JavaScript is required for this website to work.

Een kleine geschiedenis van Rusland

Jef Abbeel26/9/2020Leestijd 4 minuten

Ruslandkenner en historicus Mark Galeotti neemt u bij de hand mee in een zeer leesbare samenvatting van de Russische geschiedenis.

Galeotti, Brits Rusland-specialist en auteur van het door ons al eerder besproken We moeten het even over Poetin hebben, is aan een nieuwe titel toe. In Een kleine geschiedenis van Rusland: van de heidenen tot Poetin betoogt hij dat de Russen hun geschiedenis telkens opnieuw uitvinden en dat diezelfde geschiedenis en hun taal sterk beïnvloed werden door het buitenland.

Een Scandinavisch begin

Galeotti begint z’n overzicht rond 862 met Rurik, een Viking, de geboorte van een nieuwe natie, Roes, en de eerste hoofdstad Kiev. De Scandinavische veroveraars trouwden met Slaven en hun culturen vermengden zich. Vladimir de Grote (980-1015) bekeerde zichzelf en zijn volk tot het Byzantijns-orthodoxe christendom.

Het rijk van Kiev kende genoeg vijanden, van wie de Mongolen de ergste waren. De Mongolen veroverden en verwoestten de stad tussen 1237 en 1240. Daarna werd Moskou het belangrijkste centrum van het land en de orthodoxe kerk (1325). Galeotti relativeert het ‘Mongoolse juk’: de Russische vorsten moesten belastingen betalen, maar bleven tamelijk zelfstandig. Ze werden vooral despotisch niet zozeer door de overheersers, maar om zoveel belastingen van hun onderdanen te kunnen opeisen.

Een gerespecteerde grootmacht

De grondlegger van de moderne Russische staat was Ivan de Verschrikkelijke (1533-1584), die als eerste de titel ‘tsaar’ aannam. Hij veroverde Kazan (1552) en Astrachan (1556) en begon aan de verovering van Siberië.

In 1613 kwam de Romanov-dynastie aan de macht. Michaël Romanov, zoon van de patriarch, werd gekozen door de Semski Sobor, een soort parlement. Zijn familie heerste tot 1917. De bekendste tsaar was ongetwijfeld Peter de Grote (1682-1725), met zijn twee meter lengte in een tijdperk dat de gemiddelde man 1m68 was.

Peter de Grote wilde van Rusland een gerespecteerde militaire grootmacht maken. Hij bouwde een leger en vloot uit en versloeg concurrent Zweden. Catharina de Grote (1762-1796) is de volgende grote figuur. Deze Duitse dame was een verlicht despoot in een nog middeleeuws land, waar 96% van de bevolking op het platteland woonde en het analfabetisme wijdverbreid was. Ze liet haar man vermoorden, maar zorgde ook voor vaccinatie tegen de pokken. Ook liet ze vele scholen en universiteiten bouwen en een nieuw wetboek opstellen. Ze breidde haar land uit ten koste van Polen en het Ottomaanse rijk.

Hervorming en revolutie

Alexander I (1801-1825) werd vooral bekend om de overwinning op Napoleon, die maar 23 000 soldaten overhield van 685 000, na een rampzalige veldtocht. Tijdens het ‘onverlichte despotisme’ van Nicolaas I (1825-1855) eisten 3 000 jonge officieren tevergeefs een grondwet en hervormingen. De overlevenden werden naar Siberië verbannen. Alexander II (1855-1881) hervormde wel en bevrijdde in 1861 de lijfeigenen, maar ze waren woedend omdat ze hun grond niet gratis kregen, maar moesten afkopen.

De algemene ontevredenheid groeide en ook het terrorisme, waarvan ook de tsaar-bevrijder zelf het slachtoffer werd in 1881. Zijn opvolger Alexander III (1881-1894) verstrengde het regime. Nicolaas II (1894-1917) miste bekwaamheid om de problemen op te lossen. Hij onderschatte Japan, dat de Russische vloot vernielde en revoluties volgden in 1905 en 1917.

De Eerste Wereldoorlog, een conflict dat de economie deed instorten en de prijzen deed stijgen met 400% bleek de laatste druppel. In maart 1917 trad de tsaar af, de rivaliserende Voorlopige Regering en de sovjet van Petrograd volgden hem op. Lenin pleegde zijn staatsgreep op 7 november 1917. De rest van de geschiedenis is genoegzaam bekend.

