JavaScript is required for this website to work.

Rome en Perzië: zeven eeuwen rivaliteit

Frank Hellemans9/5/2024Leestijd 3 minuten

Ook al kon het soms serieus kletteren tussen de Romeinen en hun Perzische buren, toch ging het in de regel meer om woorden dan om daden.

Militair historicus Adrian Goldsworthy boog zich over de manier waarop het Romeinse Rijk vanaf de eerste eeuw voor Christus zijn Perzische buur bekampte en vice versa. Blijkt dat de Romeinen en Perzen veel vaker met woorden dan met daden vochten. Goldsworthy waarschuwt tussen de regels dat dit in het conflict van het Westen met Rusland vandaag veel te weinig gebeurt.

‘Ze praatten veel meer dan ze vochten.’ Adrian Goldsworthy reconstrueert in Rome en Perzië hoe beide grootmachten zeven eeuw lang elkaar min of meer in evenwicht hielden door het voeren van sporadische, beperkte oorlogen: ‘Het is opvallend hoe vaak de twee rijken de voorkeur gaven aan een wantrouwige vrede boven het alternatief van conflict.’

Hoe die machtsbalans sinds de eerste contacten van de Romeinse dictator Sulla met de Parthen in de eerste eeuw voor Christus tot het einde van het Sassanidische rijk rond 600 werd gemonitord, vertelt Goldsworthy met veel zin voor detail en nuance.

Ruiter en paard waren helemaal gepantserd en konden met hun lange lansen tot twee Romeinse soldaten tegelijk spietsen

Natuurlijk heeft het soms serieus gekletterd tussen beide grootmachten, maar ook daar spit Goldsworthy verrassende technische inzichten boven die alleen een militair historicus van zijn formaat weet te ontdekken.

De verpletterende nederlaag van de Romeinse Crassus tegen de Parthen in Carrhae was voor het grootste deel te wijten aan de superieure Perzische lichte cavalerie. Goldsworthy vertelt hoe in Saraceense handboeken voor oorlogsvoering uit de doeken werd gedaan dat een ervaren boogschutter te paard drie pijlen kon afschieten in anderhalve seconde.

Het statische Romeinse legioen stond erbij en keek ernaar. En werd murw geschoten.

Militair-technische vernieuwingen

Goldsworthy maakt daarbij een bruggetje met het aanvankelijke Engelse overwicht in de Honderdjarige Oorlog tegen de Fransen in de veertiende eeuw. Het waren toen de langboogschutters uit Wales die veel sneller de Fransen soldaten bekogelden dan de Franse kruisboogschutters dat vermochten.

Komt erbij dat er naast de Parthische lichte cavalerie ook nog menselijke tanks – de zogenaamde ‘katafrakten’ – opereerden. Ruiter en paard waren helemaal gepantserd en konden met hun lange lansen tot twee Romeinse soldaten tegelijk spietsen.

Het zijn dergelijke technische vernieuwingen die in oorlogssituaties vaak de doorslag gaven én geven. Goldsworthy heeft van de kennis daarvan zijn waarmerk gemaakt. Zijn Romeinse legioenen is het standaardwerk voor al wie meer wil weten over de finesses van het Romeinse militaire apparaat en nu heeft hij zich dus ook verdiept in de knepen ven het militaire vak langs Perzische kant.

Defensieve aanpak

De legendarische nederlaag van Crassus tegen de Perzische lichte en zware cavalerie in 53 voor Christus was daarenboven ook een onderschatting van het tactische vernuft van de Perzen. Als geen ander wisten ze de vijand in hinderlagen te lokken.

De zoon van Crassus werd zo nog voor de vader afgemaakt door slinkse manoeuvres die het Romeinse opperbevel niet doorzag met alle fatale gevolgen van dien.

Daar stopt het verhaal van Goldsworthy; die suggereert dat de homogene ideologische sterkte van de islamitische agressor de doorslag gaf in diens eclatant snel succes

Maar Goldsworthy accentueert, zoals al gezegd, vooral de diplomatieke demarches die Romeinen en Perzen tijdens die zeven eeuwen van conflicten steeds weer ondernamen. Hij stelt kortom het imperialistische beeld bij van de traditioneel opgevoerde Romeinse agressor.

De Romeinen kozen vaak bewust voor een defensieve aanpak en voerden slechts oorlog als alle diplomatieke opties waren uitgeput: ‘Er waren tal van gelegenheden, zelfs tijdens de grote perioden van expansie, dat ze (de Romeinen, red.) er voor kozen geen gebied in te nemen of zelfs geen oorlog te voeren hoewel er een aanleiding voor was.’

Hoogtepunten

Hoogtepunten in deze grootse geschiedenis zijn naast het debacle van Crassus en Marcus Antonius de latere spectaculaire Romeinse gebiedsuitbreiding richting oosten onder Trajanus. In de derde eeuw krijgen generaal Corbulo en koningin Zenobia van Palmyra een glansrol. Langs Perzische kant zijn het de Sassaniden Shapur I en Khusro II die de show stelen.

Tot in de zevende eeuw op tien jaar tijd de islam de Sassaniden verplettert en de Vandalen en Romeinen uit Noord-Afrika verjaagt. Daar stopt het verhaal van Goldsworthy, die suggereert dat de homogene ideologische sterkte van de islamitische agressor de doorslag gaf in diens eclatant snel succes.

Tweeling

Wie meer wil weten over de bekende Perzische heersers, zoals Cyrus de Grote, Darius en Xerxes, kan terecht bij Lloyd Llewellyn-Jones en diens De Perzen. De tijd van de Grote Koningen. De Welshe archeoloog-etnograaf verdiepte zich daarbij vooral in de orale cultuur van de Achaemenidische Perzen om zijn verhaal over de legendarische voorlopers van de Parthen en Sassaniden te stofferen.

Maar ook bij hem wordt het daarbij zonneklaar dat het adagium van Rudyard Kipling van honderddertig jaar geleden nog steeds meer dan ooit opgeld maakt: ‘East is East, and West is West, and never the twain shall meet.’

In die zin is wat nu gebeurt in Oekraïne een heruitgave van de manier waarop de westerse en oosterse tweeling sinds Romeinen en Perzen elkaar al eeuwenlang hebben afgetast, bekeken en in uiterste gevallen ook meedogenloos bekampt.

Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties