Dear Comrades! Russische doofpotpolitiek
Moeder Joelia is op zoek naar haar dochter na het bloedbad van 1962 tijdens een staking in een fabriek in Novotsjerkassk.
Tot in 1992 geheim
Het is vaak door de cinema dat we ons bewust zijn geworden van moordpartijen uit de twintigste eeuw. Novotsjerkassk, bekend omwille van zijn weerbarstige Kozakkenmentaliteit, is er één van. Ze krijgt zo een plaatsje tussen de talrijke 20e-eeuwse slachtpartijen. Zo onder meer ook het Corpus Christibloedbad van 1971 in Mexico-Stad te zien in Roma, Alfonso Cuaróns zwart-wit jeugdherinneringen. Of de lang stilgezwegen massamoord op zwarte Amerikanen in Tulsa in de Amerikaanse staat Oklahoma van 1921, verwerkt in Zack Snyders Amerikaanse superheldenfilm Watchmen en in de gelijknamige serie.
In 1962 werd in het Russische plaatsje Novotsjerkassk een staking met extreem geweld onderdrukt door de Communistische Partij. Er werden 26 demonstranten omgebracht door KGB-scherpschutters. De Sovjetlegertroepen hadden naar eigen zeggen met losse flodders geschoten. Er vielen nochtans ook 87 gewonden. En dat zijn dan nog de voorzichtige cijfers. De rellen waren een direct gevolg van stijgende voedselprijzen en verlaagde lonen. Het protest begon op 1 juni. Toen verhoogde Chroesjtsjov de prijs van vlees en boter. Naar Russische gewoonte bleef dit bloedbad tot in 1992 geheim. Het werd het pas na de val van het communisme bekend. Want hoe konden arbeiders nu criminelen zijn en überhaupt staken in een arbeidersrepubliek? In regisseur Sergej Eisensteins eerste langspeelfilm Staking (Statsjka) uit 1925 waren de stakende arbeiders tegen het tsaristische regime nog volkshelden.
Sovjetbureaucratie
Deze verschrikkelijke gebeurtenissen vormen het keerpunt in het leven van apparatsjik Joelia Vysotskaya, overtuigde, hard line staliniste. In de openingssequentie zien we haar in bed praten met een man. Niet over hun liefdesleven, maar over eten: kefir, Hongaarse salami en cognac. Die man blijkt haar getrouwde baas te zijn. Hij vindt het vanzelfsprekend dat partijfunctionarissen allerlei voordelen genieten. ‘De voedselprijzen stijgen nu opdat ze in de toekomst kunnen dalen,’ is zijn redenering. Dus kameraden — ‘tovarishchi’, in de titel zelfs met een uitroepingsteken — wij doen dat ten voordele van onze arbeiders, voor onze ‘rabochiye’!
Het is dezelfde kromme logica die de varkens uit Orwells Animal Farm hanteren: ‘Kameraden! Jullie verbeelden je toch niet, naar ik hoop, dat wij varkens de melk drinken en de appels opeten met zelfzuchtige bedoelingen, om onszelf te bevoordelen? Het is ter wille van jullie dat wij dat doen.’ Om de kameraden beter te kunnen dienen en in hun plaats na te denken. De bij haar inwonende vader heeft dat soort communisme al lang door: ‘Had Kennedy tijdens de Cubacrisis de atoombom maar gegooid!’
Woedende massa’s zijn overal angstaanjagend
Het is een grote vondst om de gevolgen van de aangerichte gruwel niet gaandeweg te laten beleven door één van de slachtoffers, maar door één van de volgzame medeverantwoordelijken. Ook kaderlid Joelia vindt immers dat er hard moet worden opgetreden tegen de stakers. Zegt ze dat nu vooral om op een goed blaadje te komen bij haar chefs, het is in ieder geval door haar opportunisme dat ze het leven van haar eigen opstandige dochter in gevaar brengt. Wanneer de stakers het plaatselijk partijgebouw binnendringen, dreigt de situatie uit de hand te lopen en te escaleren. We denken even aan de recente Capitoolbestormingen: een woedende massa is blijkbaar overal angstaanjagend. Het antwoord van de gevestigde orde en de incompetente, corrupte partijtop hierop, nog afgrijselijker.
