China grijpt de macht terwijl Europa toekijkt
Titel | Chinese propaganda verblindt de wereld |
---|---|
Auteur | Jeanne Boden |
Uitgever | Punct |
ISBN | 9789082336467 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 244 |
Prijs | € 29.99 |
Koop dit boek |
Sinologe Jeanne Boden toont hoe China wereldwijd de macht grijpt, terwijl het Westen zich blind staart op de Chinese propaganda.
Jeanne Boden is sinologe en volgt China al dertig jaar op de voet. Haar motivatie om Chinese propaganda verblindt de wereld te schrijven was de volgende: door De Nieuwe Zijderoute (DNZ) groeit de Chinese invloed in Europa zienderogen, verdwijnen Europese experts uit elk bedrijf dat de Chinezen overnemen en verhuizen de beslissingscentra naar China.
Dat land heeft al decennia een veelheid aan controlemechanismen: bewaakte ingangspoorten, bewakers op elke verdieping van gebouwen, registratie bij de politie van elke check-in bij hotels of vrienden en uiteraard ontelbare camera’s. En toch blijven de Europeanen goedgelovig. De schrijfster wil hen wakker schudden. En dat doet ze vanaf het begin.
Nationale mythe
China indoctrineert zijn eigen bevolking via het onderwijs en allerlei vormen van propaganda. Met Xi Jinping en DNZ breidde die propaganda zich echter uit over heel de wereld. Maar dat was al veel eerder het geval. Al zeker sinds de vierde eeuw voor Christus propageert China dat het Rijk van het Midden, en vooral de Han-meerderheid, cultureel superieur is aan alle ‘barbaren’. Dat is vroeg, want China werd pas één rijk rond 220 voor Christus.
Boden omschrijft de ‘nationale mythe’ als volgt: de Communistische Partij van China (CCP) is de basis van China’s succes. China is één grote familie en het land is altijd het centrum van de wereld geweest. Minderheden zoals Tibetanen en Oeigoeren worden beschouwd als barbaren die geciviliseerd moeten worden. Alle helden en rolmodellen zijn Han-Chinezen.
De alomtegenwoordige partij
In een eerste deel onderzoekt Boden deze nationale propaganda, waarbij ze duizenden slogans analyseert. In deel twee bestudeert ze dan de internationale propaganda. In de officiële communicatie van de Chinese regering en de CCP is er slechts één officiële waarheid, dissidente versies worden gecensureerd. Het Mandarijn wordt sinds 2001 opgelegd als enige officiële taal, ook aan de Kantonezen en de 55 nationale minderheden. Propaganda is in alle vormen en overal tegenwoordig.
Het boek legt sterk de nadruk op de macht van de partij. Die claimt alle successen van China. Boden beschrijft hoe Deng in de jaren ’80 voor een korte periode van optimisme zorgde, maar die eindigde bruusk met de bloedige onderdrukking van Tiananmen in 1989. Jiang Zemin liet vanaf 2002 ook kapitalisten lid worden van de CCP. Hu Jintao propageerde harmonie als kernboodschap van de Olympische Spelen van 2008, waarbij een gigantisch koor citaten van Confucius zong.
Sinds november 2012 promoot Xi zijn Chinese droom: een Chinees Utopia in het centrum van een Chinese wereld en voor alle Chinezen een relatief welstellend leven. Tevens breidde hij de propaganda uit tot een westers publiek, met filmpjes in het Engels. Die propaganda, die vooral over het volk en de geïdealiseerde familie gaat, is ook sterk op deze doelgroep gericht. De laatste decennia is het individualisme echter sterk gegroeid, ook in China. Velen willen niet langer trouwen, noch kinderen krijgen.
Deze vaststelling dient als springplank om stil te staan bij de strijd tussen traditie en moderniteit in China en de rol van de nationale identiteit. Momenteel plaatsen de Chinese gezaghebbers de grootsheid van de Chinese cultuur tegenover het beeld van een Europa in verval. De overheden leren de bevolking weer de kernwaarden aan: voorspoed, harmonie, patriottisme en beleefdheid.
Een sterke leider voor een sterk China
Boden bespreekt ook de spectaculaire economische groei sinds 1978. De negatieve energie van de Culturele Revolutie werd omgezet in positieve: mensen mochten weer rijk worden en buitenlandse bedrijven mochten investeren, zolang ze hun technologie deelden.
