JavaScript is required for this website to work.

Ik ben slachtoffer, dus ik ben

Herre Daelemans14/12/2019Leestijd 4 minuten

Er waart een spook door het Westen. Het was de ondertitel van een boek, over Cultuurmarxisme, dat in sommige kringen heel wat gegniffel opleverde. Een spook? Blijkbaar niet. Recent verscheen een vervolg: Identiteit, Diversiteit en de Culture Wars.

Check your privilege!

Dit verhelderende boek over identiteitspolitiek zag het licht onder eenzelfde redactie als het vorige: Paul Cliteur en Perry Pierik en met bijdragen van diverse auteurs (o.a. Sid Lukkassen, Afshin Ellian, Pamela Pinas en ook Theo Francken & David Dessin, Darya Safai)

Identiteitspolitiek is in een notendop het doortrekken van de marxistische bovenbouw-onderbouw theorie naar culturele debatten, zoals historicus (en Doorbraak-publicist) Sid Lukkassen dat stelt: iemands ideeën weerspiegelen dan altijd zijn/haar economische positie. Vertaald naar identiteitspolitiek klinkt het zo: ‘uw statement heeft geen waarde want u heeft een onderdrukkend systeem verinnerlijkt en u leeft naar de normen van dat systeem om u zelf te bevoordelen.’  Klinkt bekend, niet? Uw visie wordt buitenspel gezet. Punt.
U kunt namelijk niet over onderdrukking meespreken, want u heeft een blanke huid, werkende ouders, een heteroseksuele aard, ondersteunende familiebanden, een veilig onderkomen (Sid Lukkassen). Check your privilege!

Grappig is hierin dat dit soort opvattingen wel eens stuk lopen op de realiteit, zoals Lukkassen aantoont: toen de Mexicaans-Amerikaanse Zimmerman een Afro-Amerikaanse tiener doodschoot, dienden de media snel een nieuwe term te introduceren – white latino -, om de dader alsnog in de categorie van ‘onderdrukkers’ te kunnen plaatsen. Wie het minst blank is, wordt het meest zielig beschouwd. Identiteitspolitiek dus.

Dit discours is zodoende cultuurmarxistisch omdat het de wetenschap in dienst stelt van radicaal en raciaal (anti-blank) activisme. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de schuldcomplexen die men voorbehoudt aan de westerse cultuur. De islam daarentegen, schrijft Lukkassen (p. 21), is volstrekt ongevoelig voor dit soort morele chantage, ook al kent zij net zo goed een slavernijgeschiedenis in het Ottomaanse Rijk.

Integratie levert slachtoffers op

Je kan er mee lachen, maar het wordt gevaarlijker wanneer het eenmaal gangbaar wordt om specifieke rechten op te eisen voor groepen.  Het kan, dixit Lukkassen in zijn bijdrage, dan immers net zo goed ‘gangbaar’ worden om de besluiten van de rechtsstaat naast zich neer te leggen, wanneer dat voor die groepen beter uitkomt.
Ook grappig is overigens dat het toverwoord ‘integratie’ een illusie werd – dat heeft iedereen ondertussen door – en daarom vervangen is door de term ‘diversiteit’. Integratie, zo zegt historicus en uitgever Perry Pierik, is een ‘foute witte term’ geworden, omdat het diversiteit uitsluit en voor meer homogeniteit staat en bijgevolg geen recht deed aan de ‘gewenste verscheidenheid.’ (p185). Pleiten voor integratie levert slachtoffers op’ …jawel!

Prof. Paul Cliteur gaat naadloos verder door aan te tonen dat Wilders volgens de goegemeente  ‘discrimineert’, terwijl de aandacht voor (bijvoorbeeld) de veiligheid van homoseksuelen op straat plots verandert in de bezorgdheid om een etnische minderheid. Zo kan de hoofdcommissaris, gezellig aanschuiven aan de iftar en de veiligheid van homo’s opzij schuiven, want het is tenslotte de Marokkaanse gemeenschap die het slachtoffer is.

Tegen die identiteitspolitiek haalt Cliteur elf bezwaren aan. Ik som ze even op, want het geeft alvast een beeld.
Identiteitspolitiek doet het nationale verband eroderen, heeft een onaangename (agressieve) stijl van communiceren (niet constructief maar beschuldigend), zij vestigt een taboe op kritiek, zij is duidelijk narcistisch, zij creëert ongelukkige mensen, zij schept een fictieve werkelijkheid, zij is racistisch, zij is anti-secularistisch, zij is paradoxaal genoeg niét inclusief maar juist uitsluitend, zij wordt selectief ingezet en zij valt moeilijk te rijmen met het ideaal van verdraagzaamheid.

