JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Punt gemaakt, ga nu verder.

Sam van Rooy mag zijn tijd niet verprutsen met prediken in de woestijn

Eddy Daniels13/10/2019Leestijd 6 minuten
Sam van Rooy tijdens zijn vraagstelling in het Vlaams parlement.

Sam van Rooy tijdens zijn vraagstelling in het Vlaams parlement.

foto © Vlaams Parlement tv

De interventie van Sam van Rooy over het islamonderwijs was juist maar voorspelbaar. Hij kan de poco’s beter jennen met concrete dossiers.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het eerste optreden van Sam van Rooy in het Vlaams Parlement (10/10) lag in de lijn van de verwachtingen: hij wees op de groei van het islamitisch onderwijs in onze scholen met nu al achthonderd islamleraren en de helft van de leerlingen in het Antwerps stedelijk onderwijs. Zijn feiten waren correct, maar zijn vraag was naast de kwestie want hij wilde weten wat minister Ben Weyts daarvan vond. Niets natuurlijk, want wat kan een minister nu vinden van een sociologisch feit? Hij moet ermee leven en ermee leren omgaan.

Weyts legde daarom omstandig uit wat van Rooy natuurlijk weet, dat onze wetten nu eenmaal godsdienstvrijheid garanderen. Hij brak daarbij een lans voor meer inspectie en controle om te verzekeren dat die niet misbruikt wordt voor propaganda tegen de mensenrechten en onze grondrechten. Wat een oorbaar voornemen is. Van Rooy raadde hem daarop de lectuur van de Koran aan en citeerde surah 8:12 die zegt dat Allah terreur zal zaaien in de harten van de ongelovigen en dat de gelovigen hen (ons) het hoofd moeten afslaan (‘in de nek slaan’ in de Kramers vertaling). Hij voegde er bij dat er in dat boek 23 varianten staan op dat thema.

‘Verpletter de kinderen tegen de rots’

Weer had Sam van Rooy gelijk en weer was hij naast de kwestie. Ik citeer even Psalm 137:8-9 in de Willibrord vertaling: ‘Jij dochter Babel, vernielzuchtige vrouw, gelukkig degene die vergeldt wat jij ons misdeed, gelukkig die jouw kinderen grijpt en tegen de rots verplettert’. Of nog I Samuel 15:3: ‘Ruk dus uit en sla de Amalekieten neer en wijd alles wat hen toebehoort aan de vernietiging. Spaar hen niet, maar dood iedereen, mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels’.

Ter inlichting: verderop raakt Saul zijn koningschap kwijt aan David omdat hij wel de mannen heeft gedood maar vrouwen en kinderen heeft laten leven (zoals Mohammed ook deed met de Qurayzah-joden in Medina). Deze goddelijke richtlijnen komen trouwens overeen met Exodus 32:28-29 waar de stam der Levieten beloond wordt met het priesterschap omdat zij drieduizend mensen had vermoord die een andere God (het gouden kalf) hadden aanbeden. Of met Numeri 25:10-13 waar Pinehas tot hogepriester werd benoemd omdat hij een Israëliet in de onderbuik had gestoken die seks had gehad met een vrouw van een ander volk (Midjan). Ik zou nog het boek Jozua kunnen citeren dat in alle toonaarden bepleit dat de autochtone bevolking van Kanaän diende verdreven te worden. Of de boeken Ezra en Nehemia waarin Judeeërs door hun priesters mishandeld worden omdat zij met niet-judeïsche vrouwen zijn getrouwd. Maar dit volstaat voorlopig.

Donald Duck is zondig

Dat waren niet, zoals wijlen Hans Jansen beweerde, beschrijvingen van trieste voorvallen, maar duidelijke en structurele richtlijnen van Yahweh zelf bij monde van zijn profeten (Samuel en Mozes). Sam van Rooy, die er prat op gaat Israël door dik en dun te verdedigen (wat zijn goed recht is), zal misschien beweren dat die passages in het jodendom niet (meer) gelezen of aangeleerd worden. Ik ben daar nog zo zeker niet van. Om te beginnen: sommige exegeten zien in de Amalekieten (als kleinzonen van Esau) de voorouders van de Arabieren; en in de Palestijnen de nakomelingen van de Kanaänieten die dienden verdreven te worden. Wat ze in eigen kring vertellen, kom je nooit aan de weet. Maar soms lekt er wat uit.

