JavaScript is required for this website to work.

The Queen’s Gambit: grootmeesterlijk!

Karel Deburchgrave18/11/2020Leestijd 6 minuten

Deze boeiende miniserie over een opgroeiend meisje met een drugs- en schaakverslaving is nu eens geen kauwgom, maar kaviaar voor de ogen.

Deze Netflix-miniserie met zeven afleveringen van gemiddeld 53 minuten is gebaseerd op de gelijknamige bildungsroman uit 1983 van Walter Tevis. De titel The Queen’s Gambit verwijst naar een bekend openingsmanoeuvre in het schaakspel. Daarbij offert men één of meer pionnen op teneinde een tactische aanval te lanceren.

Kaviaar voor de ogen

The Queen’s Gambit vertelt het coming-of-ageverhaal van het aan drugs en alcohol verslaafde schaakgenie Beth Harmon. ‘Weeral over drugs!’ en ‘Schaken, kan het nog saaier?’, hoor ik je al denken. Misschien wel in andere series. Maar in deze meeslepende miniserie levert het intelligente, knap geacteerde en visueel sterke cinema op. Nu eens geen kauwgom, maar kaviaar voor de ogen.

Dat is meteen duidelijk, vanaf de openingsscène in de eerste aflevering. Die begint met een flash forward waarin de 17-jarige Beth (Anya Taylor-Joy) niet reageert op het deurgeklop. Ze ligt namelijk nog drugsdronken met haar kleren aan in bad in een Parijs hotel anno 1967. Ze beseft dat ze zich moet haasten om op tijd te komen voor het wereldkampioenschap tegen de Russische schaakgrootmeester Vasily Borgov. Niet zomaar een match, maar een prestigetest voor de VS versus de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog. Hoe die match afloopt, komen we pas veel later te weten, in de voorlaatste aflevering.

Vanaf het begin is er dat respect voor de kijker. Hem worden de elementen aangereikt om het verhaal zelf in elkaar te puzzelen. Zo herinnert de Rus Borgov met zijn pokerface de 17-jarige Beth aan haar eigen vertwijfelde blik toen ze als 9-jarig meisje (een veelbelovende Isla Johnston) op de achterbank van haar moeders auto het verzoek krijgt: ‘Doe je ogen dicht’. Ook dat waarom krijgen we, stapsgewijs en visueel sterk gefilmd, veel later uitgelegd. Wanneer Beth uiteindelijk doorheeft waarom ze haar ogen moest sluiten, heeft dat een nefast effect op haar introverte persoonlijkheid. Het resultaat is echter meteen duidelijk: na het auto-ongeluk sterft haar moeder en komt Beth in een weeshuis terecht.

Magische vitaminen

Het in zichzelf gekeerde meisje wordt daar goed opgevangen door de exuberante Jolene. Een Afro-Amerikaanse die graag luidop mannen als ‘cocksuckers’ bestempelt. Net zoals de psychiatrische patiënten uit One Flew over the Cuckoo’s Nest moeten er dagelijks pillen geslikt. Van Jolene leert Beth de groene kalmeringspillen voor ’s avonds op te sparen. Die helpen haar dan haar fantasieën te projecteren op het plafond.

Nadat ze de zwijgzame, norse, tegen zichzelf schakende conciërge meneer Shaibel (Bill Camp) leert kennen in de kelder waar ze de bordenwissers moet uitkloppen, blijkt de jonge Beth een aangeboren schaaktalent te hebben. Daardoor kan Beth al haar schaakstrategieën uit het hoofd op de zoldering projecteren. Met de hulp van die verslavende groene pillen, de ‘magische vitaminen’.

Halleluja

Dat het hier om een wonderkind gaat, wordt erg subtiel en met weinig woorden gesuggereerd. Over Beths aan pillen verslaafde biologische moeder vernemen we terloops dat ze in een caravan heeft gewoond en een wiskundetraktaat heeft geschreven voor haar PhD aan Cornell University. In de klas heeft Beth haar test af lang voor alle anderen. Tijdens de poëzieles heeft ze meer interesse voor het boek Moderne Schaakopeningen dat ze van meneer Shaibel heeft meegekregen dan voor het prachtige gedicht Not Waving but Drowning van de Engelse dichteres Stevie Smith.

In de kapel veinst ze dringend toiletbezoek om dan te kunnen gaan schaken met de conciërge. Niet toevallig is dat tijdens het zingen van religieuze hymnes zoals Bringing In The Sheaves en Nearer, my God, to Thee. Dat is vooral bekend als laatste muziekstuk gespeeld door de muzikanten van de Titanic. De religieuze connotaties — ook Beth zal oogsten wat ze gezaaid heeft en zo dichter bij de schaakgod geraken —spatten finaal van het doek met het Hallelujakoor uit Händels Messiah, te horen op het einde van The Robe wanneer Richard Burton en Jean Simmons blijgemoed hun dood tegemoet stappen. Beth heeft de klasvertoning van die beroemde eerste cinemascope film verlaten om haar voorraad groene pillen aan te vullen, maar het Halleluja blijft doorklinken bij Beths eerste overdosis.

Een ‘vodden tot rijkdom’-verhaal

Wanneer Beth als 14-jarige wees uiteindelijk geadopteerd wordt door het echtpaar Wheatley, zitten we in het midden van een typisch Amerikaans ‘from rags to riches’-verhaal. Van de kelder in een weeshuis naar de absolute top in de schaakwereld. Wat het allemaal nog zoveel interessanter maakt, is de feministische kant van dit succesverhaal. Beth die zich moet manifesteren als vrouwelijke pionier in een bij uitstek mannenbolwerk! Wanneer Beths pleegvader zijn vrouw Alma verlaat voor een jongere versie, staan Beth en haar alcoholverslaafde, pianospelende adoptiemoeder er alleen voor.

This is a man’s world

Alma ontdekt dat er aardig wat geld te verdienen valt met schaaktoernooien en begeleidt haar pleegdochter. Beiden zijn verslaafd aan wijn en kalmeringsmiddelen, maar vormen toch een intiem vrouwenbastion. Alma wordt bijzonder overtuigend vertolkt door actrice Marielle Heller. Zij is nu ook cineaste van twee biografische films Can You Ever Forgive Me? (2018) en het Tom Hanks-vehikel A Beautiful Day in the Neighborhood (2019).

En dan is er de charismatische Anya Taylor-Joy als Beth. Met één oogopslag kan ze haar innerlijk blootleggen. Deze in de Verenigde Staten geboren Argentijns-Britse actrice kennen we van hoofdrollen in horrorfilms als The Witch (2015), Split (2016) en Glass (2019). Ze vertolkte ook de rol van Gina Gray in Peaky Blinders. Verleden jaar nog zagen we haar na Gwyneth Paltrow, Kate Beckinsale, Romola Garai en Alicia Silverstone zeer overtuigend in de huid kruipen van een aantrekkelijke, maar ietwat arrogante, ijdele en intelligente jonge vrouw van goeden huize: de protagoniste van Jane Austens vierde roman Emma. Anya Taylor-Joy draagt deze serie zoals de 25-jarige Israëlische actrice Shira Haas dat deed in de miniserie Unorthodox. Ook die ging over een vrouw die haar mannetje moet staan in ‘a man’s world’.

Een feest voor de ogen

Ook de latere episodes leveren meeslepende cinema op, gebaseerd op een schrander scenario. Gebeurtenissen in het begin — door scenaristen ‘plantings’ genoemd — zoals de foto van Beth met meneer Shaibel, diens geschenkboek Moderne Schaakopeningen en Beths gestolen schaaktijdschrift, krijgen alle een ‘pay off’ op het einde.

Bovendien draait de hele serie rond het principe van de ‘time lock’. De hierboven vermelde Hallelujascène, bijvoorbeeld. Zal Beth op tijd haar groene pillen kunnen stelen, voor Händels Messiah gedaan is? Hetzelfde geldt voor de vele schaaktornooien waar telkens tegen de klok wordt gespeeld. Die worden cinematografisch bijzonder vindingrijk en met veel afwisseling in beeld gebracht, onder meer in split screen.

