Sweet Tooth: is de mensheid het redden waard?
Tussen hoop en vertwijfeling
Een negenjarig jongentje met een hertengewei, de zoetebek van de titel, gaat op zoek naar zijn moeder in een postapocalyptisch Amerika.
Niet hiv, ebola, vogelgriep of andere ziektes veroorzaakt door virussen die van dier op mens overspringen, vormen de grootste bedreiging voor de mensheid. Ook niet de schimmels die binnendringen in onze hersenen en ons veranderen in zombies zoals in de recente negendelige HBO Max-serie The Last of Us.
Wel het H5G9- virus dat wereldwijd een pandemie heeft veroorzaakt waardoor bij de weinige overlevenden alleen nog hybride kinderen geboren worden: mens-dierkinderen die immuun zijn voor het killervirus dat miljoenen mensen het leven heeft gekost.
Althans, dat is de stelling in de drie seizoenen van de Netflix-serie Sweet Tooth, een sci-fi-fantasyreeks vol postapocalyptische elementen, gebaseerd op het gelijknamige DC Comics-stripboek van Jeff Lemire, gepubliceerd een tiental jaar voor de corona-epidemie uitbrak. Toch voelt de serie aan als bitter commentaar op hoe de mens omgaat met een pandemie en met wat ons nog te wachten staat met o-mikronvarianten.
Déjà vu, denk je nu! Dat hebben we al gezien in series als The Walking Dead en films als A Quiet Place. Gelijk heb je: de constante dreiging om besmet te worden door virussen, kannibalistische zombies of aliens, de ‘survival of the fittest’, het verlies van geliefden en de levensgevaarlijke overlevingstocht door een postapocalyptisch Amerika. Het is allemaal opgewarmde kost.
Hybride mens-dierkinderen
En toch is Sweet Tooth een geslaagde poging om de grenzen van de tv-serie alweer wat te verleggen door te focussen op menselijkheid en door meer aandacht te schenken aan de gevolgen van moorddadig gedrag, eerder dan aan het geweld zelf.
Maar vooral door kinderen centraal te stellen. Het kloppende hart van de serie is dan ook de relatie tussen een beschermende vaderfiguur en een negenjarig jongetje met een hertengewei, de zoetebek van de titel.
De intimiteit die zich in deze gewelddadige wereld ontwikkelt tussen beiden, overtuigend vertolkt door Nonso Anozie als Big Man en Christian Convery als Gus, is de reden waarom ik deze nochtans keiharde reeks kan aanraden.
Zoektocht
Gus is half hert, half mens, een van de hybriden die kan spreken en die samenwoont met zijn (vermeende) vader in Yellowstone National Park, de enige veilig overgebleven plek op aarde. Na de dood van zijn vader gaat Gus op zoek naar zijn moeder Birdie.
Met alleen een foto van Birdie en daaronder de plaatsnaam R.R. Colorado op zak, wordt Gus geholpen door Big Man, die alvast belooft hem naar ‘The Preserve’ te brengen, een plek waar andere hybriden verblijven. Daar is de vriendelijke wetenschapper Dr. Singh wanhopig op zoek naar een serum dat de mensheid kan redden.
Experimenteren op kinderen
Als blijkt dat daarvoor dissecties op hybriden nodig zijn, twijfelt Dr. Singh toch niet om op de kinderen te experimenteren omdat hij zo zijn besmette vrouw Rena in leven kan houden: haar constant wiebelende pink is het bewijs van contaminatie.
Dr. Singh, een soort Dr. Bernard Rieux uit Camus’ La Peste, heeft nog wel een moreel kompas maar bij de ‘Last Men’, de gewelddadige militie van generaal Abbot, zijn alle stoppen doorgeslagen. Die staan tegenover Rebecca Bears ‘Animal Army’, een leger dat hybriden beschermt.
Zowel hartverwarmend als hartverscheurend
Gus en Big Man besluiten samen met Rebecca Bear naar Alaska te reizen, op zoek naar Birdie, de moeder van Gus, en om een antwoord te vinden op de vraag waar de epidemie ontstaan is. Tijdens die tocht worden de achtergronden van de personages verder uitgewerkt en nieuwe bondgenoten en antagonisten geïntroduceerd.
De serie blijft trouw aan haar hartverwarmende kern en vormt een unieke mix van sci-fi en fantasie, avontuur en drama, sinister en romantisch, angstaanjagend en komisch tegelijkertijd.
Als Gus met zijn onwankelbaar optimisme de andere dier-menskinderen ontmoet, dreigt de serie te vervallen in een Muppetshow maar al snel slaagt deze visueel spectaculaire serie, opgenomen in Nieuw-Zeeland, erin een balans te vinden tussen de donkere thema’s en een gevoel van kinderlijke nieuwsgierigheid. Zelfs in de donkerste tijden is er ruimte voor verwondering en vriendelijkheid.
Op het einde weet je ook waar die verklarende, vaak filosofische commentaar ingesproken door acteur James Brolin vandaan komt. Vanaf het begin heb je een vermoeden, maar de bevestiging komt in het allerlaatste beeld.
Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.
Na 36 jaar keert regisseur Tim Burton terug met een vervolg op zijn iconische horrorkomedie ‘Beetlejuice’ uit 1988.