JavaScript is required for this website to work.
post

De open ogen van Remco Campert

Pure poëzie als protest

Guido Lauwaert20/2/2018Leestijd 3 minuten
Remco Campert

Remco Campert

foto © Reporters

Haast negentig jaar en Remco Campert blijft dichten. Onlangs verscheen zijn naar schatting 50ste dichtbundel, Open ogen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De laatste van ‘De Vijftigers’, Remco Campert. Waar die benaming voor staat is voor velen een raadsel. Dat ze te rade gaan bij nonkel Google en tante Wikipedia, twee dieven, plunderaars die leven van andermans kennis en werk. Het is tevens de schuld van het onderwijs dat poëzie behandelt als was het quantité négligeable. Terwijl uit dat literair genre alle andere voortgekomen zijn en het de samensmelting is van hart en ziel.

Sleutel

Maar goed, Remco [Wouter] Campert werd in 1929 in Den Haag geboren. Een woelige, zwervende jeugd, zeg dat wel, om uiteindelijk een huis en een familie te vinden in Amsterdam. Let wel, het huis en de familie zijn niet wat men er van verwacht. Voor Campert is de familie De Vijftigers en het huis De Bezige Bij, de bekendste en beruchtste uitgeverij van de Nederlandse hoofdstad. Wat weinigen weten – met de publicatie van deze bespreking een paar meer – is dat Campert tot de overname door het uitgeversconcern WPG, een sleutel had in de Van Miereveldstraat 1. Hij kon er overdag werken en ‘s nachts slapen. Het was ook het schuiloord van alle Vijftigers. Wat Campert in zijn jeugd heeft gemist, vond hij bij de coöperatieve die De Bezige Bij is geweest tot de overname door WPG.

Zeurpoëzie of niet?

Om terug te komen op de nieuwe dichtbundel. Open ogen werd door de critici niet zo goed bevonden. Een dichtbundel te veel. M.a.w. zeurpoëzie van een oude man. De mening van poëziebarbaren. Ze mogen wel dan wel kenners zijn, daarom zijn ze de poëzie niet welgezind. Of het zou die van henzelf moeten zijn. De bundel is een sterke bundel en zeer actueel. Hoe kan je vrolijke gedichten schrijven, maatschappelijk relevant – naast de liefde, de vriendschap en jazz een al even belangrijke focus van Campert – als de wereld om jou en verder gelegen haast verzuipt in oorlog en ellende?

Kwetsbaar

De bundel Open ogen moet ook bekeken worden in het licht van wie Remco Campert is. Een teder man, bijzonder kwetsbaar, melancholisch zonder tranen, met meer dood dan leven om én voor zich. De critici zouden moeten schrijven ‘Ik zou zulke pure gedichten willen schrijven op 89-jarige leeftijd.’ Geen enkel gedicht heeft last van schimmel en rimpel. Zuivere bekentenispoëzie. Sommige gedichten zijn verraderlijk. Ze beginnen met een prozaïsch gedeelte, om heel poëtisch te worden in het tweede. Het titelgedicht [blz. 34] is tekenend hiervoor. Zoals gezegd twee delen, 6 versregels proza en drie regels poëzie.

Open ogen

Soms die gezichten van Syrische vluchtelingen
waardoor Orban van Hongarije
zijn grenzen gesloten houdt
hij laat zelfs op ze schieten
ik geloof mijn ogen niet
hoewel ik ze wijdopen sper
’s nachts nog voor ik droom
trekken ze voorbij
en kijken mij vragend aan

Wat een slag in het gezicht van de lezer, het tweede blokje. Zuivere poëzie! Een aanzet om dan plots toe te slaan. Wat tevens opvalt is de vernedering van de Hongaarse politicus. Die uit zich door hem een koninklijke status te geven.‘Orban van Hongarije’. Spot en walg zit in de vernedering. Schitterend gevonden van Remco.
Wat de poëzie van Campert ook zo puur maakt is het ontbreken van leestekens. In het weglaten van ornamenten was hij al sterk, maar in deze bundel bereikt de eenvoud een heldere hemel. Wat rest is de wil om tussen het schrijven en het lezen een neutrale zone te scheppen, zodat de lezer geen wordingsproces van het gedicht meer ziet, enkel een gedachte… waar hij zelf mee aan de haal kan om tot een eigen

Poëtisch rechter

Met Open ogen blijft Campert de man die hij altijd geweest is: een poëtisch rechter. De wijze waarop hij dat doet typeert Campert ten voeten uit. Iemand die moeite heeft zijn gevoelens te uiten; het slechts kan doen met een pijnstiller. Geen medische maar een literaire. Wie het nog niet zag, ziet het nu wel: Campert is een levenslange vluchteling, al vond hij in Amsterdam, bij De Bezige Bij en De Vijftigers, orde in zijn chaos, rust in zijn beide veroorzaakt door een beschadigde jeugd. Het slotgedicht van Open ogen is op dat gebied een vaststelling van wat komt door dat wat was. Een afscheid, een vaarwel? Laat ons hopen van niet!
Oordeel zelf, en kopen die bundel. Hij zal nog van pas komen, als een quote of een vers gezocht wordt voor de eigen rouwadvertentie en/of de rouwprent.
Remco… ik ben blij dat ik je ken… ik ben blij met elk gedicht van jou.

Geboorte van de dood

Ik nader mijn dood
die stram op me wacht
mijn hele leven al aanwezig
geboorte en dood
innig samengeklonken
ik laat achter wat ik liefhad
ik laat achter wat mij zorgen baarde
ik sta op in de dood
een vrije mens
die zich thuis voelt in tijdloosheid

Remco Campert

OPEN OGEN – Remco Campert,gedichten
De Bezige Bij – Amsterdam – 2018
ISBN 9789023462835 – 48 blz. – 17.99 euro

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties