Sleutels zonder sloten
foto © Pixabay
De betere boeken volgens Benno Barnard.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIk heb de rare gewoonte voornamelijk klassieke boeken te lezen. De meeste staan gewoon in mijn bibliotheek, ik heb ze indertijd gekocht met het vaste voornemen een heuse lettré te worden. Geen mens kan zo verwijtend kijken als een ongelezen boek. Zo heb ik het voorbije jaar bijvoorbeeld de verhalen van Tsjechov en de romans van Camus gelezen, beiden auteurs die hun faam verdiend bleken te hebben; omgekeerd vond ik Der Tod in Venedig zo’n pompeus deutschtümelnd gedrocht, dat ik besloten heb het overige werk van Thomas Mann voorlopig maar te negeren.
Nu ben ik verdiept in het tweede van de drie delen waaruit de memoires van Elias Canetti bestaan, De fakkel in het oor: Europa tussen 1921 en 1931, door Canetti grotendeels beleefd in Wenen, dat centrum van schittering en verschrikking.
Maar tussendoor lees ik ook weleens een nieuw boek, zoals het provocatieve Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat van Maarten Boudry, iemand met wie ik het vaak eens en soms oneens ben – dat laatste is in het geval van Boudry een waar genoegen. Iets soortgelijks geldt voor de man die door veel lezers van Doorbraak als een vijand van het volk wordt beschouwd, Joël De Ceulaer, wiens Hoera! De democratie is niet perfect ik onlangs las, min of meer gelijktijdig met Geert van Istendaels even geestige als bittere De grote verkilling, een anatomische les bij het lijk van de sociaaldemocratie, de ouwe, die van de volksverheffing en de solidariteit. Kijk, met zulke analisten hoeft Vlaanderen nog niet te wanhopen dat ons hoekje Avondland ten onder gaat.
En dan de bellettrie. Twee boeken die u nergens besproken hebt gezien, maar zoals u wellicht weet bestaat er geen noodzakelijke correlatie tussen kwaliteit en liefkozingen door de pers.
Caspar Visser ’t Hooft is een weinig bekende romancier, wiens boeken verschijnen bij de kleine Utrechtse uitgeverij IJzer. Waldenberg is een meesterwerkje. Recent heeft Visser ’t Hooft een opmerkelijk (maar niet opgemerkt) boek gepubliceerd, Een hof tot ons gerief, geen roman, maar een studie uit de losse pols, een narratief gedenkschrift, iets dergelijks, in elk geval ‘de geschiedenis van zeven buitenplaatsen en hun bewoners’. Het onderwerp accordeert niet geheel toevallig met zijn verdacht chique achternaam: het betreft namelijk allemaal voorouders van de auteur, landadel, een gouverneur-generaal, een hofdame, maar ook een kunstschilder en een kapitein die op Japan voer. Het is een verrukkelijk boek voor de historisch geobsedeerde mens, stilistisch even fijnzinnig als zijn beste fictie en meeslepend als een roman.
Bij dat laatste cliché teken ik aan dat sommige poëzie meeslepender is dan de gemiddelde roman. Bijvoorbeeld die van Huub Beurskens, een Nederlandse Limburger, die uit afkeer van het literaire bedrijf soms een bundel gewoon maar in eigen beheer uitgeeft, zoals het onlangs verschenen Aapnek tussen de ladyshaves (en dat terwijl hij heus wel een uitgever heeft). Anders dan de titel misschien doet vermoeden is er niets pretentieus postmodernerigs aan de gedichten, ze doen niet ingewikkeld om zichzelf interessanter te maken dan ze zijn, ze behoren niet tot het soort hedendaagsheid dat even vlug verbleekt als een boekomslag in de zon. Maar ze zijn tegelijk het tegendeel van simplisme en de omkering van vals sentiment – en ze zetten niet alleen aan het voelen en denken, ze voelen en denken zelf ook, op die geheimzinnige onacademische manier die eigen is aan de dichtkunst. Zo is ‘Wat leerde God te spreken?’ een glasheldere draaikolk:
Als in sleutels zonder sloten
ligt in woorden alles besloten.
Als de Hof van Eden geen poort
meer heeft, de engel geen vlam
als zwaard, het konijn met slangen
speelt en de leeuw ligt vredig bij
het lam, hoe in dit een en al zonder
toekomst en verleden heden weet ik
dan dat ik naar niets meer hoef
te talen daar ik het niet meer kan?
Ziet u dat ‘poort’, dat als het ware schreeuwt om het rijm ‘woord’? Hoort u dat dubbelzinnige ‘talen’? Zelfs toen ik het gedicht overtikte, nam de betekenis nog toe.
Bundel enkel te bestellen via [email protected].
Benno Barnard is een schrijver die meent dat het heden gewoonlijk ongelijk heeft.
De reislust voert uw schrijver naar de Maas en Brussel, waar hij onthaald wordt door een villa, kunstschilders en een schaamteloos jonge fotograaf.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.