JavaScript is required for this website to work.

Als de vrouw wint, wint de hele samenleving

Ann Moella22/11/2018Leestijd 5 minuten
TitelPlots mocht ik niet meer lachen
SubtitelHoe de islam vrouwen onderdrukt
AuteurDarya Safai
UitgeverBorgerhoff & Lamberigts
ISBN9789089319074
Onze beoordeling
Aantal bladzijden213

Het levensverhaal van Dariya Safai, een Iraanse vrouw, die voor zichzelf uitgemaakt heeft dat mannen en vrouwen gelijkwaardig moeten zijn.

Wat een ontroerend boek, zei ik luidop toen ik bij de laatste bladzijde kwam. Ik had het haast in één ruk uitgelezen. Dank je Darya Safai!

‘De strijd van vrouwen in het Midden-Oosten is ook onze strijd. Als we hen steunen, steunen we per definitie de democratische krachten in de regio. En democratie, weten we hier uit ervaring, zorgt voor welvaart en stabiliteit.’

fullsizeoutput_1ec2
Dat is zowat het motto van het boek. Of zoals Darya deze signeertekst gebruikt: ‘Als de vrouw wint, wint de hele samenleving.’

Toen ik het boek – geëmotioneerd- op zij legde, voelde ik meteen gevoelens van boosheid opkomen. Boos op al diegenen – of ze zich links of ‘wij zijn conservatief’ noemen – die de hoofddoek en alle andere islamitische voorschriften een vrije keuze durven noemen. Die er geen graten in zien. Die niet beseffen dat er ook een defensief mechanisme speelt.

Zahra

Ontroerend is het verhaal van haar vriendin Zahra, die van haar familie altijd en overal een hoofddoek moest dragen. Ze was heimelijk verliefd op een jongen, maar was al beloofd aan iemand anders. In een klein schriftje maakte ze tekeningen die haar verdriet verbeeldden: een traan, een triest gezicht, een meisje alleen, onder een palmboom. Nu is ze moeder van drie kinderen en beweert ze dat het dragen van de hoofddoek haar eigen keuze is. Ze is geworden wat haar man wilde dat ze zou worden.

‘Je kunt niet elke dag opstaan met de idee dat je dom bent, minderwaardig, dat je onderdrukt wordt’, schrijft Darya. ‘Dat maakt het leven ondraaglijk. Er is geen alternatief. Als je er uit stapt, als je wilt scheiden van een man die je de hoofddoek oplegt, ben je een hoer, een verdorven vrouw die kwalijke westerse normen overneemt.’

Ik weet, zegt Darya, dat het merendeel van Iraanse vrouwen tegen de hoofddoek zijn. Maar alleen wie zich gesteund voelt door haar omgeving, durft dat ook zeggen. In het andere geval maak je heel veel dierbare mensen ongelukkig: je echtgenoot, je ouders, je broers, je kinderen, … Zelf hou je er alleen een enorm schuldgevoel aan over.

In een religie heb je geen rechten, maar plichten. Je moet doen wat je gevraagd wordt, wat je opgelegd wordt. Door indoctrinatie, schrijft ze, groeien kinderen op met het idee dat alleen vrouwen met een hoofddoek respect mogen verwachten, dat een goede moslima zich bedekt en de kuisheidscode naleeft. Buitenstaanders onderschatten vaak de druk van de gemeenschap.

‘Hoe zouden ze zich anders kunnen gedragen dan God en de gemeenschap hen inprenten? Met keuzevrijheid heeft dat niets te maken.’ In een van de laatste hoofdstukken gaat Darya er nog dieper op in- want ook het inroepen van het recht op godsdienstvrijheid,  kan nooit een excuus zijn tot discriminatie en meer ongelijkheid M/V.  (1) De steun voor de hoofddoek is een mes in de rug van iedereen die het goed voor heeft met vrouwenrechten, aldus Darya.

Terug naar Af

Na de islamitische revolutie in 1979, die van vrouwen tweederangsburgers zou maken, ontstond een geestelijke dictatuur die vooral uit ‘verbodsverplichtingen’ bestond. De imams en de ayatollahs hadden een heel ander Iran voor ogen. Zij wilden geen parlement of vrije verkiezingen, om maar te zwijgen van een moderne, eigentijdse grondwet met rechten en vrijheden.

De Islamitische Republiek wil – nobel! – de wereld bevrijden van het Kwaad. Om een globale, verenigde ‘oemma’ (islamitische gemeenschap) te vormen, moet islam de wereld veroveren – de reden waarom ze voortdurend in oorlog zijn met andere beschavingen: boeddhisten, niet-moslims, hindoes, christenen…

Keurslijf

Om zich te vrijwaren van Westerse invloeden, moet vooral meisjes – kinderen – in een keurslijf opgesloten worden, een mentale gevangenis. De eerste stap van de ‘zedige’ opvoeding is daarbij de kledingcode: kledij moet aanvoelen als een een tweede huid om je lichaam. Donkere kledij( zwart of bruin) om niet op te vallen, om haast onzichtbaar te zijn. Ook lippenstift, rokjes, muziek, zingen, dansen, vrolijkheid.. is verboden.

Plots mochten meisjes niet meer lachen, een strak om het hoofd gewikkelde hoofddoek (‘maghnae’) werd verplicht. ‘Wanneer je haar tevoorschijn zou komen, ga je naar de hel waar ze je aan je haren zouden ophangen en waar je voor eeuwig zou branden’. Het dragen van een te korte mantel (boven de knieën) werd bestraft met 74 zweepslagen.

