Kunnen we China vertrouwen?
Titel | Kunnen we China vertrouwen? |
---|---|
Subtitel | Een andere blik op een land in transitie |
Auteur | Pascal Coppens |
Uitgever | Pelckmans |
ISBN | 9789464016895 |
Onze beoordeling | |
Aantal bladzijden | 328 |
Prijs | € 30.00 |
Koop dit boek |
Pascal Coppens schreef een boek over de (voor)oordelen over China. Kunnen we China vertrouwen?
Pascal Coppens is sinoloog en ondernemer. Hij woonde bijna 20 jaar in China en kent het land door en door. Met zijn nieuw boek Kunnen we China vertrouwen?, reageert hij op de toenemende negatieve (voor)oordelen over China.
Cirkels van vertrouwen
Coppens somt de (voor)oordelen over China op en bekijkt ze met een dubbele bril: de Westerse en de Chinese. Hij groepeert ze in acht ‘cirkels van vertrouwen’. Hij kiest voor cirkels, omdat Chinezen minder rechtlijnig – en minder in termen van goed of kwaad denken dan wij.
Vervolgens somt hij een aantal klachten op over de Chinezen. Ze zouden stelen, kopiëren, spioneren, zich niet aan de afspraken houden en rommel produceren. China wordt vaak ook een ‘controlestaat zonder vrijheid’ genoemd. Xi Jinping is volgens sommigen een dictator en het land zou voortdurend de mensenrechten schenden. Telkens stelt Coppens iets tegenover de aanklachten. Amerikaanse bedrijven kopiëren volgens hem ook WeChat en TikTok. China is overigens koploper in artificiële intelligentie, kwantumcomputers en 5G en de eigendomsbescherming in China verschilt weinig van de onze.
Van één tot vijf
In de eerste cirkel beschrijft hij het individu. Waarom liegen ze en kruipen ze voor? Denken ze collectivistisch en wat is hun oordeel over privacy? In de tweede cirkel verklaart hij de invloed van het confucianisme op het gezin en op de familiewaarden.
Bedrijf en team vormen cirkel drie. Werknemers veranderen volgens Coppens van job als ze zich kunnen verbeteren. Confucianisme, legalisme en taoïsme bepalen de bedrijfscultuur. Welgestelde jongeren willen volgens hem geen 9-9-6 (6 dagen van 9 tot 21 uur) meer werken.
Cirkel vier gaat over netwerken, groeperingen, het collectief vertrouwen en de 55 minderheden, die vooral positieve discriminatie ondervinden. Coppens zegt dat de 50 miljoen christenen elk jaar met 7% groeien, maar hij verzwijgt dat hun priesters en bisschoppen soms voor jaren in de cel vliegen.
In cirkel vijf bekijkt hij het systeem en de partij. De meeste Chinezen storen zich niet aan de beperking van hun vrijheden. Ze groeien immers op met regeltjes. China komt van heel ver (in 1990 was het bbp per inwoner slechts 279 euro per jaar, nu 9.100) en blijkbaar is hun vrijheid groter dan wij denken.
De Communistische Partij van China (CPC) heeft er volgens Coppens voor gezorgd dat de levensverwachting bijna verdubbelde, dat het alfabetisme rond 97% ligt en dat de welvaart enorm steeg. De ongelijkheid (0,465) is groter dan in Europa (0,3), maar kleiner dan in Amerika (0,48). De herovering van Tibet, Hongkong en Taiwan beschouwt de CPC als herstel van historisch onrecht.
Van zes tot acht
Natie en volk beheersen cirkel zes. Xinjiang hoort bij China sinds 1754 en sinds 1992 plegen separatisten bomaanslagen. Sinds 2017 zijn er geen aanslagen meer door de kordate aanpak van China. Coppens ziet vooral de positieve kanten: meer werkgelegenheid, een alfabetisme van ‘99,91 %’, dus een wereldrecord, hogere groei en geen extreme armoede.
China beweert dat 90% van de verhalen over de Oeigoeren verzonnen zijn. De investeringen in de Nieuwe Zijderoute zullen alleszins voor veel welvaart zorgen. In 2020-2021 verscherpte de Chinese overheid de controle op bedrijven en banken, en toonde zo wie de macht heeft. Volgens Coppens toonde ze dat de bevolking belangrijker is dan winst.
Cirkel zeven handelt over de nieuwe wereldorde van China. In de jaren ’90 keken de Chinezen nog naar de Westerse wereld met veel verwondering. Toen bleek dat Westerse bedrijven hen fopten, verloren ze hun vertrouwen en werden ze zelf assertiever. De auteur vertelt er niet bij hoeveel Westerse bedrijven eerst bedrogen werden door Chinezen, die hun producten namaakten en goedkoper verkochten.
Overheersing
China beweert dat de eilanden in de Zuid-Chinese Zee historisch bij China horen, net zoals Xinjiang, Tibet en Taiwan. De buurlanden van die zee en het Internationaal Gerechtshof in Den Haag zijn het daar niet mee eens, maar China verwerpt de veroordeling van Den Haag. Die zee is enorm belangrijk voor het land en de wereld: 60% van de maritieme wereldhandel en 65% van de Chinese handel loopt langs daar.