De match van de eeuw

Herinnert Beth Harmon ons aan Bobby Fischer, dan verwijst Vasily Borgov natuurlijk naar Boris Spassky. In 1972 speelde de Amerikaanse schaakmeester Bobby Fischer in Reykjavik de match van de eeuw op het wereldkampioenschap tegen de Russische schaakgrootmeester Boris Spassky, vandaag de oudste nog levende schaakmeester.

Fischer won de partij, maar verdween daarna voor lange tijd uit de openbaarheid. Hij liet alleen nog maar van zich horen via excentrieke meningen over Amerika. Hij juichte onder meer de aanslagen op 11 september 2001 toe. Als Jood ventileerde hij zelfs antisemitische en negationistische overtuigingen. Volgens velen was de scheidingslijn tussen genialiteit en geestelijke gezondheid bij hem erg dun geworden. Toch wordt hij nog altijd beschouwd als de grootste schaker aller tijden. Een wonderkind dat op zesjarige leeftijd met zijn zus Joan leerde schaken en op zijn veertiende kampioen van de VS werd.

Schaken als metafoor voor het leven

Schaken wordt herhaaldelijk als metafoor voor het leven gebruikt. Garry Kasparov publiceerde Waarom het leven op schaken lijkt en Ingmar Bergman liet in Het Zevende Zegel ridder Antonius Block (Max von Sydow) de Dood uitdagen tot een partijtje schaak. Zolang de ridder zich kan verdedigen op het schaakbord, mag hij in leven blijven. Indien Block het spel wint, gaat hij vrijuit. Maar we weten natuurlijk dat het schaakspel van het leven niet gewonnen kan worden. Je kan enkel zegevieren door gelukkig te verliezen.

Een idee dat we terugvinden in recente schaakfilms zoals The Luzhin Defence (2000), gebaseerd op een werk van Nabokov, en in het Nieuw-Zeelandse The Dark Horse (2014). En natuurlijk in The Queen’s Gambit, naar de gelijknamige roman van Walter Tevis, auteur van drie verfilmde boeken: The Man Who Fell to Earth, The Hustler en het vervolg The Color of Money, beide over biljartgokkers. Heath Ledger wilde van The Queen’s Gambit zijn regiedebuut maken. Maar na zijn overlijden werd de serie doorgegeven aan Scott Frank. Die maakte eerder al Little Man Tate, ook over een wonderkind.

Voor zijn roman The Queen’s Gambit heeft Walter Tevis zich natuurlijk ook laten inspireren door de moeder van alle schaakverhalen: Schaaknovellevan Stefan Zweig. Dat werd in 1960 verfilmd met Curd Jürgens in de rol van Dr. B., een Weense intellectueel die door de Gestapo is gearresteerd en in een isoleercel wordt opgesloten. Daar vindt hij een schaakboek. Bord en stukken heeft hij niet, maar hij speelt de partijen uit dat boek blind na. En als hij ze allemaal uit zijn hoofd kent, speelt hij tegen zichzelf. Even waanzinnig als over je eigen schaduw proberen te springen.

Schaakfouten in de film

Volgens mijn kleinkinderen ben ik een geducht tegenstander bij Vier op een Rij en Dammen. Dat stelt mij echter nog niet in staat om fouten te noteren. Die zijn er namelijk, ondanks het feit dat schaakconsultants Bruce Pandolfini en Garry Kasparov een oogje in het zeil hebben gehouden.

Voor de aficionados hier toch een fout(je) uit Chess Mistakes InThe Queen’s Gambit. ‘The Queen’s Gambit is 1.d4 d5 and 2.c4, OR in the descriptive notation of the show, 1.P-Q4 P-Q4 2.P-QB4. In the video, one can see that only the first move, 1.d4 has been played. The “gambit” in The Queen’s Gambit — the sacrifice of the bishop’s pawn for more activity and central control — has not yet been played. This is a nitpicky point, BUT the show is called “The Queen’s Gambit” so it would have been good to get this detail right.’ Inderdaad, na deze glasheldere uitleg merk ik het ook.

Voor alle vragen omtrent alcohol, drugs, pillen, gamen en gokken kan je terecht bij de Druglijn op het nummer 078 15 10 20 of via www.druglijn.be

Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be.

Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.

Commentaren en reacties