JavaScript is required for this website to work.

Mussolini, de dictator spreekt

Luc Rasson5/7/2020Leestijd 3 minuten

In 1932 gaf Mussolini een lang interview aan de Duitse bestsellerauteur Emil Ludwig. Daarvan is nu een nieuwe Nederlandse vertaling uit.

Wat gaat er om in het hoofd van de dictator? Blijkbaar leeft die vraag. In de loop van de 20ste eeuw hebben journalisten, militanten en vertrouwelingen namelijk de moeite genomen om de woorden van de dictator op te tekenen en uit te geven. Ik denk aan Hitlers Tischgespräche, de Conversaciones privadas con Franco van zijn neef Francisco Franco Salgado-Araujo, het interview dat de Joegoslaaf Milovan Djilas afnam van Stalin, of de gesprekken van de Amerikaanse journalist Edgar Snow met Mao-Zedong.

Tussen 23 maart en 2 april 1932 gaf ook Mussolini een uitgebreid interview aan de Duitse schrijver Emil Ludwig. Gedurende veertien dagen ontmoetten beide mannen elkaar meerdere keren in de ruime werkkamer van de Duce in het palazzo Venezia. In zijn inleiding onderstreept Emil Ludwig de meerwaarde van het interview. Het is volgens hem namelijk moeilijker voor de machtshebber een rol te spelen in een persoonlijk gesprek. Het boek verscheen in het Duits, net voor Hitlers machtsovername, onder de titel Mussolinis Gespräche mit Emil Ludwig. Nu ligt er een nieuwe Nederlandse vertaling van de hand van Aad van der Kooij in de boekhandel.

Een succesauteur

Wie was Emil Ludwig? In zijn informatief voorwoord schetst Toon Horsten een portret van de Duitse schrijver die in de eerste helft van de 20ste eeuw een ongeziene populariteit kende. Hij haalde hoge verkoopcijfers met biografieën van grote historische figuren zoals Goethe, Napoleon, Bismarck en keizer Willem II. Zijn belangstelling voor internationale politiek bracht hem ertoe gesprekken uit te geven met belangrijke machthebbers: hij ging met Stalin spreken, met de Tsjechoslowaakse president Masaryk en met president Roosevelt. Als Jood was Emil Ludwig — zijn echte naam was Emil Cohn — een tegenstander van het naziregime. Zijn boeken werden verboden in zijn geboorteland en hij vluchtte naar het Zwitserse Ascona en naar de VS.

Lastige vragen

Spreken met de dictator houdt risico’s in, zeker als de interviewer er een andere politieke opvatting op na houdt, zoals het geval was van Emil Ludwig. Hoe ver kun je gaan tegenover iemand die per definitie de macht monopoliseert? Is het überhaupt mogelijk kritische vragen te stellen? Toch liet Ludwig zich niet intimideren: hij streelde subtiel de ijdelheid van de dictator om vervolgens lastige vragen te stellen. Hij aarzelde bijvoorbeeld niet om Stalin te confronteren met de gevoelens van angst die hij had opgemerkt bij de Sovjetbevolking.

Ook in zijn Gesprekken met Mussolini verstopt Emil Ludwig zich niet. Hij stelt zich voor als individualist en pacifist. Hij heeft vragen over de politieke gevangenen en over het gebrek aan persvrijheid, hekelt het begrip patriottisme en komt herhaaldelijk terug op het thema oorlog. Zelfs verwijst hij naar de zaak Matteotti — de socialistische politicus die in 1924 werd vermoord, waarschijnlijk op initiatief van Mussolini. Maar wanneer Emil Ludwig, in het gezelschap van de Duce, de werken bij de Pontijnse moerassen bezoekt, merk je een zweem van bewondering voor het opbouwend fascisme. Overigens klikte het tussen de schrijver en de dictator, ondanks hun politieke verschillen: ze deelden alvast dezelfde bewondering voor Napoleon en Nietzsche.

Een ‘karikatuur’

De gesprekken verliepen in het Italiaans en Ludwig maakte notities in het Duits. Mussolini corrigeerde amper de uitgeschreven tekst. Het werk werd in twaalf talen vertaald en was een internationale bestseller. Maar toen de Italiaanse vertaling verscheen in een oplage van 20.000 exemplaren, geraakten medewerkers van de Duce in paniek. Een herdruk werd tegengehouden en sommige passages werden herschreven. Later kwam er een derde, nog meer bijgewerkte, druk die Ludwig een ‘karikatuur’ noemde. Onder meer werden de passages geschrapt waar Mussolini het antisemitisme veroordeelt: ‘Er bestaan geen rassen. Dat is een illusie van de geest, een gevoel’. Maar dat mocht niet meer gezegd worden vanaf 1938 wanneer de Duce, in navolging van nazi-Duitsland, een raciale wetgeving introduceerde.

Beethoven en Wagner

Wat deze gesprekken zo boeiend maakt is dat je ook een inkijk krijgt in het persoonlijk leven van de dictator. Weliswaar niet van de echte Mussolini, want, in tegenstelling tot wat Ludwig schrijft in zijn inleiding, kan de lezer zich niet van de indruk ontdoen dat de dictator wel degelijk een rol speelt. Maar de gesprekken gaan niet alleen over politiek. De lezer verneemt bijvoorbeeld iets over Mussolini’s literaire smaak — Byron en Leopardi —, over zijn fascinatie voor cinema — ‘Film is het sterkste wapen’ —, over zijn liefde voor Beethoven en zijn bezwaren tegen Wagner.

In Het lijk van de dictator (Vrijdag, 2020) beschreef ik in detail de weinig roemvolle manier waarop Mussolini aan zijn einde is gekomen. Verkleed als Duits soldaat werd hij op 28 april 1945 aangehouden door partizanen en neergeschoten in een dorpje aan het Comomeer. Mussolini’s allerlaatste woorden in het gesprek met Emil Ludwig zijn: ‘Iedereen sterft de dood die past bij zijn karakter’. Hoe hebben die woorden zich tegen hem gekeerd.

Luc Rasson is gefascineerd door de manier waarop het verleden het heden blijft bepalen. In zijn laatste boek, 'Het lijk van de dictator', illustreert hij dat aan de hand van de lotgevallen van het stoffelijk overschot van respectievelijk Franco, Mussolini en Pétain.

Commentaren en reacties