Quarantino Time
Een Tarantino in quarantaine! Zijn nieuwste film ‘Once Upon a Time in Hollywood’ is sinds 13 april ook te (her)bekijken op Netflix.
‘Tien films! Elf films is ook mogelijk, maar veel meer zal het niet zijn. Ik wil geen regisseur worden die enkel regisseert omdat hij niets anders kan.’
‘Mijn filmografie: een afgerond aantal films’
‘Het idee van een mooi afgerond aantal films die strak samenhangen, spreekt me enorm aan. Voor mij telt mijn filmografie en ik wil vermijden dat ik ooit een slechte film maak die de rest van mijn oeuvre aantast.’
Aan het woord is Quentin Tarantino over zijn negende film, Once Upon a Time in Hollywood, hierna Hollywood genoemd. Zelf beweert Tarantino dat hij niet kan spellen, maar kan hij wel tellen?
Kan hij wel tellen?
De films die hij tot nu toe gemaakt heeft, verkennen telkens een specifiek genre. De gangsterfilms Reservoir Dogs en Jackie Brown, de film noir in kleuren én Gouden Palmwinnaar Pulp Fiction, de Hongkong-actiefilm(s) Kill Bill, de exploitatiefilm Death Proof en Inglourious Basterds. Die oorlogsfilm blijft nog steeds de enige film ter wereld met twee spellingsfouten in de titel om hem te onderscheiden van zijn inspiratiebron The Inglorious Bastards. Verder nog de westerns Django Unchained en The Hateful Eight. Met zijn nieuwste erbij, negen films als je Kill Bill als één geheel beschouwt en Four Rooms: The Man from Hollywood en My Best Friend’s Birthday, Tarantino’s eerste filmpoging, niet meetelt.
Tarantinesk
In al zijn films – en dat zijn er dus 9, 10 of 11, naargelang de telling – hanteert Tarantino een geheel eigen stijl: het tarantineske. Net zoals het kitchcockiaanse (in meer dan 50 films!), is dat duidelijk herkenbaar. Wat dat tarantineske juist is en of zijn hommage aan Tinseltown er een goed voorbeeld van is, mag blijken uit het volgende.
Een ultra gewelddadig pomo-icoon
Als prototype van de postmoderne filmmaker ziet Tarantino de filmgeschiedenis als een grote schotel lekkernijen waaruit hij kiest wat voor hem appetijtelijk is. Dat kunnen zowel een (Kahuna) hamburger als een (Apfel)strudel zijn. De Big T is dan ook hét postmodernistisch icoon van de jaren 90 met 2 ultragewelddadige cultfilms, Reservoir Dogs en Pulp Fiction. Die bezorgden hem de reputatie een wilde hond te zijn die een nieuwe trend introduceerde: la nouvelle violence, bevestigd door latere films als Kill Bill en vooral door het einde van Inglourious Basterds. Dat einde past perfect in het revisionistisch wereldbeeld van de cineast: Hitler en Goebbels die door een Joodse verzetsstrijdster worden opgebrand in een Parijse bioscoop.
Ook het einde van Hollywood is een orgie van sadistisch geweld dat eigenaardig genoeg als bevrijdend wordt ervaren. Hollywood speelt zich af in 1969 toen Amerika plotseling van paradijs naar hel evolueerde. Woodstock had nog net de slogan ‘Make love not war’ geïllustreerd tot enkele jongeren van de Charles Mansongang onverwacht in twee opeenvolgende nachten zeven mensen afslachtten met de boodschap: ‘I’m the devil, and I’m here to do the devil’s business.’ Acteur Rick Dalton (Leonardo DiCaprio) en diens vriend en stuntman Cliff Booth (Brad Pitt) zijn toevallig de buren van het bekendste slachtoffer: de hoogzwangere Sharon Tate (Margot Robbie), echtgenote van Roman Polanski.
Net als bij Tarantino’s spectaculaire entree in de cinema waarin, dansend op Stuck in the middle with you een oor wordt afgesneden, of beter gezegd de indruk wordt gegeven dat deze mutilatie zich voor je ogen afspeelt, laat Tarantino de beslissing aan de toeschouwer: is dit ultrageweld bloedernstig of mag je ermee lachen?