Een alternatief voor identiteitspolitiek?

Volgens Cliteur is er een beter uitgangspunt voorhanden: namelijk het idee dat het menselijk individu een intrinsieke waarde heeft en dus geacht wordt zichzelf te regeren (democratie) en daarmee aanspraak kan maken op onvervreemdbare rechten (rechtsstaat). Er zal, nog volgens Cliteur, een grote omslag in het denken moeten komen. ‘Westerse intellectuelen zullen weer moeten gaan kiezen voor de westerse democratische rechtsstaten en niet voor de krachten die alles in het werk stellen om deze te vernietigen.’

Terug, met andere woorden, naar de basisprincipes waarop deze samenleving is geschoeid. Gelijkheid is immers de fundamentele basis van de rechtsstaat en de democratie biedt voldoende ruimte voor diversiteitsclaims, voegt prof. Afshin Elian eraan toe. Waar de gelijkheid echter tot het extreme wordt doorgevoerd, komt de democratie in de gevarenzone. Een doorgedreven gelijkheid, zegt Elian, kan tot ‘egalisering’ leiden, maar ook tot het opheffen van het ‘wij’, tot opheffing van een politieke ordening. Je krijgt dan een versnippering in een oneindige hoeveelheid identiteiten van individuen en groepjes. Waar dat goed voor is, lijkt niet echt duidelijk.

Hoe kan een multiculturele samenleving nog functioneren, vraagt Elian zich af, wanneer er voortdurend nieuwe migranten aankomen en er voortdurend nieuwe diversiteitsclaims ingediend worden? Hoe kan het essentiële ‘wij’ binnen een samenleving dan nog blijven bestaan?

Rond het bovengeschetste kader zwerven nog gewaardeerde opinies van enkele Nederlandse hoogleraars, historici, columnisten en journalisten, maar ook Theo Francken & David Dessin en Darya Safai leveren een bijdrage.

Defecte diversiteit & emotionele chantage

Darya legt daarin vooral de vinger op de wonde die islam voor haar is. In haar boek Plots mocht ik niet meer lachen, legde ze dat eerder al uit. Waar in het cultuurrelativisme de absolute waarheid verloren gaat, kapot gerelativeerd wordt, ontstaat een defecte diversiteit: van de hoofddoek als hét symbool van discriminatie wordt dan een symbool van diversiteit gemaakt. Safai doet daarmee een oproep om te stoppen met het normaliseren van dogma’s en discriminerende regelgeving die een andere ideologie zoals islam ons probeert op te leggen. ‘Diversiteit, cultuurrelativisme, multiculturalisme; het kan nooit een excuus zijn om onze waarden geweld aan te doen.’ (p. 109)

De tijd van ‘progressieve’ dromers en idealisten aan de’ macht is voorbij, zo meent columniste Pamela Pinas. In de huidige maatschappij zijn pragmatische en sociale realisten dringend gewenst. ‘Progressieven wanen zich nog steeds de ‘counter culture‘ maar zijn in hun vreedzame, grenzeloze en gelijkwaardige wereld zo verblind geraakt dat ze momenteel compleet doorslaan en vastlopen in hun idealen.’ Ze weten best wel dat hun utopische boodschap nooit zal werken. ‘Een wereld zonder grenzen waarin iedereen gelijk is, zal nooit vrijwillig ontstaan, maar een wereld waarin gelijke behandeling zo veel mogelijk wordt gerealiseerd, hopelijk wel.’ Dat is iets heel anders dan een wereld zonder grenzen. ‘Mensen zoek van nature steeds hun eigen kudde, hun eigen groep op en zullen altijd in herkenbare eenheden willen leven. Eenheden die samengaan in natiestaten waarin mensen cultureel, ideologisch, linguïstisch en qua collectief geheugen (geschiedenis),  met elkaar op één lijn zitten. Dat is namelijk de natuurlijke basis waarop mensen zich organiseren.’ Het biedt de ultieme vorm van vrijheid.

Diversiteit, identiteit en de culture wars vormt voor mij alvast (letterlijk als figuurlijk) een stevige (boeken)steun in mijn boekenkast.

Alle hierboven vermelde boeken zijn verkrijgbaar in onze Doorbraakboeken.be – winkel

 

Opgeleid in de beste tradities van de Frankfurter Schule en aanverwanten, voorbestemd voor een journalistieke boerenstiel. Eieren voor zijn geld, echter.

Commentaren en reacties