JavaScript is required for this website to work.

Hercules op de tweesprong

Externe Auteur7/6/2023Leestijd 5 minuten
TitelHercules op de tweesprong
AuteurAndreas Kinneging
UitgeverPrometheus
ISBN9789044654134
Onze beoordeling
Aantal bladzijden567
Prijs€ 40.00
Koop dit boek

Het nieuwe boek van Andreas Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie in Leiden, telt achtentwintig hoofdstukken. Daarvan verschenen er dertien in zijn eerdere boek Geografie van goed en kwaad (2005), maar de auteur bewerkte ze voor Hercules op de Tweesprong. De overige vijftien hoofdstukken verschenen eerder in andere bundels en tijdschriften, vier werden speciaal voor Hercules op de Tweesprong geschreven.

Het thema van het boek is glashelder en het is hetzelfde gebleven sinds de verschijning van zijn dissertatie uit 1994: Aristocracy, Antiquity and History. Dat thema is de strijd tussen de ‘Ouden’ en de ‘Modernen’. De discussie tussen de Ouden en de Modernen is een dispuut uit de achttiende eeuw. Daarbij verstaat Kinneging onder de Ouden: de antieken, middeleeuwen, Reformatie en Renaissance. Onder de Modernen verstaat hij de Verlichting maar ook de Tegenverlichting.

Daarbij is het opmerkelijk dat Kinneging — grofweg — partij kiest voor de Ouden. Allerlei antieke wijsheden en inzichten die we geneigd zijn af te doen als ‘verouderd’ haalt hij juist naar voren als cultuurgoed dat het verdient te worden heroverwogen, ten dele ook te worden hernomen, want de moderniteit heeft een aantal blinde vlekken, fatale blinde vlekken zelfs, zodanig dat vooruitgangsgeloof onverantwoord is.

Simpel en direct

Het boek zit vol interessante interpretaties van de grote denkers als Plato, Aristoteles, Augustinus, Thomas van Aquino, Hobbes, Rousseau en Nicolai Hartmann. Voor de klassieke denkers koestert Kinneging een bijna religieuze verering en dat werkt enorm enthousiasmerend voor de generaties studenten die nu al enkele decennia aan zijn zorg zijn toevertrouwd. Ik ben zelf ook een groot fan van zijn schrijfstijl, een schrijfstijl die Jacques Barzun eens typeerde als ‘simple and direct‘. Misschien is een vergelijking op zijn plaats.

De Canadese filosoof Charles Taylor (geb. 1931) schrijft ook zulke monumentale boeken als Kinneging, maar begint zijn zinnen met een voorzichtige stelling die dan in een bijzin alweer wordt ontkracht (‘genuanceerd’, zeggen zijn bewonderaars). Aan het eind van zo’n boek blijft de lezer in verwarring achter met alleen maar vragen. Wat heeft de schrijver nu gezegd? Hééft hij wel iets gezegd? Je hebt het gevoel dat je een hap slagroom hebt genomen.

Schematisch geanalyseerd

Dat heb je bij Kinneging dus ooit. Hij vertelt je bijvoorbeeld dat er één boek is van Rousseau dat je moet lezen: diens Discours sur l’origine et les fondements de l’inégalité parmi les hommes (1755). Al het andere werk van Rousseau vloeit daaruit voort. En daaruit vloeit dan weer een heel belangrijke lijn in de moderniteit voort, een lijn die zich manifesteert in het marxisme en die tot aan 1991 (ineenstorting van het Sovjet-imperium) de wereld diepgaand heeft bepaald. Of hij vertelt je dat er één politieke filosoof is die de grondideeën van de moderniteit beslissend heeft geformuleerd: Thomas Hobbes.

Die analyses zijn misschien schematisch of zelfs té schematisch, maar ze geven didactisch een enorm houvast aan de studenten en aan de algemene lezer. Je hebt bij Kinneging nooit dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Hij vertelt dat je het bos kan opdelen in twee groepen bomen. Hij wijst ook aan waar die bomen staan. En hij vertelt je welke boom goed is en welke kwaad. Dat is ook de betekenis van zijn boek uit 2005, Geografie van goed en kwaad, dat aan de basis ligt van Hercules op de Tweesprong. Hij is daarmee, vind ik, ook een veel prettiger beoefenaar van de ideeëngeschiedenis dan, bijvoorbeeld, Isaiah Berlin (1919-1997) bij wie je alle bomen kan vinden maar geen bos.

Kritiek op liberalisme

Het is misschien ook goed iets te zeggen over Kinneging en het conservatisme. Ik ken Kinneging sinds ongeveer 1988. Hij trad toen naar voren als secretaris van een werkgroep van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD. In die werkgroep (bestaande uit F. Bolkestein, B. Crouwers, J.A.A. van Doorn, K. Groenveld, A.A.M. Kinneging en H. Langman) bezon men zich op de grondslagen van het liberalisme. Kinneging was officieel slechts de secretaris van de groep maar de facto was hij eigenlijk de schrijver van het rapport.

