JavaScript is required for this website to work.

The Duke: Robin Hood en Kunstnapping

Karel Deburchgrave23/4/2022Leestijd 5 minuten
TitelThe Duke
RegisseurRoger Michell
Onze beoordeling

In deze tragikomedie, gebaseerd op ware feiten, steelt een excentrieke gepensioneerde het schilderij The Duke van Goya als protest tegen het BBC- kijkgeld.

Kunstdieven hebben het vandaag veel moeilijker dan voorheen want via het internet weet iedereen binnen een paar minuten dat de werken gestolen zijn. Geen galerie of serieuze verzamelaar zal het dan willen kopen. En als je het publiekelijk te koop aanbiedt, is de kans bijzonder groot dat je op heterdaad wordt betrapt. Nu blijven de schilderijen veel langer in het criminele circuit rondgaan en de kans dat geroofde schilderijen terugkomen is zo’n negentig procent, tenzij ze vernietigd worden.

Indrukwekkende lijst

Toch is de lijst van beroemde kunstdiefstallen imposant. Pablo Picasso is de recordhouder met 1.147 ontvreemde werken waaronder het nooit teruggevonden werk De duif (Le pigeon aux petit pois) gestolen in 2010 uit het Musée d’Art Moderne in Parijs. De dief beweert het in een vuilnisbak te hebben gegooid. De grootste kunstroof in de geschiedenis vond plaats op 18 maart 1990 in het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston, toen 13 schilderijen uit hun lijst werden gesneden.

Het is de grootste onopgeloste kunstroof ter wereld met meesterwerken ter waarde van 300 miljoen dollar, waaronder Het Concert van Johannes Vermeer en De storm van Rembrandt. Een beloning van 9 miljoen euro is uitgeloofd voor wie kan zeggen wie die werken boven zijn of haar bed heeft hangen.

En in Vlaanderen?

Bij ons zijn de twee meest beruchte diefstallen die van De rechtvaardige rechters, nog altijd niet teruggevonden, en De Liefdesbrief van Johannes Vermeer, wel teruggevonden en nu in het Rijksmuseum Amsterdam te bewonderen. De Aanbidding van het Lam Gods is het altaarstuk in de Sint-Baafskathedraal, geschilderd door de Vlaamse Primitieven Hubert en Jan van Eyck. Het paneel De rechtvaardige rechters werd in 1934 gestolen en is nog altijd niet terecht. Het Lam Gods is een veelluik met een stormachtige geschiedenis: in 1566 ontsnapte het nipt aan de Beeldenstorm en in 1781 vond Jozef II de twee panelen waarop Adam en Eva naakt te zien waren, overbodig.

De bekendste roof is echter de diefstal in de nacht van 10 op 11 april 1934, toen twee panelen van het Lam Gods werden gestolen: De rechtvaardige rechters en Johannes de Doper. Een miljoen Belgische frank losgeld werd gevraagd en om te bewijzen dat de panelen echt in het bezit waren van de dief of dieven, werd één paneel teruggevonden in het Brusselse Noordstation. Dan begonnen de onderhandelingen over het tweede paneel. Toen ene Arsene Goedertier een hartaanval kreeg, bekende hij op zijn sterfbed dat hij de enige was die wist waar het vermiste paneel zich bevond. Tot op de dag van vandaag wordt er nog steeds gezocht.

Bangladesh

Minder notoir maar niet minder Vlaams was de diefstal van De Liefdesbrief van Johannes Vermeer. Een halve eeuw geleden stal de 21-jarige Mario Roymans dit schilderij van onschatbare waarde. Hij eiste miljoenen losgeld om aan de straatarme bevolking van Bangladesh te schenken. Het schilderij, met een aardappelmesje uit de lijst gesneden, werd in een kussensloop onder de matras van Mario Roymans’ bed teruggevonden in hotel Soetewey in Heusden-Zolder, waar hij als kelner aan de slag was.

Heeft de Limburgse Robin Hood zich toen laten inspireren door de Italiaanse Robin Hood Vincenzo Perugia, die in 1913 het Louvre binnenwandelde en de Mona Lisa van de muur haalde terwijl de bewakers even een sigaretje waren gaan roken? Perugia stopte de Mona Lisa onder zijn jas en liep gewoon het gebouw uit met als motief het schilderij van zijn landgenoot Da Vinci terug te brengen naar het land van herkomst. De Italiaan kreeg twee jaar cel, maar werd in Italië aangezien als een held. Of was het de Engelse Robin Hood, de gepensioneerde Kempton Bunton, die Mario Roymans beïnvloed had om met het losgeld armen uit de nood te helpen?

Niet met mijn centjes

In 1961 had Kempton Bunton, een excentrieke gepensioneerde taxichauffeur in de noordelijke stad Newcastle, het helemaal gehad met de Engelse regering die hem en andere minder begoede Britten kijkgeld liet betalen om naar de BBC te kijken. Bovendien vond Bunton dat de regering 140.000 pond over de balk had gegooid met de aankoop van het schilderij Portrait of the Duke of Wellington van Goya.

Daarom besloot hij het schilderij te stelen. Door een paar bewakers van de National Gallery uit te horen, kwam hij erachter dat het alarm van het museum tijdens de schoonmaak ’s morgens vroeg werd uitgeschakeld. Brunton liet een raampje op het toilet open staan, waar hij de volgende ochtend zijn 110 kilo doorheen perste. Even later nam hij dezelfde weg naar buiten met het schilderij onder de arm.

Scotland Yard noemde het een uiterst professionele inbraak, vermoedelijk gepleegd door de internationale maffia. Uiteindelijk gaf Bunton zichzelf aan bij Scotland Yard en ging hij drie maanden de cel in. De roof haalde de voorpagina’s van alle Engelse kranten en reeds een jaar nadien wordt er als grap op gezinspeeld in een scène uit de Bondfilm Dr.No (1962) waarbij Sean Connery tot zijn verbazing net voor zijn diner met Dr. No,  het vermiste schilderij ziet staan.

Oer- Brits

Het is deze geruchtmakende kunstroof van 1961 die aan de basis ligt van The Duke (2020), de testamentfilm van de inmiddels overleden regisseur Roger Michell, bekend van romantische films zoals Notting Hill (1999) met Julia Roberts en Hugh Grant en Venus (2006), Peter O’Tooles laatste film. Alles is erg Brits in The Duke met legendarische Londense locaties in splitscreens, plaatsen als The Old Bailey en Pudding Lane, de straat waar de Great Fire of London uitbrak in 1666.

Kempton (Jim Broadbent) is de idealistische dromer die graag Robin Hoodfilms op tv kijkt maar toch ijvert voor de afschaffing van het BBC-kijkgeld voor gepensioneerden en oorlogsveteranen. Bunton is een aandoenlijke altruïst die het uit principe overal, te pas en te onpas, opneemt voor gerechtigheid. Een Donquichot die Conrads Heart of Darkness leest.

Deze anarchistische ‘angry old man’ met zijn treurige Engelse buldoglook is getrouwd met de constant breiende en poetsende Dorothy, vertolkt door Helen The Queen Mirren, voor wie hij de diefstal angstvallig verborgen houdt. Hij is ook de vader van twee zonen en een bij een fietsongeval dodelijk verongelukte dochter, over wie men thuis nooit spreekt.

Verrassende wending

Halfweg de film word je nog getrakteerd op een zeer verrassende wending, zelden gezien de laatste jaren, waardoor je dit waargebeurd verhaal met totaal andere ogen bekijkt en je nog meer respect krijgt voor de autodidact die, met een pijp in de mond, voortdurend sociale wantoestanden aan de kaak stelt.

In de rechtbankzaak op het einde neemt hij, zoals Oscar Wilde meer dan een halve eeuw ervoor, de ‘witness box’ voor de ‘wittiness box’. Voor Wilde was dat zijn ondergang. Voor Bunton wordt het de plaats waar hij als een ware stand-upcomedian de harten verovert van de Engelsen, inclusief dat van zijn advocaat Jeremy Hutchinson, destijds getrouwd met de beroemde actrice Peggy Ashcroft.

Voor oma’s en opa’s

In deze Britpic geen spectaculaire ‘mission impossibe’ actie, maar oer-Britse acteerkunst overgoten met een nostalgisch sausje. Net als veteranen granny (Judi Dench) en pop (Ciarán Hinds) in Branaghs Belfast (2021) acteren Broadbent en Mirren de pannen van het dak. The Duke lijkt zo uit een teletijdmachine te komen, schrijven jongeren die Vijftig Tinten Grijs topliteratuur vinden. Volgens hen wordt The Duke vertolkt door ‘spelers die dik de zeventig zijn gepasseerd, en wier stijl zich het beste laat omschrijven, niet als grijs, maar als ultrabeige’.

Voor moderne tiktokkers stijgt Roger Michells laatste prent echter niet uit boven het niveau van een aardige anekdote, niets wereldschokkends, die ‘dient om arthousehits van opa’s en oma’s uit te rollen’. Met die arthousehits worden dan prachtsongs bedoeld als Binnie Hales I like a Nice Cup of Tea, een ode aan de Britse godendrank die in een twintigtal scènes wordt gesavoureerd, meestal met ‘bacon and eggs’, Helen Shapiro’s hitsingle Walkin’ Back to Happiness en, op het einde, Jerusalem, de patriottische hymne, de klassieke afsluiter van de Last Night of the Proms.

De Britse veldheer en staatsman Arthur Wellesley Wellington (1769-1852), die Napoleon bij Waterloo versloeg in 1815, liep niet hoog op met kunstenaars: ‘I hate the whole race … there never existed a more worthless set than Byron and his friends’. Of hij dat ook dacht over Goya, de schilder die hem portretteerde als The Duke? Of zou hij meer respect gehad hebben voor de man die zijn portret ontvreemdde?

Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.

Commentaren en reacties