Verbale tennis
Meer nog dan voor zijn geweldsscènes is de Big T bekend voor zijn verrassende dialogen en oneliners die zijn personages voorzien van vlees en bloed. Die dialogen krijgen een tweede leven op het internet: Travolta die vertelt dat men in Nederland geen ketchup op friet doet, maar mayonaise! De oorlogsfilm Inglourious Basterds toont geen gevechtsscènes met veldslagen in tanks en vliegtuigen, maar excelleert in Kammerspielscènes met Christopher Waltz’ antwoord ‘that’s a bingo!’ en Brad Pitts uitspraak van ‘buongiorno’ als hoogtepunt. Ook in Hollywood floreren de oneliners: de blinde George (Bruce Dern) die vraagt: ‘Who? John Wilkes Booth?’ (Lincolns moordenaar); Sharon Tates ontwapenende introductie: ‘I’m Sharon Tate. I’m in the movie.’; Cliff Booths raad: ‘Don’t cry in front of the Mexicans’ en natuurlijk Bruce Lee’s arrogantie: ‘My Hands Are Registered As Lethal Weapons.’
Voorliefde voor non-lineaire vertellingen
‘Mijn verhaalstructuur is gebaseerd op literatuur, die van een roman met indeling in hoofdstukken,’ zegt Tarantino die de chronologie van zijn verhaallijnen graag naar hartenlust manipuleert. ‘Ik sta aan het roer en ik bepaal welke informatie de kijker op welk moment krijgt binnen een zee van details.’ En dat is niet lineair van A naar Z, maar fragmentarisch: zo duikt een dode Travolta terug op in Pulp Fiction nadat hij door Willis is doodgeschoten op het toilet. Het is wel even wennen aan deze labyrintische structuur maar de Big T is een bijzonder originele verteller. Om in de narratieve wirwar toch enige ordening aan te brengen, gebruikt hij tekstkaarten die dienen als hoofdstuktitels zoals in de roman.
Hollywood (net zoals Jackie Brown) is hierop de uitzondering en heeft een gewone lineaire structuur. Wel gebruikt hij flashbacks die moeten verklaren waarom Rick last heeft van het has-beengevoel (hij miste de hoofdrol in The Great Escape) en waarom Cliff lijdt onder roddels die beweren dat hij zijn vrouw vermoord heeft.
Intertekstualiteit: lid van de Big T club
Elke Tarantinofan kijkt er naar uit: de visuele weerkerende Big T-elementen. Cartrunk shots en Mexican shoot-outs vind je niet in Hollywood, wel voetfetisjisme en Kahuna Burgerverwijzingen. En tijdens de eindgeneriek begrijp je waarom hij nooit reclame heeft gemaakt voor een echt sigarettenmerk maar voor het fictieve Red Apple!
Tarantino’s voorliefde voor het recycleren van oudere acteurs (Robert Forster en David Carradine) en songs (Little green bag en Bernard Hermanns score uit Twisted Nerve) vinden we ook terug in Hollywood: Bruce Dern vertolkt de rol van George in de spannendste scène uit Tarantino’s oeuvre: de George Spahn ranch episode. Last, but not least, is er het deuntje I’ll Never Say Never To Always van niemand minder dan … Charles Manson.
In het verleden was cinema al een constante referentie voor zijn films. Nu put hij in Hollywood uit de bron zelf: Tarantino ‘at his Most Meta’ zou je het kunnen noemen. Hollywood zit boordevol filmcitaten en referenties aan figuren als Audie Murphy, Dr. Abraham Sapirstein en films als The Wrecking Crew, Rosemary’s Baby en The Great Escape. Het internet krioelt van video essays die je wegwijs maken in de complexiteit van die Intertekstualiteit. (o.m. 25 Things You Missed en Tarantino at his Most Meta)
Eén referentie heeft ook mij verbaasd: die aan Sam Wanamaker (Chicago, 1919-Londen, 1993), de Joods-Amerikaanse acteur-regisseur en vader van actrice Zoë.
Hij was de man verantwoordelijk voor de (her)bouw van Shakespeares Globe Theatre in Londen. Hij overleed echter aan kanker voordat het theater in 1997 werd geopend.
‘I didn’t go to film school, I went to films.’
Tarantino is een regisseur die erin slaagt om een geheel eigen filmisch universum te scheppen. Zoals Orson Welles, zonder filmschool, ook direct naar de top: ‘When people ask me if I went to film school I tell them ‘no, I went to films.’
Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.
Na 36 jaar keert regisseur Tim Burton terug met een vervolg op zijn iconische horrorkomedie ‘Beetlejuice’ uit 1988.