‘De lastige liefde’: Walter van den Broeck blijft koning van de familieroman
Titel | De lastige liefde |
---|---|
Subtitel | roman |
Auteur | Walter Van den Broeck |
Uitgever | Uitgeverij Vrijdag |
ISBN | 9789464341652 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 272 |
Prijs | € 23.5 |
Koop dit boek |
Walter van den Broeck bewijst met ‘De lastige liefde’ eens te meer dat hij de koning van de Nederlandstalige familieroman blijft.
Is Walter van den Broeck uitverteld? Je zou het warempel gaan geloven, nu niemand het blijkbaar de moeite vond om De lastige liefde, zijn nieuwste roman, te recenseren. Eind april werd het boek boven de doopvont gehouden, maar in de pers bleef het sindsdien oorverdovend stil.
De 82-jarige Van den Broeck is nochtans zeker niet de eerste de beste en met De lastige liefde bewijst hij dat hij in de Nederlandstalige letteren de koning van de familieroman blijft. Sinds zijn debuut De troonopvolger uit 1967 timmert hij aan de weg van de genealogische roman die via een inkijk in de petite histoire van de eigen familie de grande histoire van de brede maatschappelijke geschiedenis eveneens in beeld brengt.
Van den Broeck werd in Vlaanderen wereldberoemd met zijn Brief aan Boudewijn(1980), waarin hij Sire rondleidde in het Olen van de Koperstraat en misschien nog meer met Groenten uit Balen (1972), dat dankzij de verfilming een tweede leven kende. Maar het is het vierdelige Het beleg van Laken (1985-1992) dat als zijn magnum opus wordt beschouwd.
Julio Uilenspiegel
De laatste jaren gaat Van den Broeck zonder veel literaire poespas opnieuw op zoek naar de sporen van zijn Kempense jeugd. In het recente Crossroads(2021) zette hij een epitaaf neer voor de verdwenen bruisende cultuur van het volkscafé. In De lastige liefde gaat het in de eerste plaats om een requiem voor zijn dertien jaar oudere broer Jules die in december 2021 op 93-jarige leeftijd in Mexico overleed.
De schrijver zelf grijpt die gebeurtenis aan om het verhaal van zijn flamboyante broer-avonturier uit de doeken te doen, en gebruikt daarvoor zijn 67-jarige nicht Lilliane-Lilli als spreekbuis. Jules die in het echte leven als Julio door het leven ging, is de geknipte figuur om in een schelmenroman waar Van den Broeck het patent op heeft te figureren. Nog onlangs zette Van de Broeck zich aan een opgefriste bewerking van Tijl Uilenspiegel (2022), het schelmenepos bij uitstek. In De lastige liefde is Julio dus de Uilenspiegel van dienst en zijn Van den Broecks familieleden – van neven en nichten tot zijn beide zonen Stefan en Karl – de figuranten.
Overlevingsstrategie
En ja, ook de schrijver zelf komt soms in beeld. Dat begint al wanneer nicht Lilli, dochter van Julio, als vertelster het woord neemt: ‘Mijn Belgische Uncle Walter is prozaïst en dramaturg. Zijn romans spelen zich net als die van Faulkner en Márquez doorgaans af in zijn geboortestreek. Zijn personages zijn veelal een mengsel van verzonnen en echte familieleden en dorpsgenoten.’ Lilli reconstrueert het leven van haar vader Julio-Jules vanaf het moment dat die in 1950 als 22-jarige Olenaar naar de Verenigde Staten en later dus naar Mexico verkast, waar hij trouwt met een plaatselijke schone.
