American Utopia: magistrale concertbeleving
Titel | American Utopia |
---|---|
Regisseur | Spike Lee |
In de zalen vanaf | Te zien bij diverse streamingdiensten, waaronder Pathé Thuis en Amazon Prime Video |
Onze beoordeling | |
Meer info |
Zesendertig jaar na Stop Making Sense van Jonathan Demme en David Byrne concipiëren Byrne en Spike Lee een even magistrale concertbeleving.
‘And you may find yourself behind the wheel of a large automobile. And you may find yourself in a beautiful house, with a beautiful wife. And you may ask yourself-well… how did I get here? … And you may ask yourself: Am I right? …am I wrong? And you may tell yourself: My god!… what have I done?’
De Vertigo van de muziekverfilmingen
Niet bepaald positief, de antwoorden op deze existentiële vragen uit Once in a Lifetime van David Byrne. En de finale conclusie (We’re on a) Road to Nowhere al evenmin. Beide sleutelnummers zijn manifest aanwezig in American Utopia, de virtuoze verfilming van Byrnes Broadwayshow in het Hudson Theatre twee jaar geleden. Ook zesendertig jaar geleden stonden beide Talking Heads-klassiekers centraal in Stop Making Sense. Die meesterlijke concertfilm werd geregisseerd door de vier jaar geleden overleden Jonathan Demme. Hij won eerder ook de Oscar voor beste regie van The Silence of the Lambs (1991). Vandaag concipiëren Talking Heads-ex-frontman David Byrne en Spike Lee een even magistrale concertbeleving. Was Stop Making Sense de Citizen Kane van de muziekverfilmingen, dan is American Utopia de Vertigo. De absolute top of the pop. Het beste van het beste.
De zaal plat krijgen
Burning down the house. Dat is wat beide legendarische concertfilms bereiken. Geleidelijk opbouwend van een leeg podium naar een grandioze climax. In Stop Making Sense stapt Byrne heel alleen naar de microfoon, plaatst er een cassetterecorder naast en roept niet luidkeels ‘Welcome, LA’, maar fluistert zacht ‘Hi. Ik wil hier een cassetje afspelen.’ Psycho Killer begint. Daarna volgen nog vijftien andere bezwerende songs. Daarbij wordt het bij ieder nummer drukker op het podium. Tot alle Talking Heads mee musiceren: bass Tina Weymouth, drummer Chris Frantz en keyboards Jerry Harrison. Dat Byrne aan Asperger lijdt, verwondert niemand. Hij zwalpt slungelig over het podium, doet geregeld of hij valt, danst zelfs met een staanlamp en verdwijnt tijdens de duur van amper één song van het toneel om vervolgens terug te keren in een overmaats matrasachtig pak, zijn beroemde ‘big suit’.
De energieke Byrne doet er marionetachtige dansbewegingen in, als een klungelige ‘puppet on a string’ met betoverende spastische arm- en beenbewegingen. Bijzonder aanstekelijk, zelfs voor niet-dansers. De befaamde Amerikaanse filmrecensente Pauline Kael vergeleek het met het No-Spel, het klassieke Japanse muzikale drama, voorloper van kabuki.
Vijftig tinten grijs
Vijf nummers uit Stop Making Sense zijn ook te horen in American Utopia. De twee hogergenoemde Talking Heads-klassiekers en This Must Be the Place, Slippery People en Burning Down the House. Daarnaast nog zestien andere meeslepende songs over onder meer de liefde, het televisiekijken, het dadaïsme van Hugo Ball en politiek. De charismatische frontman draagt geen ‘big suit’ en danst niet meer robotachtig met een lamp, maar onderhoudt zijn publiek als een goede conferencier over… de ontwikkeling van babyhersenen.
American Utopia is dan ook meer minimalistisch en intimistisch dan Stop Making Sense. Het podium is verlaten en leeg, de vloer grijs, omzoomd door drie metershoge grijze kralengordijnen. Byrne komt op in een grijs pak met een grijs overhemd. Hij is nu 69, zijn ‘année érotique’, en is zelf grijs. Zijn elfkoppige begeleidingsband uit alle hoeken van de wereld, weliswaar zonder Talking Heads, komen nummer na nummer allen blootsvoets de scene opgestapt, identiek in datzelfde grijs, en blijven de hele show door, zonder rustpauze, stappen en choreografisch vrij bewegen. Ze worden immers niet belemmerd door kabels en hebben draagbare instrumenten. Geen staande microfoons, geen versterkers, geen drumstel, geen draden!