Hij onderscheidde toen twee soorten bomen in het liberalisme: een ‘utilitaristische variant’, die terugging op Jeremy Bentham, en een ‘ontplooiingsvariant’ die terugging op J.S. Mill. Bentham was de verlichtingsdenker, Mill de romanticus. Daarmee zie je de twee stromingen binnen de moderniteit zich aftekenen die de leidraad zouden vormen voor Kinneging’s nog te ontwikkelen visie op de moderniteit. Volgens mij was toen toch wel de dominante trend kritiek op de romantiek. Immers, de narcistische preoccupatie met het eigen zelf leidde tot sociale erosie.

Eén jaar later, in 1989, promoveerde ikzelf in Leiden op Conservatisme en cultuurrecht: over de fundering van recht in rechtsbeginselen, met een sympathiserende bespreking van het klassiek conservatieve gedachtengoed. Kinneging identificeerde zichzelf toen nog als liberaal. Maar hij werd geleidelijk aan steeds kritischer over het liberalisme. Steeds meer zocht hij toenadering tot de Traditie. In Hercules op de Tweesprong schrijft hij dat ook met een hoofdletter T, zoals men het in orthodox christelijke kringen heeft over ‘de Schrift’.

Religie

Is Kinneging een religieuze denker? Dat zou men bijna vermoeden, gezien zijn sympathiserende beschrijving van de religieuze tradities van christendom, jodendom en islam. Maar zo’n vermoeden zou in zoverre onterecht zijn, dat hij niet gelooft in het bestaan van God, niet naar de kerk gaat, niet bidt tot God en dus leeft als een atheïst.

De term ‘atheïst’ zal hij echter weer afwijzen als zelfidentificatie omdat die hem doet denken aan een ideologisch-zelotische beleving van de afkeer van God. En de religieuze traditie van de inspirator van de heilige boeken hebben aan hem, Kinneging, en ook aan ons allemaal, de ‘heilige boeken’ gegeven van de canon, van de Traditie, wat weer zijn Religie is (als men dat woord wil gebruiken).

Heroriëntatie op de Traditie

Laat ik afsluiten met een paar opmerkingen over de waarde van het werk van Kinneging voor de rechtsfilosofie in Leiden, en eigenlijk ook voor de rechtsfilosofie in het algemeen. Kinneging heeft een geheel eigen interpretatie gegeven aan de opdracht tot het geven van rechtsfilosofisch onderwijs aan studenten rechtsgeleerdheid. Aan andere universiteiten sluit men vaak aan bij de twintigste-eeuwse rechtsfilosofie, voornamelijk die van het rechtspositivisme van H.L.A. Hart, diens kinderen en kleinkinderen, en blijft de Traditie onbelicht. De Traditie is immers oud, achterhaald gedachtengoed: rechtsfilosofische prehistorie.

Het behoeft weinig betoog dat dit niet de opstelling is van Kinneging. De laatste grote twintigste-eeuwse denker wiens werk door hem belicht wordt, is de Duitse filosoof Nicolai Hartmann (1882-1950) wiens monumentale werk over de ethiek hij opnieuw deed uitkomen.

Ik denk dat Kinneging met die heroriëntatie op de Traditie een grote verdienste heeft. Maar zeker zo belangrijk is de manier waarop hij zijn taak als ‘public educator‘ heeft opgepakt. Door studenten, en andere lezers van zijn werk, aan te sporen de grote vragen over de grondslagen van rechtsstaat en democratie opnieuw te stellen en opnieuw en met heldere posities te beantwoorden. En dat vaak met een verfrissende verwerping van recente nieuwlichterij.

Premoderne inspiratie tegen het verval

In 2004 publiceerde ik zelf een boek met als titel Tegen de decadentie: de democratische rechtsstaat in verval. Dat zou zomaar een titel kunnen zijn van één van de boeken van Andreas Kinneging.

Want de democratische rechtsstaat is in verval. Wie onze hedendaagse politici van WEF-vergadering naar Bilderberg-conferentie ziet reizen, ziet een cultuur in verval: een globalistische elite zonder intellectuele bagage. De schade die aan ons staatsbestel wordt toegebracht door gebrek aan staatrechtelijke, politiek-filosofische en rechtsfilosofische vorming is gigantisch. Het is de grote verdienste van Kinneging dat hij aan enkelen onder ons de weg heeft gewezen naar een rijke traditie van premodern gedachtegoed, waarbij we inspiratie kunnen opdoen voor het beteugelen van de crisis van onze tijd.

Hercules op de Tweesprong van Andreas Kinneging is verkrijgbaar bij onze webwinkel.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties