JavaScript is required for this website to work.

Joris van Rossum over Schopenhauer

Externe Auteur22/9/2022Leestijd 3 minuten
TitelDe weg terug
SubtitelSchopenhauer voor een dolende wereld
AuteurJoris van Rossum
UitgeverDe Blauwe Tijger
ISBN9789493262133
Onze beoordeling
Aantal bladzijden188
Prijs€ 21.95
Koop dit boek

Het boek De weg terug: Schopenhauer voor een dolende wereld van Joris van Rossum geeft een commentaar op het werk van de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer (1788-1860) in dialoogvorm. Van Rossum (1970) studeerde biologie en promoveerde in de wijsbegeerte. Hij is, net als ik, een levenslange bewonderaar van de filosofie van de Duitse meesterstilist.

Maatschappelijke oordelen

Van Rossum’s diagnose van de wereld en de tijd waarin hij leeft zijn overigens net zo eigenzinnig als die van zijn grote voorbeeld. Zo schrijft hij: ‘De gehele publieke sfeer in de westerse wereld is in de ban geraakt van een geleidelijke stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde. Doemscenario’s over het einde der tijden domineren het nieuws en een paniekerig schoolmeisje uit Zweden zet de toon voor het debat.’

Ook over de hedendaagse genderpolitiek heeft Van Rossum een duidelijk oordeel. De bioloog in hem zegt: ‘Ook biologische zekerheden worden in een mum van tijd overboord gegooid. Verschillen tussen man en vrouw en hun seksuele voorkeuren blijken plotseling “sociale constructen” te zijn, in het leven geroepen door de blanke man met als doel om zijn dominante positie in de samenleving in stand te houden.’

Vergelijking met 1935

De opengrenzenpolitiek dan. Daarover zal de schrijver dan toch wel een ‘fatsoenlijk’ oordeel weten te formuleren? Maar ook dat valt tegen. Het bespreken van de massamigratie is bijna overal in het Westen taboe verklaard, schrijft Van Rossum. Dat heeft tot gevolg dat er ‘geen einde aan deze migratiestromen lijkt te komen’. ‘Wie bestuurt dit narrenschip?’, vraagt Van Rossum zich af.

Ook over de oligarchische tendens bij het hedendaags internetverkeer heeft Van Rossum zo zijn bedenkingen. Hij schrijft dat de wereldwijde informatievoorziening tegenwoordig in handen is van een paar oligarchen. ‘Waarschijnlijk hebben in de geschiedenis nog nooit zo weinig mensen zoveel macht gehad; een gevaarlijke centralisatie die een nauwe band met de overheid en andere bedrijven en instituties in de hand werkt.’ Sommigen vragen zich dan af wat het probleem daarmee is. Het probleem daarmee is dat het een ‘ongekende censuur en beïnvloeding van het publieke debat’ mogelijk maakt.

Eén ding is duidelijk: Van Rossum velt een streng oordeel over de tijd waarin hij leeft (opnieuw: net als zijn inspiratiebron Schopenhauer). Hij maakt een vergelijking met 1935, het jaar waarin Huizinga’s In de schaduwen van morgen verscheen. ‘Alom de twijfel aan de hechtheid van het maatschappelijk bestel’, zoals Huizinga zei. En: ‘een vage angst voor de toekomst, gevoelens van daling en ondergang der beschaving’.

Spirituele en metafysische crises

Een van de oorzaken voor de spirituele crisis waarin de wereld verkeert, is de teloorgang van het metafysische kader dat in vroeger tijden werd aangereikt door het christendom, denkt Van Rossum. De secularisatie heeft daarmee een geestelijke leegte achtergelaten. Kan de wetenschap dat niet opvullen? Of geloof in rationaliteit en common sense? Opnieuw in navolging van Schopenhauer gelooft Van Rossum daar niets van. Hij wijst op de hoofdpersoon in Houellebecq’s Soumission, die moest ervaren dat pogingen om terug te keren tot het geloof halfslachtig blijven zonder diepere metafysische overtuigingen.

Het is op dit punt dat Van Rossum in botsing komt met een van de belangrijkste theorieën van de moderne tijd en ook van zijn eigen wetenschap als bioloog: de evolutieleer. De evolutieleer in zijn Darwinistische variant wordt geleid door een wereldbeeld dat Van Rossum ervaart als kil en zonder morele lading. Opnieuw is het Schopenhauer die redding biedt, want de grote filosoof uit Frankfurt am Main ontwikkelde een alternatief voor dat wetenschappelijke wereldbeeld. Hij zag de mens en de wereld fundamenteel anders dan zijn tijdgenoten, namelijk als de uiting van een wil: een blinde rang die in alles in het universum werkzaam is.

Dat brengt hem tot de hoofdstelling van zijn boek. Hoe bevreemdend die boodschap ook mag klinken, zegt Van Rossum, maar het doel van zijn werk is aan te tonen dat we, door onszelf door deze bril te bezien, haar veel beter kunnen begrijpen.

Dialogen over de wereld als wilsmanifestatie

Een aanzienlijk deel van het boek is dan gewijd aan de dialogen die ons moeten stimuleren de wereld te zien als manifestatie van wil en niet van verstand. Dat is een lastige zaak omdat die zienswijze ingaat tegen onze intuïties. Maar Van Rossum slaagt daar bijzonder goed in. Hij is een echte ‘uitlegger’ in de zin dat hij de kunst verstaat om in eenvoudige bewoordingen wetenschappelijke theorieën te verwoorden. Ook voor de leek (wat ik ben).

Het laatste deel van zijn boek is dan gewijd aan wat Schopenhauer tegenwoordig voor betekenis heeft voor de politiek, ideologie en de toekomst. Heeft hij betekenis? Biedt Schopenhauer een uitweg voor onze hedendaagse malaise? Het antwoord is: ja.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties