers met een zwakke tikker moeten hier stoppen met lezen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen samenleving die getroffen wordt door een terroristische aanslag blijft achter met een wezenloos gevoel. Het lijkt alsof al de slachtoffers voor niets gestorven zijn. We kunnen alleen maar proberen om lessen te trekken uit wat gebeurd is. En dus richten we parlementaire onderzoekscommissies op. Wat de vraag oproept: welke lessen trekt de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart?
Praktijktests
90. In overeenstemming met de elementen die zijn aangehaald met betrekking tot de in de punten #82 tot #90 vermelde vaststellingen en aanbevelingen, beveelt de onderzoekscommissie aan dat wordt voorzien in de vereiste wettelijke en organisatorische voorwaarden om “praktijktests” kunnen te houden, waarmee het eventuele bestaan van discriminatie op de arbeidsmarkt in België kan worden geobjectiveerd.
U leest het goed: praktijktests. Terroristen doen spijkerbommen afgaan in onze luchthaven en onze volksvertegenwoordigers counteren met een heksenjacht tegen werkgevers. Nog los van de hele discussie over het nut en het effect van dit instrument: het is ronduit obsceen dat praktijktests opduiken in een rapport over terroristische aanslagen. Zo suggereren onze parlementsleden een verband tussen ‘discriminatie’ en terreur. Alsof het aan de werkgevers is om de volgende aanslag te voorkomen.
Wat deze passage trouwens extra pijnlijk maakt: ‘het eventuele bestaan van discriminatie op de arbeidsmarkt’. Je voelt meteen aan dat de centrumrechtse partijen heel erg hebben aangedrongen op die ‘eventueel’. Wat zullen de parlementsleden van N-VA en Open VLD trots zijn, dat ze met dat ene woordje de werkgevers een stigma hebben bespaard! Maar ondertussen wel de deur openzetten voor praktijktest-pesterijen.
Moskeeën erkennen
141. De onderzoekscommissie beveelt bijgevolg aan dat alle betrokken overheden samenwerken om zoveel mogelijk moskeeën te erkennen, met name door het bindende samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008 uit te diepen.
Het ziet er dus stilaan naar uit dat de 35 slachtoffers van 22 maart toch niet voor niets gestorven zijn. Ze zijn blijkbaar gestorven voor praktijktests en meer moskee-erkenningen. Het subsidiëren van ‘zoveel mogelijk’ moskeeën zou voor geen enkele overheid een doelstelling mogen zijn. Als er al moskeeën erkend en gesubsidieerd moeten worden, dan moet dit afhankelijk zijn van een streng voorafgaand onderzoek. Hoe streng kan die procedure zijn, als de overheid zich al voorneemt om ‘zoveel mogelijk’ moskeeën te erkennen?
Moslimexecutieve
153. De onderzoekscommissie beveelt aan dat de middelen die aan het EMB worden toegewezen worden opgetrokken en dat ze afgestemd worden op de huidige realiteit van de moslimeredienst, op de taken die het EMB toekomen en op het belang van die taken (hetgeen ook de preventie van radicalisme/gewelddadig radicalisme behelst).
Er zal dan toch iemand iets verdienen aan deze hele tragedie. Het Executief voor de Moslims van België (EMB) is een chaotische club, waar ook enkele reactionaire figuren in zetelen. Sommige leden spreken Nederlands noch Frans: alleen Arabisch. De Moslimexecutieve heeft zich nog maar zelden laten betrappen op een nuttige bijdrage tot het publieke debat. Maar daar komt weldra misschien verandering in, nu deze mensen zich mogen verwachten aan een extra zak geld.
U moet nu natuurlijk niet denken dat de (centrum)rechtse mede-auteurs deze passage zomaar hebben laten passeren. Allerminst! In een eerdere versie van ditzelfde rapport stond immers te lezen dat de middelen voor de Moslimexecutieve ‘fors’ opgetrokken moesten worden. Bovendien werd aanvankelijk enkel gevraagd om in ruil te strijden tegen het gewelddadig radicalisme – en dus niet tegen het geweldloze radicalisme. Dat hebben de rechtse rakkers in de onderzoekscommissie toch maar mooi bijgestuurd! Ze maken het grote verschil.
