JavaScript is required for this website to work.

Reimond Kimpe, Leeuw en Zeeuw

Gaston Durnez10/5/2018Leestijd 5 minuten

In 2001 ontstond in Middelburg een ridicuul incident rond een schilderij dat de oorlogsbrand van het stadhuis voorstelde en door de Zeeuwse stad werd aangekocht. Het kunstwerk was indertijd vervaardigd door Reimond Kimpe, een Vlaamse activist uit de Eerste Wereldoorlog die ook in de Tweede Wereldoorlog fout is geweest. Dus …was ook zijn schilderij fout en moest het boeten. Goede …

In 2001 ontstond in Middelburg een ridicuul incident rond een schilderij dat de oorlogsbrand van het stadhuis voorstelde en door de Zeeuwse stad werd aangekocht. Het kunstwerk was indertijd vervaardigd door Reimond Kimpe, een Vlaamse activist uit de Eerste Wereldoorlog die ook in de Tweede Wereldoorlog fout is geweest. Dus …was ook zijn schilderij fout en moest het boeten. Goede schilderijen zijn nu eenmaal stukken van mensen, nietwaar.

Dat intrigeerde Lo van Driel, Zeeuwse taalkundige en gewaardeerde biograaf van ‘de dikke Van Dale’. Hij ging op onderzoek uit, met als resultaat een wetenschappelijke studie, een prentenboek en een brievenboek: een zeer bijzondere trilogie over een opmerkelijke Belg die ooit ‘het prentenboek van Zeeland’ werd genoemd, maar die veel meer was dan die titel suggereert.

* * *

Reimond Kimpe, in 1885 in Gent geboren, kreeg een technische opleiding aan de toen nog Franstalige Rijksuniversiteit van zijn geboortestad. Als ‘conducteur voor bruggen en wegen bij openbare werken’ werd hij in 1909 voor rekening van de Belgische staat naar Lier gezonden. Daar maakte hij kennis met de jonge Felix Timmermans en de artistieke Vlaamsgezinde kring rond hem. Kimpe maakte er de geboorte van Pallieter mee, en de legende wil dat hijzelf model heeft gestaan voor die levenslustige figuur. Dat is, zoals legenden graag zijn, sterk overdreven.

In de Eerste Wereldoorlog keerde Kimpe terug naar Gent en werd er docent aan de ondertussen onder Duitse leiding vernederlandste universiteit, in de afdeling waarin hij had gestudeerd. Hij was ook betrokken bij de organisatie en propaganda van de activistische beweging, dat wil zeggen: de (beperkte) groep Vlaamsgezinden die de macht van de Duitse bezetter wilden gebruiken om de ‘Vlaamse rechtseisen’ te realiseren.

Dat werd Kimpe na WO I zwaar aangerekend, maar hij was op tijd naar Zeeuws-Vlaanderen uitgeweken. Daar is hij zijn leven lang gebleven. Hij heeft een tijd in de bouwnijverheid gewerkt, tot hij zijn artistieke droom eindelijk vorm kon geven. ‘Vol ambities en geloof in eigen kunnen’, zegt Van Driel, heeft hij zich toen ‘obsessief ‘ aan zijn late roeping gewijd, tekenen en schilderen. Hij moet in die tijd enorm veel geproduceerd hebben.

Hij liet zich vooral inspireren door typisch Zeeuwse motieven : vrouwen met witte kappen, pijprokende zeelui bij hun schip en bij de meisjes, harmonicaspelende matrozen met een kerk en een molen op de achtergrond, landschappen, marines. Allemaal fel gekleurde, stoere neven en nichten van de Vlaamse expressionisten. Reizen en contacten in Parijs brachten hem dichter bij het modernisme, en hij onderging zelfs surrealistische invloeden. Hij zag, zo leert ons de biograaf, geen essentieel onderscheid tussen abstract en figuratief werk: ‘het is een compositorisch element’, zegde Kimpe. Hij verkocht goed, maar in mei 1940 gingen ongeveer tweehonderd schilderijen en meer dan driehonderd tekeningen van hem in het oorlogsgeweld verloren.

* * *

Bij de inval van het Duitse leger liet de Nederlandse regering, net zoals de Belgische dat deed, door haar verdachte figuren op voorhand aanhouden en interneren. Dat overkwam ook Kimpe, die zich sinds zijn activistisch avontuur nochtans wijselijk van politiek had onthouden. Het viel hem zeer zwaar. Hij leed eronder, zoals hij leed onder het verlies van zoveel kunstwerken. In die stemming beging hij een fout. Hij sloot zich aan bij de N.S.B., de Nationaal Socialistische Beweging, en hij trad toe tot de Kultuurkamer, in Nederland een voorwaarde om als artiest te mogen werken. Merkwaardig was dat hij onder de bezetting op een bepaald moment van de nazileiding in Zeeland te horen kreeg, dat zijn werk tot de vermaledijde ‘ontaarde’ kunst was gaan behoren! In het voorjaar van 1943 nam hij ontslag bij de N.S.B. en wendde zich tot het V.N.V. (het Vlaams Nationaal Verbond). Dat was lood ruilen voor oud ijzer, maar het klonk minder erg.