Vanaf 2006 legden Hu en daarna Xi de nadruk op eigen innovatie, en sinds de Olympische Spelen van 2008 toont China duidelijk zijn ambitie om de nummer één van de wereld te worden. De wereldtentoonstelling van 2010 was dan ook een succes. Overal verrezen nieuwe luchthavens, havens, spoorwegen, metro’s en andere infrastructuurprojecten. Bouwwerven werden getrouw voorzien van propagandistische slogans.
Alle successen worden toegeschreven aan Xi Jinping, de mythologische leider. Hij wil van zijn land dé wereldleider maken en zijn persoonscultus evenaart stilaan die van Mao. Het internet floreert in dit verhaal zowel als propaganda-, controle- als betaalsysteem. Gezichtsherkenning, sociaal krediet en andere technieken zorgen voor een perfecte greep op de bevolking.
Werelddominantie
Zoals reeds in de inleiding aangestipt laat China het echter niet alleen bij de binnenlandse hegemonie. De Chinezen willen wereldwijd macht en invloed verwerven en de auteur staat ook hier uitvoerig bij stil. In 2013 richtte China de AIIB op, of de Asia Infrastructure Investment Bank, die volgens Boden 84 leden telt. Volgens de site van de AIIB zijn dat er inmiddels al 102.
Officieel is het doel van de bank de duurzame ontwikkeling van Azië. Met projecten als DNZ wil China echter in heel de wereld economische en geopolitieke macht verwerven. Chinese studenten trekken naar Europa en Amerika, Europese en Afrikaanse in kleinere aantallen naar China.
Binnen dit gebruik van soft power of ‘zachte macht’ horen ook festivals als het Chinees Nieuwjaar, 1.100 Confucius-instituten in minstens 134 landen, de Chinese diaspora en Chinese bedrijven die in heel de wereld actief zijn. Denk bij deze laatste maar aan de Chinese technologie-gigant Huawei die momenteel onder vuur ligt van de Amerikanen voor de uitbouw van het 5G-netwerk in België en de rest van Europa.
Dat China niet altijd even zachtzinnig te werk gaat, toont de Griekse financiële crisis. Onder druk om te privatiseren, en in nood aan inkomsten, verkocht Griekenland de haven van Piraeus aan het Chinese COSCO voor een te laag bedrag van 370 miljoen euro. Heel wat landen in Afrika en elders hebben Chinese kredieten afgesloten en zullen waarschijnlijk niet in staat zijn om die leningen terug te betalen, wat de Chinezen een hefboom geeft om hun macht daar verder uit te bouwen. Ook in Hongkong (denk aan de recente protesten) en Taiwan winnen de Chinezen aan invloed, toont Boden.
De hele wereld lijkt te dansen voor China en dat herhaalt zich bij elk Chinees Nieuwjaarsfeest in vele landen, ook in steden als Gent, Antwerpen en Turnhout. Buitenlandse critici komen op een zwarte lijst en krijgen geen visum meer.
Conclusie
Chinese propaganda verblindt de wereld heeft een overwegend Engelstalige bibliografie, waarin ik wel enkele pittige titels mis als: Ties Dams, De nieuwe keizer; Rob de Wijk, De nieuwe wereldorde, Jan van der Putten, Fabels over China en Jonathan Holslag, De Nieuwe Zijderoute.
De schrijfster leest duidelijk weinig Nederlandstalige boeken en is vooral internationaal bezig. Verder zijn er vooral kleine opmerkingen: het taalgebruik is niet gemakkelijk, er staan taal- en drukfoutjes in en soms kloppen de cijfers niet. China koopt niet de beste voetballers, wel de beste duiven.
Bodens boek zal in Chinese kringen niet meteen op gejuich onthaald worden. Maar de lezer is gewaarschuwd: ondanks de huidige slechte publiciteit van het coronavirus is de opmars van China indrukwekkend én onheilspellend.
Jef Abbeel is classicus en historicus en voordrachtgever en recensent over China, Rusland-Oekraïne en Midden-Oosten.
In zijn boek ‘Requiem pour Hong Kong’ dat is verschenen bij uitgeverij Bayard, werpt journalist Dorian Malovic een bittere maar lucide blik op de neergang van Hong Kong