Opmerkelijk is ook dat de Chinezen de eeuwenlange overheersing door de Mongolen (ca. 1215-1644) en de Mantsjoes (1644-1911) minder erg vinden dan de veel kortere van het Westen (1839-ca. 1920) en van Japan (tot 1945).
Vervuiling en Rusland
In 2010 was China de grootste vervuiler ter wereld, met 27% van de CO2-uitstoot tegenover 13% voor Europa en 12% voor Amerika. Maar sinds 2007 werkt het intensief aan een ecologische samenleving, onder andere door de aanplanting van nieuwe bossen, de bouw van waterkrachtcentrales, enzovoort. Opmerkelijk is dat China zijn data sinds 2021 beschermt tegen internationale cybercriminelen, maar zelf cyberactiviteiten van hackers toelaat tegen onze ministeries van Binnenlandse Zaken en Defensie.
De auteur spreekt ook over de ‘Russische dreiging aan de grens met Oekraïne’ (p. 259). Helaas is dat sinds 24 februari een barbaarse oorlog met veel wreedheden, menselijk leed en gevolgen voor heel de wereld. Maar toen was zijn boek al bij de uitgever. En de nep-argumenten van Poetin, overgenomen door de Chinese media, dat Oekraïne lid zou worden van de NAVO enzovoort zijn slechts voorwendsels voor de echte reden: een groot deel land aanhechten en een pro-Russisch regime installeren zoals op de Krim.
Universum en cultuur
Het laatste hoofdstuk heet ‘Universum en cultuur’. Door het lidmaatschap van de WTO (2001) trad China toe tot de wereldmarkt, op de Olympische Spelen van 2008 haalde het de meeste gouden medailles en door allerlei beschuldigingen van het Westen zag het zichzelf voortaan als gelijke. Coppens legt uit dat het land een langetermijnvisie heeft omdat alles altijd verandert. Hun belangrijkste doel is harmonie en stabiliteit. Hoe dat rijmt met die permanente verandering is me niet duidelijk.
China exploreert op diverse manieren het universum (de diepzee, de Noordpool, de ruimte) en het wil ook die wedloop winnen.
Een ander doel is inclusiviteit: China wil alle minderheden integreren in zijn systeem, dus ook de Tibetanen, Oeigoeren, Hongkongers en Taiwanezen. Chinezen voelen zich ten slotte superieur, omdat ze de oudste nog bestaande cultuur bezitten.
De auteur besluit: ‘Ja, ik vertrouw China en de Chinezen. Zeker niet blindelings, maar ook niet minder dan mijn eigen vaderland België of mijn Belgische landgenoten’. Op zijn voordrachten constateert hij dat dit doel nog ver is: slechts 3% vertrouwt China en de Chinezen (p. 316).
Beoordeling
Het boek is mooi uitgegeven, met een stevige kaft. De presentatie in cirkels is knap en origineel. De auteur kan zich perfect inleven in het denken en handelen van de Chinezen en hoopt dat de lezer dat ook zal doen. Het is geen gemakkelijk boek: concentratie is vereist.
Zijn optimisme over de Oeigoeren staat in schril contrast met de getuigenissen van ex-gevangenen zoals dat van Sayragul Sautbay in ‘Kroongetuige’. Feit is dat ze sinds 2017 geen aanslagen meer plegen, terwijl het er honderden waren tussen 1990 en 2016. Idem wat betreft zijn optimisme voor Hongkong: Joanna Chiu (‘China over grenzen. Een nieuwe wereldwanorde’) en Nathan Law (‘Strijd voor de vrijheid’) zien het veel droeviger in. Op 29 juli 2022 werden nog vier betogers tussen 19 en 21 jaar veroordeeld tot vele jaren cel. In artikel 35 van de Grondwet staat nochtans de vrijheid van pers, vergadering en vereniging.
Coppens zegt dat China tot 1820 de grootste economie ter wereld was, maar toen waren er nog geen statistieken. Het kan evengoed Engeland geweest zijn voor de wereld en China voor Azië. Italië, Spanje en Frankrijk hebben veel mooie gebouwen uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd die op welvaart wijzen, in tegenstelling tot China. De Culturele Revolutie wordt in het boek veel minder wreed en verwoestend voorgesteld dan ze in feite was.
Bij de hongerdoden door de Grote Sprong Voorwaarts spreekt Coppens over miljoenen/vele miljoenen (p. 79-80, 148 en 187) en dan nog met ‘zouden’ (p. 187). Het officiële cijfer is 16,5 miljoen en Dikötter spreekt van 45 miljoen. Jung Chang zegt dat het om 38 miljoen en in totaal 70 miljoen voor heel de Mao-periode ging. Het juiste getal zullen we nooit te weten komen.
Vrouwen hebben gelijke rechten in de economie, maar niet in de politiek: in de top 8 is geen enkele vrouw terug te vinden en in het politbureau van 25 zit maar één vrouw. Een register ontbreekt, een lijst met de vele onbekende begrippen eveneens.
Jef Abbeel is classicus en historicus en voordrachtgever en recensent over China, Rusland-Oekraïne en Midden-Oosten.
In zijn boek ‘Requiem pour Hong Kong’ dat is verschenen bij uitgeverij Bayard, werpt journalist Dorian Malovic een bittere maar lucide blik op de neergang van Hong Kong