JavaScript is required for this website to work.

‘Wildevrouw’ van Jeroen Olyslaegers: de roman van het jaar

Frank Hellemans1/12/2020Leestijd 4 minuten

In zijn nieuwe historische roman ‘Wildevrouw’ verzoent wildeman Jeroen Olyslaegers Louis Paul Boon met Felix Timmermans dat horen en zien je vergaan.

In zijn nieuwe historische roman Wildevrouw over het 16de-eeuwse Antwerpen van de Beeldenstorm verzoent wildeman Jeroen Olyslaegers Louis Paul Boon met Felix Timmermans dat horen en zien je vergaan. Olyslaegers borstelt in Wildevrouw op zijn Bruegels een sensueel portret van de gistende tijden in het Antwerpen vlak voor en tijdens het legendarische jaar 1566. Een volksopstand tegen de Spaanse koning Filips II leidde toen tot een religieuze en politieke revolutie en uiteindelijk – na de val van Antwerpen in 1585 – tot de splitsing van het huidige Vlaanderen en Nederland. Olyslaegers die sinds de Antwerpse WO II-collaboratieroman Wil het genre van de historische roman heeft ontdekt, voelt zich in dit nieuwe historische epos als een vis in het Scheldewater.

Geuzenboek van Boon

Met een vanzelfsprekend naturel dat hij van zijn idool Pieter Bruegel heeft afgekeken laat hij zijn hoofdpersonage, de herbergier Beer, in het volle Antwerpse leven duiken, met zijn intellectuelen en hoeren, met zijn grootondernemers en kunstenaars, met zijn narren en pastoors. Zwierig en sappig brengt Olyslaegers het flamboyante verhaal van Beer als een biecht tot God in de gij- en U-vorm. Op het ogenblik dat Beer zijn verhaal doet, is hij al gevlucht naar Amsterdam met de dochter van de wildevrouw uit de titel, een Eskimodame. Een Antwerpse handelsexpeditie bracht haar als bezienswaardigheid uit het Noorden mee en verstopte ze in een achterkamertje in de herberg van Beer. Maar natuurlijk verwijst de wildevrouw ook naar het schilderij Dulle Griet van Pieter Bruegel dat na restauratie nu in zijn volle glorie weer te bewonderen is in het Antwerpse Museum Mayer van den Bergh.

Olyslaegers is een uitgesproken kenner en liefhebber van het werk van Louis Paul Boon. Na zijn studies Germaanse filologie werkte hij op een blauwe maandag voor het Boon Documentatiecentrum aan de Antwerpse universiteit en geraakte hij allicht ook in de ban van Boons postuum gepubliceerde Het geuzenboek uit 1979.  Meer dan 700 bladzijden lang vertelt Boon in deze laatste roman over de manier waarop de Vlaamse geuzen in de zestiende eeuw het onderspit delfden tegen de Spaanse kroon en daarbij verraden werden door hun eigen leider Willem van Oranje. Boon had zich voor zijn verhaal van de geuzenopstand uitvoerig gedocumenteerd, misschien zelfs té uitvoerig want het verhaal zelf wil bij hem niet echt vlotten. De kroniek die hij opdist, is een schoolse reconstructie van hetgeen er tussen 1500 en 1585 in onze streken is gebeurd. De volkse verhaalsaus waarmee Boon zijn geschiedenisles op smaak wou brengen, was te dun.

Job op de mesthoop

Olyslaegers heeft zich ook degelijk voorbereid maar trapt niet in de val waarin Boon en menige historische romancier — zie bijvoorbeeld Stefan Hertmans in De opgang – zich vaak verliest. De historische setting overwoekert daarbij het verhaal omdat de chroniqueur al te babbelziek de lezer per se deelachtig wil maken aan zijn documentaire belezenheid.