Zaterdag 5 oktober lazen we in de weekendbijlage van Het Nieuwsblad  een reportage over de chassidische gemeente van Belz in Antwerpen, van oorsprong uit de Oekraïne. In haar Benoth Jerusalem­-school (de dochters van Jeruzalem) treden ze niet enkel de eindtermen met de voeten – geen seksuele opvoeding, geen evolutieleer ­– er zou ook een ware sfeer van terreur heersen tegen ouders die regels overtreden (zoals hun kinderen naar Donald Duck laten kijken, hen laten praten met jongens of hun echtgenote met de auto laten rijden).

Om de zoveel tijd tikt de inspectie het schoolbestuur op de vingers. Dat belooft beterschap, maar doet gewoon verder. De Hebreeuwse Bijbel wordt er intens bestudeerd, ook waarschijnlijk de zo net geciteerde passages. Sam kan ongetwijfeld meer details krijgen van zijn vader Wim, die coördinator is geweest van de joodse scholen in Antwerpen. Zal hij de minister ook interpelleren of, en wanneer hij daartegen ingrijpen zal?

Mensen zijn graag slachtoffers

Wat ik hiermee nu wil zeggen? Eenvoudig: je kan in nagenoeg alle tradities (de evangeliën en het boeddhisme uitgezonderd) passages vinden die blijk geven van een ontstellende wreedheid (ook het hindoeïsme heeft daar een handje van weg, maar dat komen we hier niet veel tegen). De kwestie is niet of dit in die ‘heilige’ boeken staat, maar waarom die gelovigen dat erin lezen. En dan is er een eenvoudig  antwoord dat de kwestie van de godsdienstvrijheid ver overstijgt: omdat mensen zich graag wentelen in victimisme.

Als je de Koran leest, dan merk je snel dat dit boek vanuit een enorm gevoelen van rancune is tot stand gekomen. Mohammed had verdeeldheid gezaaid in Mekka omdat hij godsdienstvrijheid voor zichzelf en de zijnen opeiste, maar die van de anderen niet respecteerde. Daarom was het leven daar voor hem onmogelijk geworden en was hij met zijn ummah  uitgeweken naar Jathrib dat hij een andere naam had gegeven, Medina an-Nabi (het rechtsgebied van de gezant). Daar wentelde hij zich in wraakgevoelens en zette hij een programma op van agressie tegen de karavanen van Mekka.

De eerste grote overwinning behaalde hij bij Badr, zogezegd in een verdediging tegen Quraysh, in feite in verdediging tegen een strafexpeditie die wilde verhinderen dat hij een karavaan (van Abu Sufyan) kon aanvallen. Zijn agressie trok altijd bredere kringen om hem heen. Zo viel hij de oase van Khaybar aan omdat hij geen dadels meer had nadat hij zelf in een vlaag van blinde woede de dadelpalmbomen van de (Nadir)-joden in Medina had laten omhakken. De misdaad van de Nadir was geweest dat zij weigerden te erkennen dat hij de profeet was die zij verwachtten. Marokkaanse rotjochies roepen vandaag ‘Khaybar! Khaybar!’ als zij joden willen treiteren. Volgens Lukas Cathérine zouden de brave borsten daarmee de herinnering oproepen aan een handelsverdrag.

Een poging stagnatie te ontvluchten

Tenslotte richtte de agressie van Mohammed zich tegen geheel de wereld. Hij had een boodschap gezonden aan alle heersers die hij kende, tot in Perzië en Constantinopel toe, met de mededeling dat hij de profeet van God was en zij allen hem dus schatting dienden te betalen. Uiteraard werd dit in de hoofdsteden met grote hilariteit onthaald (de gouverneur van Egypte zond hem een blonde slavin waar hij meteen verlekkerd op was). Dus had Mohammed zijn perfect excuus om zich van overal aangevallen te voelen en dus aan een verdedigende invasie te beginnen. De rest van het verhaal is bekend, hij ontketende een bedoeïenenstorm zoals de wereld er nooit één gekend had.

De beschaving die daaruit voortvloeide miste elke creativiteit. De ondergeschikte dhimmi’s konden enige tijd van de argeloosheid van de nieuwe heersers gebruik maken om hun laathellenistische cultuur te ontplooien. Zodra de Korangeleerden doorkregen (Ibn Hanbal, al-Ashari) dat dit tot theologische onzekerheid leidde (over tawhid, de éénheid van Allah) verboden ze elk wetenschappelijk onderzoek (al-Ghazali). Vanaf dan stagneerde de Arabische wereld volkomen.

Met welk gevolg? Doffe ellende. Terwijl Europa aan zijn gestage opmars begon. Europa beging daarbij nogal wat misdaden, maar uiteindelijk bereikte het (na twee wereldoorlogen) een evenwicht met mensenrechten en sociale rechtvaardigheid. Dat trok de meest dynamische telgen van de stagnerende cultuur als gastarbeiders aan. Die eerste golf kwam om te werken en werkte hard met de bedoeling triomfantelijk terug te keren als de ‘rijke oom uit Amerika’. Ze keerden niet terug maar werden gevolgd. Mede door een huwelijkstraditie die echte integratie in de weg staat.

