China over grenzen
Chiu beschrijft China als een grote investeerder, die intimideert met zijn overal aanwezige geheime politie.
De schrijfster werd geboren in Hongkong, maar groeide op in Canada. Ze begint met een betwistbare uitspraak: ‘De semi-onafhankelijke steden Hongkong en Macau vallen buiten het geografisch gebied van de Volksrepubliek China.’ . Die semi-onafhankelijkheid is sinds 2019/1999 verleden tijd en de meeste Chinezen rekenen die steden integraal bij China.
Ze stelt dat China steeds agressiever wordt. Ook dat is een westerse kijk: de meeste Chinezen zien de agressie komen van Amerika, dan zijn bondgenoten bijna verplicht om hun kant te kiezen tegen China. Chiu is heel kritisch tegenover het totalitair bewind van Xi, waarvan ze genoeg voorbeelden geeft.
Rommelig en niet chronologisch
Haar boek China over grenzen bestaat uit drie delen. In deel I krijgen we een korte geschiedenis van het christendom in China, dat vanwege zijn banden met het westers imperialisme nog altijd streng gecontroleerd wordt. Pastors van christelijke huiskerken krijgen soms 14 jaar cel. Allerlei wetten onderdrukken de vrije meningsuiting. Toch behoren de Chinezen tot de meest optimistische burgers ter wereld: acht op tien denkt dat hun kleinkinderen het nog beter zullen hebben. Maar de kloof tussen rijk en arm is groter dan in Amerika.
Hongkong krijgt een heel hoofdstuk, dat rommelig en niet chronologisch in elkaar zit. Chiu schetst de geschiedenis vanaf de eerste Opiumoorlog (1841-1842). In 1997 beloofde China zich 50 jaar te houden aan het door Deng bedachte principe van ‘één land, twee systemen’. Vanaf 2014 eisten de inwoners algemeen stemrecht i.p.v. kiesrecht voor een kleine elite en meer persvrijheid, maar zonder succes. In 2015 werden boekverkopers ontvoerd naar Chinese gevangenissen, waar ze nog altijd vastzitten. Bij de massabetogingen van 2019 werden paraplu’s gebruikt tegen het traangas van de politie. Op 30 juni 2020 trad de nationale veiligheidswet in werking: iedere betoger kon voortaan aan China uitgeleverd worden.
Middenmachten
Deel 2 heet ‘Middenmachten’. Daarmee bedoelt ze staten die geen wereldmacht zijn, maar wel aanzienlijke invloed hebben: Canada, Australië, Italië en Griekenland. De invloed van Griekenland lijkt mij zeer beperkt. In Canada wonen miljoenen Chinezen en studeren er 140.000 per jaar. Ze worden gevolgd door China. De Canadese overheid deed daar niets aan: de handel primeerde, totdat de Canadese politie op verzoek van Amerika in 2018 Meng Wanzhou, bestuurster van Huawei, arresteerde wegens leugens tegen de HSBC Bank. Prompt werden in China twee Canadezen opgesloten. Er volgden harde economische sancties tegen Canada. In september 2021 werd Meng vrijgelaten. De twee Canadezen mochten dezelfde dag ook naar huis.
Australië voerde in 2017 nieuwe wetten in tegen spionage en schenkingen aan politici. De Chinese ambassade noemde het ‘racistische aanvallen op China’. Australië is erg kwetsbaar voor sancties van China: 35% van zijn handel gaat naar China. In 2020 eiste het een onafhankelijk onderzoek naar de oorsprong van corona. Gevolg: Beijing schortte zijn import op van rundvlees, katoen, gerst en wijn en verbood zijn studenten en toeristen om nog naar Australië te reizen.
‘War on terror’
Italië was het eerste G7-lid dat zich in 2019 aansloot bij de Nieuwe Zijderoute. De havens van Triëst en Genua werden er onderdeel van. In Italië dacht men dat China de Italiaanse economie zou redden, maar dat optimisme is verdwenen. Griekenland is hier het tweede voorbeeld van de Nieuwe Zijderoute. Sinds 2009 ontvangt het steun uit China in ruil voor het verpachten van twee haventerminals in Piraeus aan Cosco, dat in 2016 een belang van 51% verwierf in de hele haven. Het aantal overgeslagen containers kende een verzevenvoudiging tussen 2008 en 2013. In 2016 en 2017 steunde Griekenland zijn sponsor China met veto’s tegen EU-beslissingen.