Er kwam vrede met veel gebiedsverlies, bij de enige verkiezingen wonnen de sociaaldemocraten, maar Lenin liet de vergadering ontbinden. Brood kwam er doordat de Rode Garde en de geheime politie het met veel geweld afpakten van de boeren. Twaalf miljoen mensen kwamen om tijdens de burgeroorlog (1918-1922), velen door honger en ziekte. De tsarenfamilie werd volledig uitgemoord.

Blinde terreur

Volgend op de burgeroorlog kwam Stalin aan de macht. Met blinde terreur collectiviseerde hij de landbouw, ten koste van miljoenen boeren, zeker in Oekraïne. De industrialisatie werd doorgevoerd met de export van graan, terwijl de eigen bevolking verhongerde. Ook de top van de partij en van het leger werd uitgemoord.

Ondertussen maakte Stalins propagandamachine de bevolking wijs dat het leven nergens zo goed was als in de Sovjet-Unie. De Grote Vaderlandse oorlog kostte nog eens meer dan 20 miljoen doden, maar de Sovjet-Unie kwam eruit als supermacht en heerser over Oost-Europa.

Ineenstorting en heruitvinding

Chroesjtsjov (1954-1964) milderde de terreur en diens opvolger, Brezjnev (1964-1982), zorgde voor stabiliteit, meer welvaart maar ook meer corruptie. Na twee zieke secretarissen-generaal (Andropov en Tsjernenko) probeerde Gorbatsjov het doodzieke land te reorganiseren en liet hij ‘glasnost’ of openheid toe: Voor het eerst mochten de mensen zich openlijk uitspreken.

Het effect was het tegenovergestelde van wat Gorbatsjov voor ogen had. In plaats van de Sovjet-Unie te redden, duwde hij het systeem over de rand. Een staatsgreep, die door Jeltsin onderdrukt werd, volgde en op 31 december 1991 werd de Sovjet-Unie ontbonden en vervangen door 15 nieuwe naties. Jeltsin privatiseerde de economie: Het werd een plundering en ruim de helft van de Russen belandde onder de armoedegrens.

Poetin maakte een einde aan de chaos. Olie en gas zorgden weer voor inkomsten en vele Russen klommen weer uit het dal. TV en andere media schaarden zich achter de nieuwe president. Vanaf 2007 ergerde hij zich aan de ‘vernederingen’ door het Westen en begon Rusland zich weer agressiever op te stellen. In 2008 viel het land Georgië binnen, in 2014 hechtte het de Krim aan en sinds 2015 zijn Russische militairen ook actief in Syrië.

Poetin heeft Rusland wel gestabiliseerd en opnieuw een rol bezorgd op het wereldtoneel, maar die rol is volgens Galeotti minder heroïsch dan hij zijn ‘bijzondere volk’ wil doen geloven. In plaats van een unieke, panslavistische Russische identiteit, voelen de meeste Russen zich vooral Europeanen, zelfs — en vooral — die in het Verre Oosten.

Beoordeling

Galeotti is zeer goed op de hoogte van de Russische geschiedenis, inclusief van de details. Hij heeft er een vlot leesbaar overzicht van gemaakt, gekruid met zijn eigen pittige, kritische, maar niet-opdringerige visie. Een neutraal overzicht is het zeker niet.

De kaartjes in zwart-wit zijn primitief en niet duidelijk. Er ontbreken ook een aantal belangrijke plaatsnamen zoals Koelikovo en Saraj. Na elk hoofdstuk volgt een korte literatuuropgave, met ook werken in het Nederlands. Daarin mis ik wel de boeken van Detrez, Sebestyen, Courtois, Chlevnjoek, Malfliet en Myers.

Galeotti beweert dat Rusland geen natuurlijke grenzen heeft. Dan vergeet hij evenwel duizenden kilometers Noordelijke IJszee, Beringzee, de Zee van Ochotsk en de Japanse, Kaspische en Zwarte zeeën.

Wel toont hij overtuigend verschillende keren aan dat de Russen van mythevorming houden en hun geschiedenis graag herschrijven. Dat doen ze nu nog wanneer ze een vliegtuig neerhalen of een opposant vergiftigen.

Jef Abbeel is classicus en historicus en voordrachtgever en recensent over China, Rusland-Oekraïne en Midden-Oosten.

Commentaren en reacties