Olyslaegers ontwijkt die klip door voor het volle pond als een literaire wildeman de bijbels-barokke vertellersstem van Beer te laten weerklinken. Hij gaat tekeer als Job op zijn mesthoop. Olyslaegers concentreert zich op de Antwerpse commerciële havenactiviteit die door de hongerwinter van 1564 tot stilstand komt. Stilte voor de storm, zo blijkt, tot de apocalyps in de jaren daarna pas echt uitbreekt.

Bruegel van Timmermans

Boon, die in zijn geuzenverhaal ook een voorkeur had voor de volkse gij-verteller en voor de maatschappelijke outcast, krijgt dus met Wildevrouw een remake die beter is dan het origineel omdat Olyslaegers zo levendig vertelt. Dat heeft hij misschien van Felix Timmermans die al in 1928 met zijn romanportret van Pieter Bruegel de schilder beschreef zoals hij hem naar eigen zeggen ‘zo uit zijn werken had geroken’.

Diezelfde zinnelijke overvloed overrompelt je als lezer vanaf de eerste bladzijden van Olyslaegers’ Wildevrouw. Je ruikt, hoort, ziet en proeft het Antwerpen van voor en tijdens de Spaanse Furie. Je wordt opgenomen in de dolle fratsen van de wildemansbond, waar Beer tijdens carnaval de plak zwaait. En je leeft mee met de intellectuele gesprekken in en buiten de herberg waar cartograaf Abraham Ortelius en ook Pieter Bruegel in beeld komen. Havenbaronnen à la Fernand Huts verkeerden er zij aan zij met drukkers, zoals Willem Silvius en astrologen-alchemisten, zoals de Engelsman John Dee.

De tweezak in ieder van ons

Kortom, de havenmetropool die Antwerpen tot 1585 was – en vandaag opnieuw is – gaf het leven een boost die ook wel eens tot excessen leidde. Knap hoe Olyslaegers zijn uitzinnig verhaal een elektriserende, filosofische lading meegeeft. Ten laatste sinds Wil is Olyslaegers blijkbaar gebiologeerd door de manier waarop ieder van ons vroeg of laat compromissen moet sluiten met het leven, en daardoor in zekere zin verraad pleegt aan de ooit hoog gekoesterde idealen. In het volkse taaleigen van Olyslaegers gaat het om ‘de tweezak’ die de mens noodzakelijkerwijze wordt. Niemand is zuiver op de graat. Alles draait in de wereld om de aanvaarding van je eigen grenzen, zoals Beer tot scha en schande moet ondervinden.

Komt erbij dat Olyslaegers in deze roman heel zijn eigen ziel heeft gelegd. Olyslaegers heeft in het echte leven iets van een sjamaan en draagt een amulet met magische tekens die zijn alter ego Beer hier door John Dee tijdens een spraakmakende scène eveneens om de hals gelegd krijgt. De aanvaarding waarvan hier al sprake was, impliceert dat je de spirituele energie van het leven achter of boven de werkelijkheid probeert te ontdekken. Dan pas krijgt het leven zin en betekenis.

Eigen botten kraken

Om maar te zeggen dat Wildevrouw zoveel in petto heeft: een sterk verhaal met extra dimensies maar ook een boodschap die te denken geeft. En ja, zoals Bruegel, heeft Olyslaegers een zesde zintuig voor plastische taferelen vol sprekende details. Het bezoek van een ontredderde Beer aan een badhuis waarin een dame van lichte zeden hem opkikkert, blijft nazinderen. Om nog maar te zwijgen van de sadistische manier waarop enkele ongelukkigen publiekelijk op het rad worden gespannen en door de beulshamer bewerkt tot je bijna de eigen botten hoort kraken.

Redenen genoeg dus om Wildevrouw tot dé Vlaamse roman van 2020 uit te roepen.

Wildevrouw is gedurende twee weken ‘boek van de week’ en zonder verzendkosten te koop in de online boekhandel van Doorbraak.

Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties