JavaScript is required for this website to work.

Koloniaal Congo: veelzijdige bundel

Jef Abbeel1/8/2020Leestijd 4 minuten
TitelKoloniaal Congo
SubtitelEen geschiedenis in vragen
AuteurIdesbald Goddeeris, Amandine Lauro, Guy Vanthemsche e.a.
UitgeverPolis
ISBN9789463105224
Onze beoordeling
Aantal bladzijden432
Prijs€ 27.50
Koop dit boek

Koloniaal Congo behandelt in 30 artikelen uiteenlopende thema’s, zoals de kolonisering, economie, maatschappij, de missies, het bestuur etc.

Congo viert op 30 juni 2020 de 60ste verjaardag van zijn onafhankelijkheid in mineur. In België gaat dat gepaard met het afbreken van standbeelden, het plunderen van winkels, het veranderen van straatnamen. En met spijtbetuigingen vanwege de koning en de premier. In Congo zelf daarentegen getuigt Léon Engulu (°1934), medestander van Lumumba: ‘Leopold II heeft Congo gecreëerd. In 1960 hadden we gratis onderwijs en allemaal werk. Nu is onderwijs betalend en heeft 20% werk. Het is één grote chaos’ (RTBF, 28 juni 2020).

Deze veelzijdige bundel is het werk van dertig deskundigen. In 30 beknopte artikelen en in 4 delen komen vele facetten aan bod: 1) geschiedenis; 2) sociaaleconomische aspecten; 3) bestuur; 4) beschavingsmissie.

Bezetting, genocide en onafhankelijkheid

In deel 1 lezen we dat hele stukken van Congo nooit bezet werden. In 1908 waren er maar een paar honderd blanken voor een gebied zo groot als West-Europa (76 x België) met 10 à 15 miljoen inwoners. Toen Leopolds fortuin op was, kregen een vijftal bedrijven een monopolie over gebieden die soms groter waren dan Frankrijk.

In 1903 schreef de Britse consul Casemont een vernietigend rapport over de gruwelen in Congo. In 1904 stuurde Leopold een onderzoekscommissie. Een genocide vond er niet plaats: Men had nooit de bedoeling om de bevolking uit te roeien. En inheemse soldaten speelden bij het geweld een veel grotere rol dan het kleine aantal Belgen.  De terugval van de bevolking was vooral het gevolg van de geboortedaling, ondervoeding en ziektes, die te wijten waren aan de verplichte arbeid, niet aan moordpartijen.

De rol van Congo in de wereldoorlogen was beperkt. De wens naar onafhankelijkheid kwam er pas rond 1956 met het ’Manifest’ van katholieke Congolezen. Het woord ‘Dipenda’ viel voor het eerst op 28 december 1958, na een speech van Lumumba. Kort na de onafhankelijkheid brak geweld uit tegen Europeanen, van wie er enkele honderden verkracht en/of vermoord werden. 45.000 mensen, onder wie 25.000 Belgen, vluchtten toen uit Congo weg. Eisenhower gaf de instructie om Lumumba te elimineren. Mobutu pleegde een staatsgreep, liet Lumumba arresteren en in 1961 executeren.

Bevolkingsevolutie, economie, dwangarbeid en hardhandige ordehandhaving

Deel 2 handelt over economie en maatschappij en ook over de bevolkingsafname tijdens de periode 1885-1905. De auteurs benadrukken dat het schattingen zijn. In 1905 lanceerde Mark Twain het cijfer 10 miljoen. Velen namen dat kritiekloos over, ook journalist Adam Hochschild in 1998. Pas vanaf 1920 telde men echt de bevolking. Rond 1930 waren er 10,3 miljoen inwoners, in 1960 ruim 15 miljoen. Demograaf Jean-Paul Sanderson schat het aantal inwoners in 1885 op 11,5 à 20 miljoen. De afname lag dus tussen 1 en 5 miljoen.

Dwangarbeid bestond vooral bij de aanleg van spoorwegen en wegen, mijnbouw (koper, goud), katoen, palmolie en rubber. Rond 1945 werkten 700.000 Afrikanen voor Belgische en andere Europese bedrijven in Congo. Tot 1960 leefde 75% van de bevolking van primitieve landbouw. De vrouwen deden het werk op het land, de mannen gingen vissen en jagen.

Na 1945 kwam België met een duur ‘tienjarenplan’, waarin de belangen van de inlanders voorop stonden. Naast die 50 miljard BF ging er tussen 1950 en 1957 nog 66 miljard BF privégeld naar Congo. Gevolg: Tussen 1945 en 1957 groeide de Congolese economie met 7% per jaar en verdubbelde de koopkracht.

De ordehandhaving in Congo ging gepaard met geweld, ook na 1908 (en nu). Opstanden in 1931, 1941, 1944 en 1959 werden hardhandig neergeslagen. Het rechtssysteem was strenger voor de inlanders dan voor de Belgen. Pas in 1959 kwam er een einde aan de discriminatie.

Taal, gezondheidszorg en onderwijs

De officiële taal was het Frans. 85% van de missionarissen waren Vlamingen. Zij leerden wel de inheemse talen en gebruikten ze in schoolboeken. In 1908 waren ze met 335, in 1935 met 2.300 (tegenover 600 Belgen in de administratie). Hun inzet was bijna kosteloos. In 1917 werd de eerste Congolese priester gewijd, in 1960 waren er ruim 600. Missionarissen speelden ook een rol in de dekolonisatie. Toch werden er in 1962 en 1964 tientallen vermoord door rebellen. De auteur zegt er niet bij hoeveel zusters verkracht werden.

De medische infrastructuur was in de jaren 50 beter dan in de Britse en Franse kolonies. Naast de overheid bouwden ook bedrijven hospitalen voor hun arbeiders: de spoorwegen hadden er al in 1893, de Union Minière du Haut-Katanga in 1924. De missies verzorgden de gewone Congolezen. Volgens de auteurs wilden ze zo enkel het aantal bekeringen verhogen. Alsof elke vaccinatie tot een bekering leidde. Ze gaan nog een stap verder: ‘De Belgen introduceerden in de eerste plaats ziektes, geen gezondheidszorg’. Dat belet niet dat de slaapziekte, lepra en malaria zo goed als uitgeroeid waren, terwijl ze nu weer volop aanwezig zijn. Vraag maar aan Stefan Everts.

Het onderwijs dan. In 1885 moesten de katholieke missiescholen van nul af aan beginnen, want er was geen onderwijs. Ze boden vooral lager onderwijs aan en in de steden ook een opleiding voor kantoorpersoneel, onderwijzers en ambachtslui. Vanaf 1954 kwamen er 300 rijksscholen bij. Het aantal scholieren steeg van 1,1 naar 1,7 miljoen. In 1954 werd Lovanium de eerste katholieke universiteit, Elisabethstad in 1956 de eerste rijksuniversiteit. In 1960 volgde slechts 0,1% van de Congolese scholieren hoger onderwijs. Voor heel Afrika was dat 0,4%, en in de wereld ook maar 3%.

Het was beter tijdens de kolonisatie

Andere thema’s die aan bod komen zijn: de Congolese gemeenschap in België, de koloniale propaganda, de kunst, dieren en milieu. De bundel eindigt met een Belgische en Congolese kijk op het koloniale verleden en een reeks foto’s. Ik leer hier ook dat ‘blank’ in tegenstelling met ‘wit’ geassocieerd wordt met ‘zuiverheid en superioriteit’ (p. 381). Wat een onzin, denk ik dan.

Het laatste artikel is van een Congolese historicus. Hij vertelt dat zij het beter hadden tijdens de kolonisatie: toen hadden ze vrede, gezondheid, werk en voedsel. Hij is ook de enige die de uitbuiting door de Chinezen en hun jacht op coltan en kobalt durft aan te klagen. Zij hebben alles opgekocht, voor de Belgen valt er nog weinig te rapen. En er is werk aan de winkel: in 1960 was Congo rijker dan Zuid-Korea, Thailand of Roemenië. Nu staan die ver boven Congo en leeft 75% van de Congolezen onder de armoedegrens (De Tijd, 2 juli 2020).

Beoordeling

De coördinatie tussen de 30 artikelen is zeer goed. In elk artikel wordt naar andere verwezen en er is weinig onderlinge tegenspraak. Elk artikel eindigt met een samenvatting en bevat een bibliografie en noten.

De algemene teneur is dat de Belgen weinig goeds deden. En als ze al iets deden voor de Congolezen, was dat altijd in het belang van de Belgen. Nergens vermelden de auteurs dat de Congolezen sinds 1960 heel de Belgische infrastructuur verwaarloosd en vernield hebben. Ze vernoemen wel de ‘slimme VN-experts’, die in 2019 beweerden dat er onder Leopold II  17 tot 25 miljoen Congolezen gedood werden, op een bevolking van circa 15 miljoen.

Het boek is zeer nuttig voor Black Lives Matter (BLM)-aanhangers, leden van de Congolese diaspora, opiniemakers en politici, die nu vaak het woord voeren op basis van emoties in plaats van feiten.

Koloniaal Congo is te koop in onze online boekhandel: deze week met gratis verzending als Boek van de Week 

Jef Abbeel is classicus en historicus en voordrachtgever en recensent over China, Rusland-Oekraïne en Midden-Oosten.

Commentaren en reacties