De stem van Sulina: vrouwelijkheid volgens Anneleen Van Offel
Anneleen Van Offel is op haar best wanneer ze een associërend web van gedachten uitbouwt rond de vrouwelijke mythologie die ze in de Donau weerspiegeld ziet.
Moeder worden in moeilijke tijden. De 32-jarige Anneleen Van Offel trok samen met haar partner met een omgebouwd busje langs de oevers van de Donau op zoek naar de moedergodin. De stem van Sulina is een knap gemonteerde ideeënroman over de valkuilen van zwanger- en moederschap. In een heldere, observerende stijl houdt ze een pleidooi voor een neoromantisch ecofeminisme.
‘Vier haar, en niet als een maagdelijke Moeder Maria, maar in al haar vlekkerigheid, in haar moedermodder, in haar dansende en wobbelige en bloedende lichaam (…), haar tepelkloven en de kringen onder haar ogen.’ Anneleen Van Offel was zwanger toen ze er met haar vriend op uit trok langs de randen van de Donau.
Ze stond op de drempel van een nieuw begin, zeg maar, en ze zocht rust en ruimte om na te denken terwijl ze samen de kronkels van de Donau volgden: van de bron in het Zwarte Woud tot de monding 2.500 kilometer verder nabij het stadje Sulina aan de Zwarte Zee.
Het resultaat is De stem van Sulina, haar tweede roman na haar opgemerkt debuut Hier is alles veilig van vier jaar geleden. De urgentie van haar nieuwe leven zorgt er deze keer voor dat ze minder verhaal en meer essayerende notities opdist. Ze laat ons meekijken in het leven van een zwangere vrouw en de bevalling zelf tot haar dochtertje één jaar oud wordt. Ze vergroot haar eigen levensdrama daarbij uit tot het lot van alle moeders en vrouwen.
Influencer Heidegger
Anneleen Van Offel heeft een missie en wil een stem geven aan de kracht en onmacht van moeders en vrouwen. Ze projecteert haar ideeën op het canvas van de Donau die in de traditionele beeldvorming meestal als mannelijk en machtig wordt voorgesteld terwijl zij juist in het vloeiende water en haar bedrieglijke oppervlakte de bodemloze vrouwelijke natuur wil celebreren. Tot zover de feministische insteek.
Ze roert ook de trom voor een nieuwe levensstijl in haar sobere mobiele tiny house. Bij haar vertrek in het Zwarte Woud maakt ze een veelzeggend ommetje naar de omgeving van Todtnauberg, waar Martin Heidegger met dank aan de presocratische filosofen en Friedrich Hölderlin in zijn blokhut een ambitieuze zijnsleer ontwierp die haar inspireerde: ‘In zijn filosofie lees ik een ecologische oproep om te leven binnen de grenzen van de aarde, een tiny house-influencer avant la lettre: maak je klein, steek je handen in de grond, verbind je met het landschap.’
Hier spreekt dus de ecologische Van Offel die de ontologische leermeester gezwind voor het karretje spant.
Nieuwe mythologie
Van Offel is op haar best wanneer ze al grasduinend in het werk van filosofen, etnologen en mytheverzamelaars een associërend web uitbouwt rond dat ecofeminisme dat ze in de Donau dus weerspiegeld ziet. Ze gaat op zoek naar een nieuwe mythologie die Hölderlin en zijn romantische tijdgenoten meer dan twee eeuwen geleden ook al op het spoor waren.
Het is bekend dat de Duitse romantici in woud en waterlopen, al dan niet bezield door waternimfen of Griekse goden en godinnen, de coördinaten voor een nieuw onstuimig levensgevoel uittekenden. Later kwamen ze op hun jeugdige Sturm en Drang terug en werden velen van hen christelijk.
Maar zover, zoals in het geval van Kristien Hemmerechts en Christophe Vekeman, is het met Van Offel nog niet.
Vrouwelijke gelijkgezinden
Voorlopig zoekt ze haar munitie vooral in het werk van vrouwelijke gelijkgezinden, zoals de Litouwse archeologe Marija Gimbutas die in de buurt van de rivierbedding van de Donau honderden vruchtbaarheidsbeeldjes opdolf.
Ze droegen een tekentaal met daarin de V van vulva prominent aanwezig. Een vrouwelijke voorloper van het traditionele geschrift en mogelijk een aanwijzing voor een heel ander oorsprongsverhaal van de mensheid dan gedacht? Van Offel versnijdt haar essayistische notities heel handig met persoonlijke ontboezemingen van de vertelster zelf over haar zwangerschap en het eerste levensjaar van dochterlief.
Vlammen en veren
Het is met vallen en opstaan dat ze zich uiteindelijk inschrijft in het veelkantige leven van alle moeders en vrouwen. Ze gaat de moeilijke momenten niet uit de weg en maakt de zogenaamde hysterie of woede van de harpijen of sirenes, zoals Sulina er een was, invoelbaar: ‘En haar woede wordt de woede van alle vrouwen, moeder of niet, ze maken zich los uit het verhaal dat ze zelf niet schrijven, wij zijn er, en het zijn geen vlammen in hun borst, maar veren.’
De stem van Sulina doet in veel denken aan Een zuil van zout, het romandebuut van Hemmerechts uit 1987. Hemmerechts legde daarbij alle gewicht op het minimalistisch uitgepuurde, rauwe verhaal van een wanhopige, eenzelvige moeder. Zij rouwt na de zwangerschap om haar doodgeboren baby.
Van Offel daarentegen zweert bij feminiene veerkracht. Ze knoopt een stemmentapijt van de uitspraken van andere al dan niet geleerde vrouwen. Dat daardoor het romanverhaal zelf dreigt te raken ondergesneeuwd, moet je er bijnemen. Maar de boodschap beklijft uiteindelijk wel.
Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.
Nergens getipt maar toch zeer de moeite waard: vijf suggesties voor cadeauboeken vol levenswijsheid, aanstekelijke geschiedenis en veel schone letteren.