Een ideologisch excuus voor agressie

Niet de vluchtelingencrisis, maar de volgmigratie is vandaag ons probleem. Generatie na generatie worden mensen geïmporteerd die niet dynamisch zijn en soms ook niet werklustig. Het was Louis Tobback die ooit zegde dat ze als meeuwen op een stort op onze sociale zekerheid afkomen. Zelfs dat zou geen probleem zijn, als ze hier niet opgewacht werden door trossen politiek correcten die hen van bij aankomst uitleggen dat ze het slachtoffer zullen zijn van discriminatie en zelfs racisme. De bevoorrechten van ons systeem leggen mensen die een racistisch systeem ontvluchten uit wat racisme is en waar ze het kunnen verwachten. Dat past als een hand in een handschoen in de ideologie die ze meebrengen, het rancuneuze mohammedanisme.

Het was opvallend hoe weinig de eerste generatie gastarbeiders zich aantrok van haar godsdienst. Die bezorgdheid is toegenomen met de komst van de volgende groepen en met de import van imams die hen vergezelden. Die imams werden gefinancierd door de regimes die zij ontvluchtten en zelfs door de harteloze oliestaten die altijd geweigerd hadden hen te helpen. Ze kwamen hier verkondigen wat ze ginder niet deden: solidariteit. Vermits die er nooit genoeg was, hanteerden zij hun Koran als handboek om het toenemende gevoel van verongelijktheid aan te wakkeren. Bij straatjochies, die zich in geen moskee lieten zien, deinde dat uit tot een ideologisch excuus voor agressie tegen alles en iedereen. Een rechtvaardiging om meisjes in recreatieparken de bikinibroekjes af te trekken. De rakkers amuseerden zich.

De echte problemen aanpakken

Het is daarom niet op de Koran dat Sam van Rooy moet inhakken, want dan moet hij ook tegen de Hebreeuwse Bijbel te keer gaan en – waarom niet? – tegen de Bhagavad Gita of de Ramayana. Dan moet hij van het Vlaams Parlement een arena maken voor theologische discussie. Dat doet hij niet, en maar goed ook. Maar wat kan hij, met zijn heftig maar oprecht temperament, daar dan wel doen?

Hij kan stelselmatig het victimisme aanpakken. Jaar na jaar krijgen wij beschuldigend te horen dat de kinderarmoede toeneemt, maar waar zijn de cijfers over de geïmporteerde kinderarmoede? Elk jaar weer vernemen wij dat ons land slecht scoort qua tewerkstelling van allochtonen, maar wanneer wordt dat eens gerelateerd aan het feit dat wij zo ongeveer het beste sociale vangnet hebben voor die nieuwkomers, zodat die in hun logica eigenlijk ook niet moeten werken? Jaar na jaar wordt er ons op gewezen dat wij talenten verliezen omdat meisjes de school verlaten als zij daar geen hoofddoek mogen dragen; maar waar zijn de cijfers over kleurjongens die de school verlaten zonder diploma omdat zij studeren beneden hun waardigheid als kleine sjeiks achten?

Vecht niet tegen windmolens

Er is werk genoeg voor mensen als Sam van Rooy in het Vlaams Parlement, maar hij zou er goed aan doen niet tegen windmolens te vechten, zoals zijn grote voorganger Filip Dewinter al een half mensenleven doet. Dewinter is gelukkig soms grappig op een Boris Johnson-achtige wijze, maar Sam is veel te ernstig daarvoor. Hij riskeert zichzelf au sérieux te nemen. Hij heeft ondertussen zijn punt gemaakt, hij vindt de Koran maar niks en dat gevoelen deel ik met hem; maar wat kan hij daar tegen doen, behalve dan prediken in de woestijn?

Concrete dossier vreten, die de politiek correcten bewust onder tafel vegen en het Blok/Belang tot nu toe niet aankon wegens intellectuele bloedarmoede, dat kan hij doen. Hij heeft er de intelligentie voor, laat hem ze gebruiken, liever dan zich vast te haken in een ouderwetse plaat die hangen blijft.

Eddy Daniels is gewezen hoofdredacteur van Intermediair. Hij publiceerde recent een boek over de rol van de profeet Mohammed in het ontstaan van het jihadisme, ‘De kwestie M. Een gekaapte godsdienst’, dat enthousiast aangeprezen werd door Etienne Vermeersch.

Commentaren en reacties