Al die tijd is schrijver Walter met zijn avontuurlijke grote broer via brieven en mails in contact gebleven. Een enkele keer ging Walter trouwens op bezoek bij zijn broer en nicht in Mexico in het gezelschap van zonen Stefan en Karl, de ‘guitige’ neefjes, aldus tante Lilli. Blijkt dat die schelmse guitigheid en sporadisch sarcasme het familietrekje bij uitstek zijn van de Van den Broecken. Uiteindelijk, zo Lilli, zijn ze allicht een overlevingsstrategie geweest om de ingeboren eenzelvigheid te maskeren. Je kan immers het kind uit de Kempen halen, zoals Julio deed, maar nooit de Kempen uit het kind.
Overal Turnhout
Schrijver Walter is het levende bewijs van die laatste uitspraak. Hij koketteert met zijn honkvastheid onder het motto ‘Het is overal Turnhout’. De vertelster doet er nog een schepje bovenop met een etymologische uitweiding, waarin ze haar Mexicaanse woonplaats Cuernavaca (‘omringd door bomen’ in het Azteeks, red.) taalkundig herkent in Turnhout (‘toren in het bos’) en Olen (‘het dichte bos’): ‘Zou Uncle Walter dan toch gelijk hebben met zijn “Het is overal Turnhout” (…)?’ De roman eindigt trouwens met de veelzeggende melding dat Julio nooit uit Olen had mogen weggaan.
In dat geval hadden we natuurlijk als lezers nooit getuige geweest kunnen zijn van zijn aparte strapatsen, zoals die hier weer tot leven komen. Jules was altijd een mooie jongen geweest die de vrouwen wist te charmeren met zijn schalksheid. Hij werd bij het leger bokskampioen en toen zijn grootvader hem naar Amerika deed verhuizen, ging hij daar achter de ‘tefkens’ – grootvaders codewoord – jagen. Hij trouwde er met een bloedmooie Mexicaanse die ook literair wat in haar mars had, zo bleek later. Haar dochter Lilli trouwens ook, want ze vertaalde toneelstukken van nonkel Walter in het Spaans en kwam bij een vertaaljob in contact met de beroemde filmacteur John Malkovich toen die in Mexico City een van haar vertaalde toneelscripts regisseerde.
Lijmen
Haar andere ‘briljant-irritante’ zus Yvette die over alles een mening had, kwam in haar hoedanigheid van psychotherapeute in contact met de dochter van de Mexicaanse auteur Carlos Fuentes, zo bleek. En o ja, ook de dichter Hugues Pernath, een andere neef van de schrijver, komt even in beeld. Om maar te zeggen dat deze Mexicaanse avonturen meer zijn dan het verhaal over een dandyeske ladykiller. Julio was trouwens een Elsschotiaanse Boorman, die als verkoper van textiel menige klant wist te lijmen en daardoor een zekere welstand verkreeg.
Vertelster Lilli heeft vaak aan één zin genoeg om een personage te typeren, zoals in het geval van zus Yvette: ‘Ik heb weleens gedacht dat ze lesbisch was, maar de enige vrouw die haar leek te fascineren was zijzelf.’ Als het over de mentaliteit van de Mexicanen gaat, volstaan drie zinnen om de Vlaams aandoende sluwheid van haar landgenoten treffend te karakteriseren: ‘De Mexicanen zijn een trots, maar leep volk. Ze laten zich niet als kleuters behandelen, maar ze gaan ook de confrontatie met de belager niet aan. Ze kijken toe hoe de vijand zich te pletter loopt op zijn eigen principes en reglementen.’
Kortom, een familieroman, zeker uit handen van Walter van den Broeck, kan veel meer zijn dan dat. Van den Broecks bidprentje voor Uilenspiegel Julio, ‘wiens afwezigheid een grotere invloed op hem had gehad dan zijn aanwezigheid ooit had kunnen hebben’, blijft nazinderen. Goed dus dat hij uit Olen is weggegaan.
Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.
Stefan Hertmans surft in zijn nieuwe roman ‘Dius’ handig mee op de huidige tijdsgeest waarin elk machismo wordt verketterd en het kwetsbare en feminiene het nieuwe normaal zijn.