Roger Scruton over nationalisme en nationale identiteit
Bekentenissen van een reactionair (2). Negen afleveringen uit een interview van Jean-Pierre Rondas met de Engelse filosoof Roger Scruton.
Sir Roger Scruton
foto © Reporters
Roger Scruton aanvaardt zowel de verlichtingsdefinitie van een ‘hoge’ cultuur, als Herders waardering voor een etnische cultuur. Nationale identiteit is nooit ver weg.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementScruton aanvaardt zowel de verlichtingsdefinitie van een ‘hoge’ cultuur, als Herders waardering voor een etnische cultuur. Nationale identiteit is nooit ver weg.
Roger Scruton: ‘Eerst en vooral moeten we onderscheiden tussen nationale identiteit en nationalisme. Dat laatste is een meestal militante ideologie die het religieuze geloof wil vervangen door een soort van idolisering van de natie. Aan de oorsprong daarvan staat natuurlijk de Franse Revolutie, want het nationalisme vulde het vacuüm dat ontstaan was door de aanvallen op de oude religie. Nationale identiteit is echter is totaal verschillend. Het is iets wat we allemaal hebben of nodig hebben. Het grote probleem is alleen dat als de nationale identiteit in een crisistoestand geraakt, het nationalisme wil tussenkomen om het te redden. Dat is wat in Duitsland gebeurde. Wanneer dat soort van blinde geloofssystemen dan over de schreef gaan leiden ze steevast tot massaal bloedvergieten, zoals dat trouwens ook met de Franse Revolutie is gebeurd.
Overigens denk ik dat het verlies van nationale identiteit een ramp betekent voor de mensen, omdat dit uiteindelijk neerkomt op een verlies van gemeenschap en van het besef dat sommige dingen nu eenmaal belangrijker zijn dan je allerindividueelste welbevinden. Zonder het besef van het belang van de wereld om je heen en van je lidmaatschap ervan ben je verloren. Men begint zich dat trouwens te realiseren. Het probleem is dat door de Tweede Wereldoorlog de mensen argwanend zijn gaan staan tegenover naties. Vooral de Duitsers gingen hun eigen nationale identiteit verdacht vinden omdat ze gezien hadden wat die had uitgericht. Als een reactie daarop groeide de Europese Unie tussen Duitsland en Frankrijk omdat ze beide de catastrofale ervaring van de nederlaag hadden meegemaakt. In hun hart weten de mensen deze catastrofes aan de nationale idee, in plaats van te beseffen dat ze afkomstig waren van de perversie van deze idee. Daar komt nog eens een soort van politieke censuur bovenop.
De Europese Unie verergert dit proces nog, omdat ze als bemoeiziek instituut ons er voortdurend aan herinnert dat de ergste misdaden racisme en xenofobie zijn. Opkomen voor de eigen identiteit is een misdrijf in de ogen van de nieuwe, politiek correcte elite. Dat is het natuurlijk niet, integendeel, het is een verdienste. Er komt niet alleen in België, maar overal in Europa een crisis van het moment dat we ons realiseren dat deze afschaffing van de nationale identiteit geleid heeft tot haar vervanging door… niets. Als ik Vlaming was dan zou ik opkomen voor mijn recht om dat te zijn; en misschien bestaat er wel een legitiem streven naar onafhankelijkheid van een bestuur door mensen die met mij niet sympathiseren. Natuurlijk zegt men dan dat dit neerkomt op uitsluiting en exclusivisme; maar het is alsof je tot iemand die aan zijn familie is gehecht zou zeggen dat hij de naburige familie uitsluit. Evident is het niet zo dat je mensen uitsluit omdat je van sommige mensen meer houdt dan van anderen. Het is een belachelijke emotionalistische visie van de ziel die ons probeert wijs te maken dat we uitsluiten omdat we insluiten.’
In de volgende aflevering spreekt Roger Scruton over het echte en wenselijke multiculturalisme.
Deze teksten over en met Roger Scruton verschenen eerder in Jean-Pierre Rondas, Rondas’ Wereldbeeldenboek, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2006, op basis van een interview in het programma Rondas op Klara. Aanleiding was het verschijnen van Scrutons boek Moderne cultuur. Een gids voor kritische mensen. Uitgeverij Agora, Kampen, 2003
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006 en 2020). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'. Publiceerde nieuwe geannoteerde edities van Filip De Pillecyns 'Tegen de muur' (2019) en 'Mensen achter de dijk' (2020). Maakte een keuze uit Mark Grammens' 'Journaal'-essays in 'Trouw moet blijken' (2022). Eigen essays verschenen in 'Een kwestie van bestaan. Vlaanderen in de wereld' (2020).
Na een in memoriam voor zijn leerling Luc De Vos, herdenkt J.P. Rondas zijn poësisleraar Paul Heirwegh die dit jaar overleed. Opdat verleden lessen niet verloren zouden gaan.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.