Proces Catalonië: staking, spanning en surrealisme
Catalaanse politieke gevangenen tijdens het proces in Madrid. Op de eerste rij: oud-ministers Joaquim Forn, Raul Romeva en Oriol Junqueras.
foto © Reporters
De tweede week van het proces tegen de twaalf Catalanen. Hen wordt rebellie, ofwel gewelddadige opstand, verweten. In Catalonië werd gestaakt en geprotesteerd tegen de politieke processen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGisteren zat de tweede week ondervragingen erop in het proces tegen de twaalf Catalaanse politieke en sociale leiders in het Hooggerechtshof in Madrid. In Catalonië liep de spanning opnieuw hoog op met talloze wegblokkades terwijl in de vier Catalaanse provinciehoofdsteden betogingen volgden. Ondanks de oproep van Catalaans minister-president Quim Torra om de staking te volgen en de regio plat te leggen, traden zijn Catalaanse politiediensten opnieuw hard op tegen betogers.
Matige navolging van staking
De algemene staking werd aangevraagd door de Catalaanse vakbond CSC-Intersindical, het kleine broertje van de twee grote vakbonden UGT en Comisiones Obreras (CCOO). UGT en CCOO zijn de twee grote nationale vakbonden in Spanje en gaven geen gevolg aan de stakingsoproep van CSC, die meer sociale rechten, de intrekking van de PP’s arbeidswet en een einde aan de politieke vervolging in Catalonië eist.
De staking kreeg het grootste gevolg in de openbare sector, vooral aan de universiteiten en het onderwijs. In de private sector was de impact miniem. De indepes toonden hun kracht opnieuw aan waar deze het grootst is: op straat. De Comités ter Verdediging van de Republiek (CDR) blokkeerden tientallen snelwegen, treinsporen werden geblokkeerd door manifestanten en zo’n 200.000 betogers kwamen op straat in de Catalaanse provinciehoofdsteden.
Retoriek en praktijk
Catalaans minister-president Torra (PDeCAT) moedigde opnieuw vurig aan het land plat te leggen en de staking gevolg te geven. Tezelfdertijd rukte de Catalaanse politie en oproereenheden massaal uit om de weg- en spoorblokkades desnoods met knuppels uit elkaar te slaan. Het is een illustratie van de kloof die al een tijd gaapt tussen de opzwepende retoriek van Quim Torra en het dagelijkse beleid van zijn regering, die zich nauwgezet aan de Spaanse wet houdt en geen enkele misstap wil zetten.
Schertsvertoning in Madrid
Het surrealisme was niet alleen in de Catalaanse straten te zien. Ook in het Spaans Hooggerechtshof in Madrid scheerde het hoge toppen. Deze week, van dinsdag tot donderdag, werden opnieuw zes Catalanen verhoord. Eén van de scherpste interventies kwam zonder twijfel van Jordi Turull (PDeCAT). De Catalaanse liberaal, oud-minister en woordvoerder van de regering Puigdemont, stelde aan de kaak dat het Spaans gerecht werkt met twee maten en gewichten. Zo klaagde hij aan dat hij, ‘voor het ongehoorzamen van één enkele beschikking van het Grondwettelijk Hof al een volledig jaar in voorhechtenis zit. Dat terwijl de Spaanse regering, tussen 2012 en 2017, 25 vonnissen van het Grondwettelijk Hof in het voordeel van Catalonië naast zich neerlegde, zonder één enkele sanctie.’
Raül Romeva (ERC), voormalig Catalaans minister van Buitenlandse Zaken en oud-Europarlementslid voor de Groenen, verklaarde een politieke gevangene te zijn en beriep zich op de ‘democratische principes’ en internationale rechtsbepalingen zoals het recht op zelfbeschikking, wat in lijn lag met de verdediging van zijn voorzitter en oud-vicepremier Oriol Junqueras (ERC).
12 beschuldigden, 1 Judas
De valse noot werd gegeven door Santi Vila, oud-Economieminister onder Puigdemont. Die verliet de regering net voor de onfortuinlijke onafhankelijkheidsverklaring en probeert sindsdien afstand te nemen van de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen en -beweging. Dat werd in dank afgenomen door het gerecht, dat toeliet hem op borg vrij te laten. Ter verdediging sloeg hij donderdagochtend een mea culpa, waarin hij toegaf dat de Catalaanse regering ‘met meer verantwoordelijkheid had kunnen handelen’. Hij ontkrachtte het referendum als een eenvoudige ‘mobilisatie’. In het onafhankelijkheidskamp wordt hij dan ook versleten voor ‘Judas, verrader, rat’ en meer fraais.
