House of Hummingbird: coming-of-age in Seoul
Titel | House of Hummingbird |
---|---|
Regisseur | Bora Kim |
In de zalen vanaf | 19/08/2020 |
Onze beoordeling | |
Meer info |
House of Hummingbird is een fijnzinnig en aandoenlijk Zuid-Koreaans coming-of-age portret van een 14-jarig meisje in Seoul, anno 1994.
Talloze godsdiensten en culturen vieren de overgang van het kind-zijn naar volwassenheid. Het vormsel voor twaalfjarigen bij ons, de Bar Mitzvah voor dertienjarige joodse jongens en de quinceanera voor vijftienjarige meisjes in Centraal en Zuid-Amerika. Met als extremen de ‘walkabout’ van de Aboriginals tegenover de Amerikaanse ‘sweet sixteen’ parties.
Ook films focussen graag op de psychologische en morele groei naar maturiteit. Het coming-of-age verhaal floreert: een vaak autobiografisch verhaal met als onderwerp de ontwikkeling van kind of puber naar volwassenheid. Het genre behandelt meestal een hoofdpersonage dat een proces ondergaat van groei en ontwikkeling, voornamelijk gevoelsmatig; en onderweg obstakels ondervindt, deze overwint en daardoor meer volwassen wordt.
Meestal een pijnlijke zaak
Of het nu gaat om jongens of meisjes, volwassen worden lijkt meestal een pijnlijke zaak. Op het einde van Truffauts Les Quatre cent coups (1959) loopt de veertienjarige Antoine Doinel van huis weg en komt hij terecht in een jeugdgevangenis. Hij weet te ontsnappen en belandt op een desolaat strand.
Het laatste beeld van Antoine Doinel, die ons gedesillusioneerd in de camera aankijkt, laat niemand onberoerd. In de trieste eindscène op het strand van Shane Meadows’ This is England (2006) is het Shaun die ons zo aankijkt in een freezeframe op de tonen van het melancholische nummer Please, Please, Please Let Me Get What I Want van de Engelse rockband The Smiths. En in Sweet Sixteen (2002) van Ken Loach is het Liam.
Meisjes zijn niet beter af
Zijn meisjes dan beter af? Zelfs omringd door begripvolle ouders en een lieve vrijer is de ongewenste zwangerschap voor de 16-jarige Juno, in de gelijknamige komedie van regisseur Jason Reitman, geen lachertje. Met een extreem religieuze, alleenstaande moeder is het voor Carrie, geesteskind van Stephen King en verfilmd door Brian De Palma met een remake van Kimberly Peirce, zelfs pure horror.
In Terrence Malicks cult roadmovie Badlands (1973) woont de 15-jarige Holly alleen met haar vader. Wanneer de twintiger Kit, een vuilnisman, verliefd op haar wordt, laat haar vader weten dat Kit zijn dochter met rust moet laten. Kit schiet hem neer, steekt samen met Holly het huis in brand, en ze beginnen samen aan hun nieuwe Bonnie-en-Clyde-leven.
Sofia Coppola’s The Virgin Suicides (1999) over de enigmatische zelfmoord van de vijf zussen Lisbon, is nog dodelijker. Dan zijn de vier zusjes March beter af. Little Women (2019) van Greta Lady Bird Gerwig is nu al de vijfde verfilming van Louisa May Alcotts klassieker Onder moeders vleugels.
Hallyuwood
En coming-of-age in de Oost-Aziatische cinema dan?
Sinds Bong Joon Ho’s Parasite (2019) zowel de Oscar voor beste film als de Gouden Palm won – alleen Delbert Manns debuut Marty (1955) slaagde daar ook in – spreekt men nu internationaal over het succes van de Koreaanse Film, oftewel de Hallyuwood Cinema: Hallyu (= Korean Wave) en Hollywood.
Dit succes kwam niet uit het niets: de Zuid-Koreaanse filmregisseur Kim Ki-duk won voordien al tal van prijzen. Maar het was Bong Joon Ho, regisseur van onder meer Snowpiercer en Okja, die Korea op de wereldkaart plaatste en in zijn vaderland tot nationale held werd uitgeroepen.
Het verschil tussen Okja en House of Hummingbird kan niet groter zijn. Okja werd twee jaar voor Parasite gedraaid met 50 miljoen dollar aan Netflix-budget. De film met topacteurs Paul Dano, Tilda Swinton en Jake Gyllenhaal gaat over Mija, een Zuid-Koreaans weesmeisje dat enorm verknocht is aan haar reuzenvarken Okja, door genetische manipulatie tot stand gekomen.
Omschreven als ‘E.T., maar dan met meer varkensdrek’ is Okja een film met spectaculaire actiescènes en indrukwekkende visuele effecten die noch de vleesindustrie, noch het A(nimal) L(iberation) F(ront) spaart.
De kolibrie
House of Hummingbird, daarentegen, het regiedebuut van cineaste Bora Kim is, ondanks zijn lengte, 2u en 18 min, de eenvoud zelf. Centraal staat de eenzame 14-jarige Eun-hee, magistraal vertolkt door Ji-hu Park, in praktisch elk beeld aanwezig, de kolibrie uit de titel.
Dat vogeltje, ook wel de helikopter onder de vogels, kan als enige achteruitvliegen, zelfs recht omhoog en omlaag. De snelle vleugelslag van de kolibrie, niet toevallig het logo van het Diabetes Fonds, vraagt echter heel veel energie die verkregen wordt uit de suikers in de nectar.
