ROSA, of het verlangen een Feniks te worden
Randverschijnselen
Analytisch bekeken is Marijke Pinoy een theatermens met een koppig engagement dat spiraalsgewijs het merg zoekt van maatschappelijke vraagstukken
foto © BelgaImage / James Arthur Gekiere
Ondanks covid-19 wordt er hard gewerkt aan nieuwe theaterproducties. Door Marijke Pinoy bijvoorbeeld, met het fascinerende ROSA.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDoor covid-19 ligt het theaterleven plat. Achter de schermen wordt er echter hard gewerkt aan nieuwe producties. Een zee van tijd om ideeën grondig uit te werken. Tenminste, voor wie niet kan stilzitten.
Zoektocht naar het merg
Marijke Pinoy is zo iemand. Ze is een van de meest inventieve actrices van Vlaanderen. Ze gaat nooit over één nacht ijs. Zoekt de wakken van daad en gedachte. Het best kan je haar inzet typeren als een oorlog voor de vrede. Met andere woorden: analytisch bekeken is Pinoy een theatermens met een koppig engagement dat spiraalsgewijs het merg zoekt van maatschappelijke vraagstukken.
De eerste stapjes
Het coronaseizoen kwam haar dus goed uit om de bronnen van een productie te zoeken. Naar een idee waar zij blijkbaar al jaren embryonaal mee bezig is, met als titel ROSA. De grondige zoektocht valt af te leiden uit de pre-proefperiode, die best te vergelijken valt met de eerste stapjes van een kind.
Ruchtbaarheid mocht er nauwelijks aan gegeven worden, publiek was toegelaten, maar met mate en ‘meneer Lauwaert, a.u.b. geen recensie want de première zal pas doorgaan volgend jaar op TAZ, Theater aan zee.’ Een probleem kan maar besproken worden als men ten volle zijn omvang kent. Wie die niet kent, levert een productie af zoals Napoleon zijn Slag van Waterloo. Hij rekende op zijn ervaring, zonder grondig voorbereid te zijn. Vergat dat elk probleem een eigen wereld heeft.
Embryonaal
Maar hoe ziet het project er precies uit? Dat is makkelijk te verklaren, maar valt niet precies te verwoorden. Zoals gezegd is het project embryonaal. Juist daarom is, mijns inziens, het goed er wat over uit te weiden. De scheppingsperiode is vaak interessanter dan het eindwerk. Niet toevallig vinden acteurs, of ze nu van het vrouwelijk of het mannelijk geslacht zijn, of het geslacht met van beide wat, een repetitie boeiender dan de voorstelling.
De juiste locatie
Goed, het project. De locatie is een binnentuin van de Oostende muziekschool. Tijdens de vakantieperiode wordt hij gebruikt voor producties van TAZ, of één van zijn neefjes. Wat bomen en verder grond, aarde in zijn vettigste vorm. De omwalling bestaat uit drie blinde muren en achter de publiekstribune de achtergevel van de school. De juiste locatie voor wat haar voor ogen stond.
Naar ze mij na de nabespreking zei, infiltreerde de locatie de idee. Ik vroeg haar in de nazit van de voorstelling, wanneer de speeltijd in Oostende afgelopen is en er reisvoorstellingen zijn, of ze een vrachtwagen meesleurt om in de culturele centra en theaters op eenzelfde wijze in de aarde te kunnen blijven wroeten. Ze haalde de schouders op. Dat probleem stelt zich nog lang niet. Wat telt is het nu, de week in Oostende.
Boven God staan
Eenmaal de voorstelling begint… ola, even geduld, dat moet veranderen. ‘Je mag niet opkomen,’ zei ik haar, ‘maar moet op het toneel de toeschouwers verwelkomen. Het zal organisch logischer zijn. Om eenmaal het publiek aanwezig jouw verhaal te vertellen.’
Maar wat is nu het verhaal? Dat van de belevenissen van Rosa, de conciërge van de muziekschool. Vooral haar jarenlange strijd met de directeur, die niet progressief is. Wat voor Rosa onlogisch is… een directeur die volgens het boekje werkt, afkomstig van het kabinet van de minister van Onderwijs. Een directeur van een kunstschool moet als een scheepskapitein zijn: boven God staan. Naar weer en wind beslissen wat het beste is om de opvarenden gezond en wel ter bestemming te brengen.
Wie ben ik?
Eenmaal de begroeting voorbij en zichzelf kort voorgesteld, schrijft Rosa — Marijke Pinoy — op de blinde muur: IK VOEL MIJ OVERAL THUIS, kort daarop gevolgd door NON! LE POUVOIR DE DIRE NON! Regelmatig schreeuwt ze haar verlangens, haar woede uit tegen de blinde muur. Zo erg dat ze er haast doof en blind van wordt. Vanuit die beschadigingen van haar gevoelens krast ze vervolgens op de muur WIE BEN IK? Een vraag die — niet onlogisch — met het ouder worden bij iedereen met verstand opduikt.
Rosa is nuchter. Voor haar is wit geen zwart of grijs. Dus wil ze om te ontsnappen aan de routine van de muziekschool en haar functie ontsnappen. Nu het nog kan. Voor haar is de ontsnapping uitstijgen boven het gedoe en het lawaai van de wereld. Dat kan maar op één manier. Een trekvogel worden. Een Feniks. Ze grijpt naar vleugels die aan de muur hangen, gordt ze om en slaat ze uit.
Meester van het speelvlak
Wat er vervolgens gebeurt, ga ik niet verklappen. Zoals gezegd, je ziet de foetus al, maar kan het geslacht nog niet zien. Wel wil, kan, mag ik zeggen dat de trekvogelscène de keel snoert. En de voorstelling, al in zijn eerste fase, samengevat richting waanzin gaat, in goede zin, zijnde: de zin van de waan. Of het zoeken van de gewone mens om uit te stijgen boven het banale. Om later, in het doodsuur niet te moeten zeggen: is het dát maar geweest, het leven.
Tot slot. Wat wonderlijk is… net als beroemde acteurs, zoals wijlen Julien Schoenaerts, Vivianne De Munck, Halina Reijn, Johan Leysen, Elsie de Brauw, Isabelle Huppert, Hans Kesting blijft zij meester van het speelvlak. Of dat nu klein of groot is, het podium is haar woonruimte. Zij maakt klein wat groot is en maakt groot wat klein is.
De voorstelling kan — praktisch gezien — opgedeeld worden in vijf scènes. Dat valt niet zo moeilijk te ontdekken. De breuklijnen worden opgevuld door muziek, gebracht door een zoon van Marijke Pinoy op de elektronische gitaar.
Er is leven na de dood
Hoorde ik daar niet in het eerste intermezzo een variante op Er is leven na de dood van Freek de Jonge, wat op zijn beurt een variante is van Death is not the end van Bob Dylan.
Maar goed, ROSA van Marijke Pinoy was zelfs in zijn oervorm boeiend, fascinerend. Ik zal er zeker bij zijn als de productie volgend jaar doorgaat op TAZ. Wat goed is, kan meer dan eens gezien worden.
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.