JavaScript is required for this website to work.

‘Kwade wind’: de lange mars van de Algerijnse emancipatie

Herre Daelemans14/7/2023Leestijd 2 minuten
TitelKwade wind
AuteurKaouther Adimi
UitgeverAmbo Anthos
ISBN9789026362491
Onze beoordeling
Aantal bladzijden251
Prijs€ 22.99
Koop dit boek

In haar nieuwste boek Kwade wind gebruikt Kaouther Adimi een mooi liefdesverhaal als kapstok om de historische, Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd verder uit te werken, nadat ze eerder al scoorde met een verhaal verweven met hetzelfde onderwerp.

Tarek en Saïd, onafscheidelijke boezemvrienden (haast letterlijk, want ze dronken dezelfde moedermelk) en het buurmeisje Leïla. Uitgehuwelijkt aan een oudere man, een vriend van haar vader, zal Leïla een jaar later, na de geboorte van haar zoon, scheiden. Dat weggaan uit die eerste relatie was al ongezien in die dagen: qua ontvoogding kon dat tellen. De stille afkeur van de lokale gemeenschap was onvermijdelijk en bij momenten pijnlijk.

Algerije

Het staat tegelijk symbool voor de onafhankelijkheidsstrijd in Algerije: zich loskoppelen van een oudere heerser als Frankrijk was toen ook ‘nieuw’ en ‘not done’. Rood was de kleur die in de straten hing. Tarek, de stille herder, wordt ingelijfd in het Franse leger om te vechten tegen de Duitsers: hun bloed geven ze voor de Franse bevolking. ‘Alle oorlogen doen hetzelfde met mannen, ze veranderen je ogen in twee doodse knikkers.’

Maar wantrouwen die zich uit in voortdurende discriminatie blijft hun deel. Tarek keert terug naar zijn geboortedorp om er te trouwen met Leïla. En jaren later deel te nemen aan de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd. ‘Ze had het gevoel dat Algerije een sneeuwbal was, overgeleverd aan de luimen van een reus die ermee had gespeeld, maar daar genoeg van had gekregen en de bal tegen een muur had gesmeten.’

Migrant

Adimi maakt er geen gedetailleerd verslag van, maar behoudt de grote lijnen eerder vanuit een vogelperspectief waar kwade wind haar heen voert. Tarek die als arbeidsmigrant onder erbarmelijke omstandigheden in Frankrijk gaat werken — hij had als trouwbelofte zijn vrouw een eigen huis beloofd — ontdekt de zin van zijn leven: ‘Afwezig zijn om postwissels te kunnen sturen, beter afwezig zijn dan iedereen in armoede te laten leven.’

‘Al vanaf mijn geboorte lijkt om me heen een kwade wind te woerden die me alle kanten op slingert, tegen me tekeergaat, voortdurend in mijn oren giert en me afmat, waardoor ik niet kan nadenken en geen plek kan vinden om tot rust te komen.’ Hij keert spoorslags terug naar zijn geboortedorp wanneer hij verneemt dat Saïd opgedoken is, met zijn debuutroman onder de arm. Het zal hun leven ontwrichten.

Literatuur

‘Is dat nu wat ze literatuur noemen? Zich het leven van kleine lieden als wij toe-eigenen en ze opvoeren in een boek, hoe taal me zo diep kan kwetsen en me van mijn identiteit berooft?’ Literatuur kan een reddingsboei zijn, schrijft Adimi later (en verwijst naar haar debuut De Boekhandel van Algiers), maar ook een kwade wind.

Ondertussen gaat de politieke strijd verder, wordt een president doodgeschoten, vinden er macabere afrekeningen plaats en worden dorpen uitgemoord: terrorisme dat tien jaar zou duren. ‘En we deden’, schrijft Adimi, ‘alsof we niet wisten dat onze ogen waren veranderd, net als eerder die van onze ouders en grootouders, want dat doen oorlogen met je, ze veranderen je, beschadigen je voor altijd.’

Kwade wind (in een vertaling van Noor Koch) is een indrukwekkend boek, veelomvattend en subtiel geeft het een treffend beeld van een land dat voortdurend in strijd is met zichzelf. Net zoals Tarek. En Leïla.

 

Opgeleid in de beste tradities van de Frankfurter Schule en aanverwanten, voorbestemd voor een journalistieke boerenstiel. Eieren voor zijn geld, echter.

Commentaren en reacties