Vrouwen die zich niet houden aan de dresscode krijgen wel eens te maken met een ‘amre-be maroef’ opdracht: een bevel van een imam tot goede daad, die dient om deze ‘ongehoorzame’ vrouwen te straffen. Nog in 2014 kregen acht vrouwen nog te maken met een zuuraanval, anderen kregen een mes in het achterwerk. Want ‘alleen zo kunnen we hen leren hoe ze zich moeten kleden’, zei een van de daders. Ja, de vrije keuze is wereldwijd verspreid…

Uiteraard gaat het niet alleen om die kledingvoorschriften: meisjes werden voorbereid op hun rol als vrouw en echtgenote: luisteren en gehoorzamen., bescheiden zijn, een onderdanige blik in alle zedigheid, gedistantieerd blijven. Op het strand aan de Kaspische Zee werden muren opgetrokken, zodat er een ‘strandsegregatie’ ontstaat. Vrouwen mogen er baden, maar steeds mét hoofddoek en lange broek. Mannen moeten er ver vandaan blijven.

‘Als je zo wordt opgevoed en je draagt geen hoofddoek, voel je je plots naakt. Dat is net de bedoeling: je geeft je niet bloot, dus zet je snel je hoofddoek op. Dat maakt je onzichtbaar.’ Vrouwen worden geminimaliseerd tot hun genitaliën en alles is ‘awrah’: het is dan de taak van de familie om die te bewaken. De eer van de vrouw – lees, het geslachtsdeel -staat immer centraal. Die moet tot elke prijs behouden blijven.

Somber en donker

Er is een zwartwit foto van mij uit die periode, vertelt Darya. ‘Zie je die lege ogen? Ben ik dat? Waarom zit er geen greintje emotie in mijn gezicht?’ Ik kijk: op alle foto’s uit die periode kijkt ze somber en donker. Ik zie geen lachende of ondeugende ogen, geen glimlach rond de lippen, haar mond is gesloten in een streep. Wat een contrast met nu, vandaag. Waarom? Omdat de islamitische schriftgeleerden dat zo wilden. Om je ziel te zuiveren, moet je bij voorkeur huilen en Allah om vergeving vragen. Daarom is muziek, dans, vrolijkheid verboden. Vrouwen mogen niet zingen of muziek spelen, want dat is te uitdagend voor mannen. Alleen melancholische Korangezangen waren toegelaten.

Begrijp de paniek bij geestelijken toen Iran zich in 1997 plaatste voor het WK voetbal en er een massaal straatfeest losbarstte in een zotte uitbundigheid, alsof ze achttien jaar lang feest en vrolijkheid hadden opgespaard en het er in een keer uit moest. Ik kan me zo de verontruste blik van de ayatollahs voorstellen, die zulke oncontroleerbare uiting van extase maar niets vonden.

Let Iranian Women enter their stadiums

De beschrijving van haar campagnes om vrouwen toe te laten tijdens sportwedstrijden – in diverse landen – geeft een beeld van haar moed en gedrevenheid. Het toont ook aan hoe politieke correctheid ook bij sportbonden in haar werk gaat: een spandoek omhoog steken in een stadion, dat gaat zomaar niet! Toch haalde zij haar slag thuis en maakte Darya – ook in de media-  veel indruk. ‘Als de vrouw wint, wint de hele samenleving.’

Bloed aan de muren

Darya Safai kende ook geluk: die momenten van geborgenheid bij haar liefdevolle ouders, die geen fanatieke religieuzen waren en haar steunden en de luxe hadden om haar te haar kunnen laten studeren in een private eliteschool.

In een aantal hoofdstukken geeft dit boek – hoe kan het anders – een beeld van de metamorfose die een land ondergaat onder de dictatuur van ayatollahs, het koudweg elimineren van de oppositie, de politieke moorden. Maar ook: het groeiend verzet, de gevangenis, ‘de uitzichtloosheid van een isoleercel, de knagende onwetendheid over het lot van haar vermiste vrienden, en uiteindelijk het achterlaten van alles wat haar lief was, – letterlijk, zoals Theo Francken schrijft in zijn voorwoord.

Om dan in een vreemd land – België- te belanden, waar ze zichzelf terugvindt en opnieuw vecht voor vrouwenrechten, vrijheid en democratie.
Tegen de hier groeiende islamisering in. Vaak gaat Darya Safai spreken in scholen. Het verhaal dat ze doet in een van de laatste hoofdstukken (2) over de confrontatie met macho leerlingen in de klas en islamleraars – benoemd door de overheid- is in dit seculier land anno 2018 onthutsend.

Als je iets te zeggen hebt, moet je dat doen’

‘Laat je nooit de mond snoeren’. Dit is het treffend verhaal van een vrouw, die de leugens van een islamitische dictatuur onderkende en er aan kon ontkomen, dankzij haar ontegensprekelijke moed en onverzettelijke strijd voor vrijheid en gelijkheid.
Het is uiteindelijk een boek van hoop. Voor vele vrouwen.

Ik heb er ontzaglijk veel respect voor.

(1) Darya Safai: Plots mocht ik niet meer lachen, blz 130-134
(2) ibid., blz 136-144

Onder deze schrijversnaam maakt Ann Moella deel uit van een Pajots bloggersduo "Moella & Verweer". Opgeleid als communicatiewetenschappers - vrij van elk dogma - willen zij het fake 'politiek correcte' denken doorprikken. Het waarnemen van 'framing' fenomenen genereert 'mixed feelings': van vermakelijk tot verontwaardiging.

Meer van Ann Moella

Oikofobie is geen lege doos, maar een bestaande realiteit. Deugkampioenen mogen roepen dat het niet bestaat. Ze sluiten zo diversiteit uit.

Commentaren en reacties