Regisseur Spike Lee legt het allemaal vast voor de eeuwigheid met GoPro-camera’s die de 12-koppige bende op de hielen zitten, door de kralengordijnen heen filmen, en hen zelfs vanboven én langs achter registreren. En nee, het is geen goocheltruc waarbij de nu ook grijze Spike Lee in het geniep nog playbackt! De luttele keren dat het publiek zelf in beeld komt, merk je dat vijftig tinten grijs enthousiast uit de bol gaan. Want in al die grijze maatpakken zitten enorm getalenteerde muzikanten, drummers, keyboards en gitaar, die met hun draagbare instrumenten constant het kleine podium afschuimen, samen met twee dansers.
Poltiek geëngageerd
Ik bewonder Byrne en Lee als kunstenaars en heb beiden ontmoet. Een sympathieke Byrne in Brussel aan de A(ncien) B(elgique). Hij wilde toen alles weten over cinema Pathé aan de overkant, nu de Palace.
Lee daarentegen is een koleriek en voor blanken, ja, erg intolerant kereltje dat met veel lef de rassenproblematiek onder de aandacht brengt. Ook nu. Daarom heeft American Utopia zijn vijfde ster verloren door de (voor mij mislukte) poging er een politiek pamflet van te maken. Halverwege het concert moedigt Byrne zijn publiek aan om te gaan stemmen. De band knielt voor het geprojecteerde portret van de American football-quarterback Colin Kaepernick. Die knielde in 2016 als eerste — in plaats van te staan — tijdens het spelen van het Amerikaanse volkslied, als stil protest tegen politiegeweld.
Hell You Talmbout
Daarna brengt de band Hell You Talmbout van Janelle Monáe, met inserts van portretten van zwarte slachtoffers wier namen luidop worden gescandeerd: ‘say his name!’ Het zijn namen van verscheidene Afro-Amerikanen die zijn omgekomen door politiegeweld. De vreemde titel is Afro-Amerikaans voor ‘[What the] hell [are] you talkin[g] about?’ Byrne vindt het ‘not a finger-wagging song’ — een Black Lives Matter–protestsong dat niet met het vingertje wijst. Voor Lee krijgt het ‘Utopia’ uit de titel zo een activistische bijklank.
Trouwens, wie tijdens de aftiteling niet alleen ziet hoe Byrne met zijn hele ploeg de artiestenuitgang verlaat om door New York naar huis te fietsen, maar ook merkt dat dit een Forty Acres and a Mule-productie is, googelt gewoon de betekenis hiervan. Die komt via Google dan snel te weten dat die naam verwijst naar de nooit ingeloste belofte dat zwarten die tijdens de burgeroorlog meevochten met het noorden, een stuk land en een muilezel zouden krijgen. Toen ik dat in Cannes, lang voor het internettijdperk, aan Spike Lee vroeg tijdens een interview, verweet hij mij bijzonder onvriendelijk dat ik de historiek achter de naam Forty Acres and a Mule wel eens op voorhand had mogen opzoeken. Had ik dan nooit Gone with the Wind of The Birth of a Nation gezien?
American Utopia was te zien in de bioscoop, in De Cinema in Antwerpen. Een aanrader voor alle bioscoopuitbaters om oud én jong nog eens te laten genieten van een dynamische concertfilm. Filmtotaal vatte het zo samen: ‘American Utopia is veel meer dan een simpele registratie. Het is een kerkdienst, een festival, een museumbezoek, een kroegentocht, een theatervoorstelling en zoveel meer in één. American Utopia is menselijkheid en kunst op zijn mooist.’ En op het einde, ondanks het pessimistische Road to Nowhere voelen we ons toch niet triestig, omdat we met zijn allen, misschien wel als vrolijke, vrolijke vrienden, die weg naar nergens opgaan.
Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.
De docuserie ‘Wyatt Earp and The Cowboy War’ en de westernserie ‘Billy the Kid’ stellen Amerika’s meest legendarische iconen in een nieuw daglicht.