JavaScript is required for this website to work.

In het Vlaamse verleden ligt het heden

Theo Lansloot9/6/2018Leestijd 3 minuten
TitelDe eerste Vlaamse ruimte
SubtitelDe kerkelijke driedeling van de Nederlanden in 1559
AuteurHerman Van der Haegen
UitgeverDoorbraak
ISBN9789492639097
Onze beoordeling
Aantal bladzijden71
Prijs€ 19.95
Koop dit boek

Auteur Herman Van der Haegen (1929), een Nederlandstalig Brussels ketje. is sociaal geograaf en emeritus hoogleraar aan de KU Leuven, waar hij sociale en historische geografie doceerde. In zijn nieuwe boek De eerste Vlaamse ruimtebesteedt hij dan ook veel aandacht aan de ontwikkelingen destijds in Brussel en Leuven.

In zijn boek beschrijft hij hoe keizer Karel V in 1559 van de Nederlanden een statenbond maakte. De keizer was de achterkleinzoon van Karel de Stoute.Net als zijn overgrootvader streefde hij naar een bufferstaat tussen Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie. Binnen de net ontstane Nederlanden werd het Vlaamse Gewest tegelijk voor het eerst in de geschiedenis als één geheel erkend en ruimtelijk omschreven.

Bovendien werden de Nederlanden op basis van sociaaleconomische, verkeerstechnische en taalfactoren in drie regio’s verdeeld: de Noordelijke Nederlanden (ten noorden van de grote rivieren), ten zuiden daarvan de Nederlandstalige (‘Flandricas’) en de Franstalige (‘Gallicas’) in de Zuidelijke Nederlanden.

Driedeling

Professor Van Der Haegen wijst er op dat de Belgische staatshervorming deze driedeling nu ook politiek ten dele heeft gerealiseerd al komt de Nederlandstalige Gemeenschap nog steeds niet helemaal aan haar trekken. Taalperikelen over het gebruik van Diets (Middelnederlands) en Frans waren toen nooit ver weg. In dit landje blijft de minderheidstaal Frans vandaag nog rivaliseren met de meerderheidstaal Nederlands.

Verder denken velen in Vlaanderen nu nostalgisch terug aan de tweede scheuring in de Nederlanden in 1830. In Gent komt er nog dit jaar een standbeeld van Koning Willem I.

Als contrareformatorisch vorst maakte Karels zoon Filips II de Nederlanden ook kerkelijk onafhankelijk van Franse en Duitse kerkprovincies.Daardoor ontstonden in de Nederlanden drie kerkprovincies met in totaal achttien bisdommen. Vele Nederlandstalige randgebieden werden echter aan Franstalige bisdommen zoals Doornik gehecht met alle nefaste gevolgen vandien. Frans-Vlaanderen ging staatkundig, kerkelijk en cultureel verloren. De taalgrens werd staatsgrens. De jongste tijd is er een lichte kentering. Heel wat Frans-Vlamingen grijpen terug naar het Nederlands waartoe hun voorouders veel hebben bijgedragen. Zij zijn aldus in staat vrijuit te communiceren met Nederland en Vlaanderen en daar zelfs te studeren of te werken.

Jammer genoeg wordt dit tegengegaan door anderen die een Frans-Vlaams dialect voorstaan dat nergens toe dient. Eenzelfde aanpak heeft zowel de monarchie, als het keizerrijk en de republiek steeds aangenomen ten opzichte van de andere in Frankrijk bestaande talen: Baskisch, Bretoens, Corsicaans en Duits in de nu vrijwel geheel verfranste Elzas.

Iets dergelijks beogen president Macron en zijn vrouw met Frans als enig communicatiemiddel binnen de Europese Unie nadat zij, geholpen door bondskanselier Merkel, het VK uit de Unie hebben gekregen. Of zij uiteindelijk in hun opzet slagen blijft de vraag.

Aanbevolen

Het werk is zeer lezenswaard want, zoals de auteur zelf schrijft: “ In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal”. Hij toont dit ook met overtuigende elementen aan. Aanbevolen lectuur dus voor allen die meer willen weten over een weinig bekende tijdspanne in de geschiedenis der Nederlanden en begaan zijn met de vraag waar onze contreien en het Nederlands heengaan. Vele Vlamingen en de meeste media hanteren nog altijd een soort tussentaaltje dat ‘Belgisch Nederlands’ wordt genoemd. Wat dat precies betekent is een open vraag.

In tegenstelling tot deRadio Télévision Belge Francophoneis in de naam van de Vlaamse Radio en Televisie (VRT) geen verwijzing naar het Nederlands terug te vinden. Dit draagt er zeker niet toe bij de wereld bij te brengen dat in de deelstaat Vlaanderen de taal het Nederlands is. Bovendien kent het buitenland vaak alleen het veruit verfranste Brussel en het ten gronde Franstalig vorstenhuis. Ondertussen is het internationaal wel wat doorgedrongen dat hier benevens Frans ook nog wat anders wordt gesproken. Wat, is niet altijd duidelijk. Vanuit Franstalige hoek is men er dan ook als de kippen bij om, overigens niet gans ten onrechte, dit taaltje als Vlaams te bestempelen. Eigen schuld, dikke bult! En Nederland heeft door de eeuwen heen bewezen weinig om zijn eigen taal te geven. Engels als voertaal in de Nederlandse universiteiten bewijst dat nog maar eens (20% bachelorstudies; 70% masteropleiding).

Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.

Commentaren en reacties