Magere bewijsvoering
De Openbare aanklager, Fidel Cadena, bewees al enkele keren niet geschikt te zijn voor de baan. Een moment van plaatsvervangende schaamte was toen Cadena een e-mail als bewijsstuk opvoerde tegen oud-ANC-voorzitter Jordi Sànchez, waarbij hij Sànchez beschuldigde straten met tractoren te willen afzetten tijdens het referendum. Het bewijsstuk bij uitstek was een e-mail van ene ‘Xavi Strubell’ naar het ANC-adres van Jordi Sànchez. Daarbij stelde die Xavi het idee met de tractoren voor.
Sànchez zei geen weet te hebben van de e-mail. De e-mails van ANC zijn niet alleen publiek op de website beschikbaar — waardoor eender wie berichten kan sturen — Jordi Sànchez gebruikte als voorzitter ook nog eens een ander adres. Toen Sànchez vroeg of de procureur ook kon aangeven of de e-mail een gelezen status had of door hem werd beantwoord, volgde een pijnlijke stilte, afgesloten met een ‘Geen verdere vragen meer, edelachtbare.’ Sànchez richtte zich dan naar de voorzitter van de rechtbank, Manuel Marchena, en vroeg die of die soms ook weet had van de Whatsapp-berichten die PP-fractievoorzitter Ignacio Cosidó over hem stuurde (red: daarin pochte Cosidó over het binnenhalen van conservatieve rechters in onderhandelingen met de PSOE over het verdelen van topbenoemingen in het gerecht. Ook Manuel Marchena werd daarin vernoemd). De voorzitter ging zonder commentaar over naar het volgende onderwerp.
https://twitter.com/Foreign_Cat/status/1098642710238560256
Tweetproces
Buiten het aanklagen van talloze tweets en retweets, veelal gewoon oproepen tot vreedzaam betogen, had de beschuldiging weinig bij te dragen. De beschuldiging tegen Sànchez en Jordi Cuixart (Òmnium Cultural) wordt volledig gebouwd op het voorval met de drie patrouillewagens van de Guardia Civil. Op 20 september 2017 was de Guardia Civil, vroeg op de ochtend, een dozijn Catalaanse ministeries binnengevallen voor huiszoekingen. Alle ministeries konden rekenen op spontane protesten voor de deur, maar de meerderheid betogers trok vooral naar het Economieministerie, toen geleid door Oriol Junqueras. De betogers namen ook ANC en Òmnium Cultural in snelheid, aangezien deze zich pas later in de ochtend aansloten bij de betogingen. ANC nam de verantwoordelijk op van de betoging voor het Economieministerie en communiceerde die aan het ministerie van Binnenlandse Zaken om 10.23 uur.
Die notificatie is nodig om in Spanje te vermijden dat de beruchte ‘Muilbandwet’ (Ley mordaza) wordt toegepast op demonstranten, die zich blootstellen aan een soort politionele GAS-boetes die tot 600.000 euro kunnen oplopen. Terwijl de betoging de hele dag vreedzaam verliep, liet de Guardia Civil om onverklaarbare redenen drie patrouillewagens achter voor de deuren van het Economieministerie, mét wapens aan boord. Hoewel de wagens in het oog werden gehouden door Mossos (Catalaanse politie) in burger, konden deze niet vermijden dat de wagens vol klevers en blutsen eindigden. Zowel Jordi Sànchez als Jordi Cuixart wordt daar nu voor verantwoordelijk gehouden. Dit losstaand feit, waar beiden geen zaak mee hadden, wordt nu als hoofdbewijs opgevoerd voor rebellie, gedefinieerd als ‘gewelddadige opstand’. Samen met de beschuldiging van opruiing, kan dat voor beiden 25 jaar achter tralies betekenen.
Tags |
---|
Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.
Spanje krijgt Carles Puigdemont maar niet te pakken. Ondertussen maakt het zich ‘belachelijk’ aldus een triomfantelijke Puigdemont.
Frédéric De Gucht ziet de Brusselse onderhandelingen afspringen en de federale doodbloeden. ‘Ze lijken een ander verkiezingsresultaat te willen.’