Corrupt tot op het bot
Geholpen door de enige ietwat gewetensvolle KGB ’er in de film gaat ze op zoek naar haar dochter. Ligt zij bij de doden of bij de zwaargewonden? Moeder Joelia zoekt haar in het mortuarium — waar zogezegd geen lijken liggen — op een geheime begraafplaats en in het hospitaal — waar iedereen verplicht wordt een geheimhoudingsdocument te tekenen. Ze moeten plechtig beloven dat ze nooit zullen getuigen over wat ze hier hebben gezien en meegemaakt. Siberië voor wie weigert! Executie voor ondervraagde verpleegsters wier antwoorden niet voldoen. Dat dit nu net gebeurt op het ogenblik dat premier Chroesjtsjov zijn destalinisatie en de dooi heeft aangekondigd, is voor staliniste Julia zeker geen opsteker. Haar wereldbeeld kantelt wanneer Chroesjtsjov ‘vadertje’ Stalin van zijn voetstuk gooit door diens gruwelen, onder meer de Holodomor, openbaar te maken.
Dat de nieuwe machthebbers niet moeten onderdoen qua doofpot-vindingrijkheid mag blijken uit twee partijinitiatieven om het bloedbad te laten ‘ongebeuren’: directe asfaltering van de met bloed doordrenkte straten en om 19u diezelfde avond… een dansfeestje. Kunnen Joelia en haar KGB-vriend na dit drama nog samen Aleksandrovs patriottische lied oprecht zingen? Oh kameraden, bescherm uw moederland ten allen prijze. Nauwelijks, maar het is wel het enige lied in deze volledig muziekloze historische reconstructie die eruitziet als een oude zwart-wit Sovjetfilm gefilmd in het vierkante beeldformaat.
Veteraan Kontsjalovsky
Met Chernobyl nog vers in het geheugen blijkt het eigen fouten erkennen niet bepaald de sterkste Russische karaktertrek. Wel desinformatie verspreiden, zoals te zien in Factory Of Lies: The Russian Playbook. De 84-jarige veteraan Andrej Kontsjalovsky weet dat als geen ander.
Net als zijn landgenoot Andrej Tarkovski is Kontsjalovsky de zoon van een beroemde Russische schrijver-dichter. Zijn vader was schrijver Sergej Michalkov. Zijn moeder dichteres Natalia Kontsjalovskaya. En zijn broer is regisseur Nikita Michalkov. Om verwisseling met zijn bekende broer te vermijden, nam Andrej de naam aan van zijn moeder en begon in de jaren zestig als scenarist van, zoals later bleek, twee meesterwerken: Tarkovski’s Ivans Jeugd en Andrej Roeblev. Hij regisseerde een dertigtal films, gaande van Uncle Vanya (1970) gebaseerd op Anton Tsjechov toneelstuk tot het Silvester Stallone-vehicle Tango & Cash (1989). Een zigzagcarrière die bijna een halve eeuw later eindigt met een hoogtepunt. ‘Ik ben blij dat ik het in Hollywood niet zo goed gedaan heb, buiten Runaway Train (1985).’ Hoofdrolspeler Joelia Vysotskaja zelf is geboren in Novotsjerkassk. Ze heeft echter nooit iets gehoord over het bloedbad. Zij is Kontsjalovski’s fetish-actrice en in het echte leven zijn vijfde echtgenote. Hier vertolkt ze de rol van moeder Joelia even geloofwaardig als Jasna Đuričić de rol van moeder Aida speelt in Quo Vadis, Aida? Topprestaties!
‘We zullen het in de toekomst beter moeten doen,’ is de (cynische?) conclusie van deze meeslepende zwart-wit film. Hij doet denken aan Pawel Pawlikowski’s Cold War. En net zoals Leto en Beanpole probeert hij in het reine te komen met het verleden van de Sovjet-Unie. Dat men daarvoor de Sovjethorrordoofpotten moet openbreken en de gruwelijkheden vanonder de rode mat dient te vegen, spreekt vanzelf.
Kameraden aller landen, verenigt u en ga dit sprookje van de communistische heilstaat zien!
Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.
Na 36 jaar keert regisseur Tim Burton terug met een vervolg op zijn iconische horrorkomedie ‘Beetlejuice’ uit 1988.