Na de wapenstilstand werd hij door het Verzet geïnterneerd, terwijl hij vooral door een vroegere vriend fel werd achtervolgd, vanwege een liefdesaffaire. Het Nederlandse gerecht zag geen reden tot veroordeling. Wel zag de fiscus kans om hem kaal te plukken. Onder de oorlog had Kimpe, net als andere veroordeelde activisten van ‘14-18’, vanuit België een schadevergoeding gekregen van het zogenaamde Bormsfonds. Daar moest hij nu in Nederland een forse som belastingen voor betalen. Hij herbegon koortsachtig te schilderen, om er weer bovenop te komen, en dat was de reden waarom hij meer dan vroeger de commerciële toer opging. Bij het publiek geliefde motieven en gemeenplaatsen (stoere Zeeuwse vrouwen droegen nu graag als enige kledij hun grote witte vleugelmutsen…) kenden veel succes.

Lo van Driel heeft dit alles nauwgezet en objectief onderzocht en er een zeer leesbaar boek over geschreven, dat bij de betere biografieën van de jongste jaren mag worden geplaatst. De titel is een veelzeggende woordspeling: Een getekend leven. Kimpe heeft inderdaad een weinig Pallieteriaans leven gekend. Hij werd zowel door zijn politiek engagement als door de oorlogsramp en zijn artistieke ervaringen sterk getekend. Om nog niet van zijn persoonlijk leven te spreken.

Tot verrassing van velen bleek een deel van Kimpe’s werk – omvangrijker dan men wist – een religieus karakter te hebben: schilderijen, glas-in-loodramen, verscheidene kruiswegen. Nu wordt bekend dat hij ook een grote reeks tekeningen over het leven van Jezus op zijn actief heeft. Ze zijn ontstaan in het verdriet van de naoorlogse jaren. Van Driel bracht ze bijeen in het tweede deel van wat je nu een Kimpe-trilogie kunt noemen, met als titel Het leven van Jezus in Veere en omstreken. Inderdaad, naar het voorbeeld van zijn vriend Felix Timmermans situeerde hij dit leven in zijn eigen omgeving. Dat is de enige reminiscentie aan Timmermans. Kimpe blijft bij zijn heel eigen ‘statische’ stijl en compositie. Bij elke prent noteerde hij welke passage uit het Evangelie hem had geïnspireerd. Van Driel heeft die passages opgezocht en er een parafrase van opgenomen. Zo wordt het een uniek boek, dat je zowaar ook ter geestelijke overweging zou kunnen gebruiken. Het bevat bovendien een forse inleiding en verantwoording.

* * *

Ten slotte deed Van Driel nog een andere belangrijke ontdekking. Kort na de publicatie van zijn biografie vond hij in het Zeeuws Archief een map met correspondentie van een andere leidende Vlaamse activist: Pieter Lodewijk Tack, eveneens naar Nederland uitgeweken. De verzameling bestaat in hoofdzaak uit wetenschappelijke aantekeningen. Maar er bleken ook twintig brieven in te zitten die Kimpe in de periode 1940-1942 richtte aan Tack. Een schat en een geschenk voor een biograaf als Van Driel! Die brieven laat hij nu verschijnen in een derde Kimpe-boek : De Nieuwe Orde breekt overal baan… Van Driel schreef er een inleiding en commentaar bij, met commentaar en bijlagen, plus biografische signalementen van de vele figuren die in de brieven worden genoemd.

‘Een centraal thema in Kimpe’s brieven, zegt hij, is het ideaal van een Groot-Nederland. Dat ideaal heeft Kimpe zowel in de Eerste als de Tweede Wereldoorlog volkomen beheerst. Zowel in ’14-‘18 als in 1940 meende hij dat een zelfstandig Vlaanderen en daarmee de opheffing van België en vervolgens op een of andere manier de aanhechting van dat ‘bevrijde’ Vlaanderen aan de Dietse stamgenoten niet verwezenlijkt kon worden zonder steun van de Duitse bezetter. Dit is de basis van zijn collaboratieve houding in de Tweede Wereldoorlog en het bepaalde volkomen zijn positie in de eerste oorlogsjaren’.

Is dat ook niet de positie en de pijnlijke illusie van menige foute Vlaamsgezinde in België geweest?

–––––––

Lo van Driel: Reimond Kimpe. Een getekend leven; 2016, Uitgeverij Den Boer | De Ruiter, Vlissingen, 368 blz.
Reimond Kimpe: Het leven van Jezus in Veere en omstreken. Ingeleid en bezorgd door Lo van Driel. 2017, Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg, 220 blz.
Reimond Kimpe: De Nieuwe Orde breekt overal baan… Brieven van Reimond Kimpe. Met inleiding, commentaar en bijlagen bezorgd door Lo van Driel; 2017, Erven Eikenhout, Sint Kruis, 255 blz.

Gaston Durnez (1928) is dichter, proza- en cursiefjesschrijver en journalist. Hij was heel zijn professionele leven verbonden aan de krant De Standaard, waarvan hij de tweedelige geschiedenis schreef, naast tientallen andere boeken. Tevens is hij oud-redacteur van Ons Erfdeel.

Meer van Gaston Durnez

De tentoonstelling van Adriaen Brouwer in Oudenaarde bevalt Gaston Durnez zeer, en hij brengt nog een andere Vlaamse meester in herinnering.

Commentaren en reacties