Net als de kolibrie moet de protagoniste van Bora Kims eerste film het juiste evenwicht vinden tussen het bittere en het zoete van het leven in Seoul anno 1994, achttien jaar voor Gangnam Style de meest bekeken video ter wereld werd. In deze banale video met de meeste ‘likes’ op YouTube ooit, bezoekt de Zuid-Koreaanse rapper PSY, zittend op een fictief paard en zwaaiend met een denkbeeldige lasso verschillende chique locaties.
Geen Gangnam Style
Vanaf de openingsbeelden zien we vooral de bittere kant van Eun-hee’s leven. Ze woont in een vervallen huurkazerne met haar hardwerkende ouders die een winkel exploiteren met zelfgemaakte rijstcakes en bitter weinig aandacht schenken aan hun puberende tiener. Haar oudere zus is meestal het huis uit en van haar pestende broer krijgt ze geregeld een pak slaag omdat ze haar studies verwaarloost.
Haar ouders maken dikwijls ruzie en van haar moeder, die haar in de openingsbeelden zelfs niet binnenlaat, krijgt ze allen maar kritiek op de aangekochte groenten. De scène waar ze haar vader betrapt op het inoefenen van danspasjes, die hij uitlegt als tennisopslagen, spreekt boekdelen. De man bedriegt zijn vrouw en haar dysfunctionele familie zal haar leerachterstand niet vooruithelpen. De oom-alcoholist die zelfmoord pleegt al evenmin.
Latere dienstmeid
Op school kan ze nauwelijks volgen en haar tirannieke leraar heeft haar al opgegeven. ‘Meisjes als Eun-hee kunnen we later gebruiken als dienstmeid’, hoort ze haar klasgenoten fluisteren. In een strak georganiseerd land als Zuid-Korea waar iedereen wordt klaargestoomd voor de universiteit, is de artistiek getalenteerde Eun-hee die stripverhalen tekent, zeker geen hogeschoolkandidaat. Haar botte leraar is niet bepaald pedagogisch onderlegd: hij laat zijn leerlingen de minst bekwame klasgenote kiezen en drilt hen met het refrein ‘‘In plaats van naar de karaoke, wil ik naar Seoul National University gaan.’
De liefde is als glas
Op die karaoke zingt Eun-hee, de micro in de hand: ‘De liefde is zoals glas; ze schittert mooi maar breekt zo gemakkelijk.’ De reden: noch haar onervaren vriendje Ji-wan met wie ze leert tongzoenen, noch haar vriendinnetje Ji-Suk met wie ze gaat shopliften, kunnen haar broosheid verhelpen.
Komt daar nog bij dat ze moederziel alleen naar de kliniek moet om een tumor te laten onderzoeken. Gelukkig wordt die tragiek niet uitgemolken voor melodramatische doeleinden. Integendeel. Het is net door die tegenslagen dat Eun-hee zal overleven: wat haar niet doodt, maakt haar sterker.
De cram school
Op de cram school – de term is afgeleid van het werkwoord ‘cramming’, wat zoveel betekent als ‘in korte tijd hard studeren’ – wordt ze bijgewerkt door Young-ji, een lerares die eindelijk oog heeft voor Eun-hee’s tekentalent. De boeken die Eun-hee leest in de film, Knulp van Hermann Hesse en Le Rouge et le Noir van Stendhal illustreren op een of andere manier de bildungsroman over de 14-jarige Knulp en de 18- jarige Julien Sorel.
De instorting van de Songsu-brug
Het is dit meesterwerk van de Franse literatuur dat Eun-hee wil terugbezorgen aan haar favoriete lerares, tot House of Hummingbird beslist om het lot van haar hoofdpersonage te verbinden met de geschiedenis van Zuid-Korea. De film doet dat drie keer via televisienieuwsberichten: Korea’s deelname aan het Wereldkampioenschap voetbal, het overlijden van de Noord Koreaanse leider Kim Il-sung en de instorting van de Songsu-brug over de Han-rivier tijdens de ochtendspits. Een stadsbus en verscheidene auto’s stortten in het water en 32 mensen komen om; te vergelijken met de ramp van de Morandibrug in Genua. Om meer te weten over deze originele symbolische climax moet je Bora Kims fijngevoelig en aandoenlijk coming-of-age portret zelf gaan zien.
De rijstcakes op een ander zien er altijd beter uit
Ondanks het feit dat deze gevoelige en tedere film iets te lang is, verdient House of Hummingbird een plaats in de canon van coming-of-age films. Dit uitstekend intiem debuut van Bora Kim – zowat de enige vrouw in het mannelijke Koreaanse pantheon – over het vele leed en de occasionele vreugdes van vrouwelijke adolescentie, illustreert duidelijk dat Zuid-Koreaanse cinema bijzonder goed gedijt in uiteenlopende genres.
Van Yeon Sang-ho’s horror zombie-epos Train To Busan (2016), over Lee Chang-dongs stijlvolle Murakami-verfilming Burning (2018) tot Park Chan-wooks brutale neo-noir actiethriller Oldboy (2003) of diens erotische thriller The Handmaiden (2016)! Of geldt hier het bekende Koreaans spreekwoord ‘Nameui tteogi deo keo boinda’ (De rijstcakes op een ander zien er altijd beter uit)?
Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.
De docuserie ‘Wyatt Earp and The Cowboy War’ en de westernserie ‘Billy the Kid’ stellen Amerika’s meest legendarische iconen in een nieuw daglicht.