Een volk van alcoholische gastvrijheid
Trommelen voert de lezer op een luchtige manier door de Russische cultuurgeschiedenis van de afgelopen 200 jaar, en heft daarbij het glas!
Kan je een cultuurgeschiedenis van Frankrijk schrijven aan de hand van champagne-etiketten? Ik heb er mijn twijfels over. Edwin Trommelen, slavist, documentairemaker en vertaler, heeft deze krachttoer echter uitgehaald voor Rusland: aan de hand van 100 etiketten op vodkaflessen heeft hij een amusante, afwisselende, rijk gedocumenteerde cultuurgeschiedenis van Rusland geschreven, een land waar het nooit saai is.
Onbegrijpelijk Rusland
Dat bewijst hij door zijn boek heen tientallen keren. Trommelen gelooft niet in de ‘Russische ziel’ (en dat soort onzin meer), maar citeert wel de bekende woorden van de negentiende-eeuwse dichter Fjodor Tjoettsjev dat Rusland met het verstand niet te vatten is, dat je er alleen in kunt geloven. Het heeft er niet de schijn naar dat de auteur zich ooit verveeld heeft in Rusland, daarvoor is zijn boek te leuk. Dat heeft zonder twijfel iets te maken met de gastvrijheid, die zwaar gecultiveerd wordt.
Trommelen beschrijft de meest uiteenlopende vodka’s, behalve Russische ook Poolse, Amerikaanse, Duitse en zelfs een Hollandse, maar het bij ons populaire Smirnoff ontbreekt, het merk waarover in de jaren negentig een hevige juridische patentenstrijd is uitgebroken. Het Hollandse vodkamerk heet Oblomov, naar de beroemde en voor velen sympathieke held die te lui is om uit zijn bed te komen en een vrouw (die hem in de schoot geworpen wordt) lief te hebben. Maar het portret op het etiket is dat van Tsjechov… een stommiteit die natuurlijk alleen in Nederland kan voorkomen, zoals de auteur ridderlijk toegeeft.
Alcoholische gastvrijheid
Merkwaardig is dat de auteur niets zegt over de smaak van Ruslands drank nummer 1 of over de prijs. En al evenmin hoe je de exuberante Russische alcoholische gastvrijheid moet overleven, de grootste uitdaging voor de Ruslandreiziger. De keuze van vodkamerken is dan ook overweldigend. Je hebt zo-maar-namen zoals Groetjes, Wegwezen! Zelfstook en Vodka 3.62 – het merk noemt heel handig zelf de prijs.
Er zijn heel bekende merken als Moskovskaja, Psjenitsjnaja, Oktjabrskaja, of merken die naar een regio of geografisch kenmerk genoemd zijn; denk aan Koeban, Belomor en Kremlin. Veel dragen de namen van bekende nationale figuren: Stalin, Gorbatsjov – hoewel eigenlijk een Duits merk – Tsjajkovski, Mendelejev, Poesjkin, Peter de Grote, Oom Vanja, Raspoetin; of eerder volkse namen als Van Petrovitsj en Nikita.
En dan zijn er nog de ronduit gekke of absurde etiketten: Katerloos, Russische Maat – contradictio in terminis? – Nieuwe Rus, Kosjere Joodse, Volkscontrole (volksvijand nummer één!), Penoze, Tsarenkroeg en nog zo veel meer. Zelfs de politieke mafketel Zjirinovski heeft z’n eigen merk gekregen.
Cultuurgids
Bij elk merk vertelt Trommelen een of andere geschiedenis over politiek en cultuur, aardrijkskunde, uitvindingen, literatuur, film, heden en verleden. Als je al de onderwerpen opsomt die in het boek spelenderwijs of terloops aan bod komen, heb je zo goed als heel de Russische cultuurgeschiedenis van de afgelopen twee eeuwen gehad.
Het is een verdienste om dit zo te kunnen brengen. Hier alleen al voor dit boek aanbeveling om als onderdeel landskunde bij opleidingen Russisch, slavistiek of taalcursussen Russisch gebruikt te worden. Het zal de student met plezier met het land leren omgaan. Het wijst op honderden Russische fenomenen die ertoe doen en herkenbaar zijn voor wie in het land is geweest en die de toekomstige bezoeker, reiziger of correspondent van pas zullen komen.
Het bevat ook tientallen leuke en bruikbare woorden waar elke student Russisch zijn voordeel mee kan doen. Achterhaald is, godzijdank, het woord avoska – het boodschappentasje dat Sovjetburgers in de jaren zeventig en tachtig bij zich hadden voor in het geval er eens iets te krijgen zou zijn. Ik zou het vertalen als ‘misschiennetje’ (te lezen al naargelang als misschíennetje of als misschiennétje). Jolki-palki kun je dan weer vertalen als asjemenou of kus-nou-mijn-oor (in het Antwerps), amaai-amaai.
Krab een Rus, en je vindt een Tartaar
In dit boek kon de huidige pachàn (bendeleider) Poetin natuurlijk niet ontbreken. Er worden veel juiste dingen over de man gezegd, maar één ding klopt niet: hij noemde de instorting van de Sovjetunie niet ‘de grootste catastrofe van de twintigste eeuw,’ maar ‘een heel grote catastrofe’ (velitsjajsjaja), toch een groot verschil. In elk geval was die gebeurtenis het grootste geluk in zijn leven, anders was hij eenvoudig KGB’ertje in Oost-Duitsland gebleven.
En de laatste woorden die Tsjechov sprak, toen hij in Badenweiler crepeerde van tbc, was ‘Ich sterbe’ (niet slecht voor iemand die geen Duits sprak). En tenslotte zijn de onsterfelijke woorden ‘Grattez le Russe et vous trouverez un Tartare’ niet van de prutsveldheer Napoleon, maar van Madame de Staël. Maar een andere bron beweert dan weer van Joseph de Maistre.
Dat is een beetje als met de uitdrukking ‘ijzeren gordijn,’ volgens de meesten door Joseph Goebbels gelanceerd (1945) en door Churchill gepopulariseerd (1946), maar in feite kwam het begrip al voor in een tekst van de Russische filosoof Vasili Rozanov van 1918 (toen had hij al door dat Rusland op isolatie van de rest van de wereld afstevende).
Rond dezelfde tijd dook het trouwens ook op in een reportage van de Belgische socialist Emile Vandervelde. Die schreef in zijn memoires in 1938 over het ‘ijzeren gordijn’ dat was neergevallen tussen hem en Lenin, die hij trouwens helemaal niet als een grote persoonlijkheid zag.
Rusland in 101 wodka-etiketten is een prachtig boek: grappig, droevig bij tijden, altijd inspirerend en geschreven door een man die het land kent. Het is een boek om lang van te genieten. Als je elke dag één vodka leest (en één drinkt), ben je rond tegen dat de Corona-crisis achter de rug is. Davaj! (Laten we d’r een drinken!)
Prof. Emmanuel Waegemans in emeritus hoogleraar aan de KU Leuven. Hij bestudeert o.a. de Russische emigratie, de Russisch-Nederlands-Belgische betrekkingen en de Russische literatuur. Hij is ook voorzitter van het Filip De Pillecyn Comité.
Alec van der Horst schetst in zijn nieuwe boek een fascinerend portret van Parijs in de negentiende eeuw, toen de stad ‘de interessantste plek op aarde’ was.