(Vergeef steller dezes zijn cynisme, maar het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie bevat wraakroepende passages. Een mens vraagt zich af waar al deze onzin vandaan komt?)
‘Radicalisme dat beweert gerelateerd te zijn aan de islam’
95. Als gevolg van de redenen die de oprichting van de onderzoekscommissie hebben gerechtvaardigd (aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel) is de aandacht van de commissie voornamelijk uitgegaan naar het (gewelddadig) radicalisme dat beweert gerelateerd te zijn aan de islam. De onderzoekscommissie wijst er evenwel op dat die focus geenszins mag doen denken dat zij het islamitisch terrorisme, net als het islamgerelateerd radicalisme, beschouwt als de enige vormen of uitingen van het radicalisme/gewelddadig radicalisme.
Kijk, deze passage vat het goed samen. Je proeft zo de pudeur van onze parlementsleden: hun angst. Het moet absoluut duidelijk zijn dat onze politici de islam niets kwalijk nemen. Dat de band tussen islam en geweld niets meer is dan een holle claim. Dat er toch nog veel andere religies en overtuigingen zijn die nietsvermoedende pendelaars komen opblazen in hun Brusselse tramstel.
Politiek journalist Ivan De Vadder schreef op twitter: ‘Stockholmsyndroom bij leden onderzoekscommissie: @peterderoover1 @LOnkelinx bijna op 1 lijn’. En zo is het. Zelfs N-VA’ers fluiten hier vrolijk mee met de PS. Om toch maar een consensustekst te kunnen afleveren, slikt N-VA zelfs de grootste bagger. Wellicht hebben sommige Vlaams-Nationalisten zichzelf ondertussen wijsgemaakt dat dit ‘als geheel verdedigbaar’ is. De internalisering van de islamisering.
Ruimte voor dialoog en debat
86. De onderzoekscommissie beveelt in het licht van de vaststelling onder punt #85 aan dat een transversale en prioritaire doelstelling van het overheidsoptreden in het algemeen, moet bestaan in het stimuleren en ondersteunen van de initiatieven die uitgaan van het middenveld en die erop gericht zijn de sociale en culturele mix en diversiteit te bevorderen, alsook ruimte voor dialoog en debat te creëren in alle domeinen waarin ze mogelijk zijn.
Het is bijna zonde dat Khalid El Bakraoui, Ibrahim El Bakraoui en Najim Laachraoui zichzelf opgeblazen hebben, want zij zouden het rapport van deze parlementaire onderzoekscommissie nog graag gelezen hebben. In dat document kan je tussen elke lijn lezen dat wij zwakkelingen zijn. De islamisten hebben ons geconfronteerd met oorlogsgeweld – en onze gekozen afgevaardigden hebben geantwoord met vrome wensen. De terroristen zijn roofdieren: wij pronken als prooi.
Als lezer blijf je achter met deze gedachte: terrorisme werkt. Het loont om nietsvermoedende vliegtuigreizigers de dood in te jagen. De aanslagen van 22 maart zetten onze bewindslieden aan tot soumission. Er wordt in ons gezicht gespuwd en wij tonen onze andere wang – klaar om de volgende mep te ontvangen.
Poging om positief af te ronden. Dit rapport is een kostbaar tijdsdocument. Het illustreert weergaloos de tijd en de samenleving waarin wij leven. Het tekent ook de machtsverhoudingen: de voor de hand liggende fusie van de Brusselse politiezones haalt het eindrapport niet, praktijktests en meer geld voor moslims worden expliciet opgenomen als doelstellingen voor alle overheden in dit land.
Als historici zich ooit afvragen waarom de islamistische aanslagen niet zijn opgehouden na 2017, dan hoeven ze later alleen dit eindrapport te lezen.
Categorieën |
---|
Klaas Cobbaut (1979) is ambtenaar. Hij heeft weleens gehoord dat zijn thuisstad Aalst niet de mooiste plek ter wereld is, maar dat doet hij af als laster van jaloerse kwatongen. Vanuit zijn ajuinenstad overschouwt hij lokale en vaderlandse politiek.
De cultuuroorlog tegen vermeend racisme eist een nieuw slachtoffer. En deze keer is het niet eens een karikatuur die voor de bijl moet.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.