Deel 3 begint met de Oeigoeren: meer dan één miljoen Oeigoeren en andere minderheden worden in Chinese gevangenissen mishandeld. De vestiging van Han-Chinezen begon al in de 19de eeuw. In 1931 kwamen de Oeigoeren tevergeefs in opstand. In 1949 vormden ze nog ruim 75% van de bevolking van Xinjiang, de Han slechts 7%. Nu zijn ze bijna gelijk: 10 miljoen Oeigoeren tegenover 9 miljoen Han. De Han worden bij alles bevoordeeld. In 2009 braken gevechten uit tussen Oeigoeren en Han, in 2014 doodden Oeigoerse separatisten tientallen Chinezen. Gevolg: Xi lanceerde zijn ‘war on terror’ en opende in 2016 interneringskampen. 35.000 Oeigoeren zijn naar Turkije gevlucht. Maar Erdogan kiest de kant van Xi: China is de derde handelspartner, na Duitsland en Rusland. In Istanboel is een Oeigoerse academie, maar China achtervolgt ook deze studenten en weet altijd hun telefoonnummers te vinden. En hun familie in Xinjiang verdwijnt dan in kampen.
Kritisch voor Amerika
Rusland en China werken goed samen sinds 2001, ondanks de spanningen rond 1858-1860, toen Rusland meer dan 1 miljoen km² afpakte van China en tussen 1956 en 1990. Poetin en Xi zijn al dertig keer bijeengekomen en kanten zich samen tegen de Amerikaanse hegemonie. In 2019 hielden ze samen militaire oefeningen in Siberië, was hun bilaterale handel 110 miljard dollar waard en bezochten ruim twee miljoen Chinezen Rusland. De Chinese expansie in Rusland leidt wel tot spanningen. De schrijfster kon in 2021 nog niet weten dat China volop steun zou verlenen aan Rusland in de oorlog tegen Oekraïne.
Ook voor Amerika is Chiu zeer kritisch. Politici en anderen die geen kennis hebben van China, voeren er het grote woord en desinformeren de bevolking, ook over corona. Er is veel haat tegen migranten van Chinese afkomst. Dat was al zo in de 19de eeuw, toen vele Chinezen er kwamen werken. Het enorme handelstekort, de Chinese wet die bedrijven verplicht hun kennis te delen en de coronacrisis zorgen voor rancune.
In haar slotwoord pleit de auteur ervoor om de dialoog met China overeind te houden en niet te vervallen in een nieuwe Koude Oorlog tegen het ‘gele gevaar’.
Een grote investeerder
Chiu beschrijft China als een grote investeerder, die intimideert met zijn overal aanwezige geheime politie en zijn ‘Eenheidsfront’, dat wereldwijd invloedrijke personen en organisaties aanlokt om China te steunen. Ze hanteert een begrijpelijke en vlotte taal. Maar ze toont niet duidelijk of we nu op weg zijn naar een nieuwe wereldorde of wereld-wanorde en ook niet of ‘zonder grenzen’ betekent dat China heel de wereld wil inpalmen. Ze waarschuwt voor de toename van autoritaire regimes: China vormt ook een bedreiging voor onze democratische instellingen. Sommige zaken zijn inmiddels achterhaald: de autonomie van Hongkong is verleden tijd. En in de oorlog tegen Oekraïne kiest China duidelijk de kant van Rusland.
Hoewel Chiu zegt dat er genoeg Chinese bronnen beschikbaar zijn, citeert zij die niet in haar noten: daar staan enkel westerse bronnen. En hoewel zij een Chinese is, vertolkt ze vooral de westerse visie en veel minder de Chinese, behalve in haar bezorgdheid om de toenemende xenofobie tegenover Chinese immigranten.
Jef Abbeel is classicus en historicus en voordrachtgever en recensent over China, Rusland-Oekraïne en Midden-Oosten.
In zijn boek ‘Requiem pour Hong Kong’ dat is verschenen bij uitgeverij Bayard, werpt journalist Dorian Malovic een bittere maar lucide blik op de neergang van Hong Kong