JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Sociaal beleid in en door Vlaanderen

Toekomstverkenningen Richard Celis

Lawrence Urbain13/10/2013Leestijd 4 minuten

Zaterdag vond aan de Universiteit Antwerpen een conferentie plaats in de reeks ‘Toekomstverkenningen Richard Celis’. Wie een vrolijke boodschap verwachtte, was al vlug een illusie armer. De uitgenodigde topsprekers onderbouwden waarom de houdbaarheidsdatum van onze sociale welvaartsstaat dreigt te worden overschreden. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Deze editie van Toekomstverkenningen kwam er op initiatief van Beweging Vlaanderen-Europa, Marnixring Serviceclub, VOS – Vlaamse Vredesbeweging en Vlaamse Volksbeweging. Zij kregen daarnaast de steun van een tiental andere Vlaamse verenigingen. De indrukwekkende verzameling gastsprekers leverde een sterke inhoudelijke bijdrage. Emeritus professor Eric Ponette maakte in zijn welkomstwoord al meteen duidelijk dat zowel het sociaal beleid voor als door Vlaanderen centraal zou staan.

Tijdens de introductie  gaf hoogleraar Jan De Groof (Europa College, Universiteit Tilburg) aan dat de vorsers aan het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck – niet meteen het meest flamingante onderzoeksinstituut – in talrijke studies tot de vaststelling komen dat het Belgische sociaal beleid alles behalve efficiënt georganiseerd wordt. De kinderbijslag en studiefinanciering zijn hiervan slechts enkele voorbeelden. Wat we zelf doen in Vlaanderen, doen we niet noodzakelijk beter. Dat was althans gedeeltelijk de teneur bij de presentatie gebracht door Caroline Ven. Vlaanderen is geen topregio en verliest op een aantal essentiële punten haar relatieve voorsprong ten opzichte van Wallonië, aldus de gedelegeerd bestuurder van ondernemersplatform VKW. Op vlak van onderwijs blijft er een enorm verschil bestaan tussen de prestaties van zwakke en sterke leerlingen c.q. studenten. Volgens Ven wacht ons met de demografische verschuivingen, onder andere in Brussel, nog een uitdaging van grote omvang. Meer dan ooit is er volgens haar nood aan de integratie van allochtonen.

Prof. Marc De Vos wees op het structurele probleem van onze sociaaleconomische problemen. De groei van de gezondheidszorg bedraagt zowat het dubbele van onze economische groei. Bij ongewijzigd beleid nadert België op vlak van betaalbaarheid niet alleen het figuurlijke ‘plafond’, maar zal het er keihard doorheen knallen, aldus De Vos. Het boegbeeld van denktank Itinera waarschuwde voor toenemende maatschappelijke polarisatie – die zich ook intergenerationeel zal manifesteren – en huldigde het realisme dat Nederland aan de dag legt.

Van sociale verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij

Paul Schnabel, voormalig directeur van het Nederlandse Sociaal en Cultureel Planbureau, was als geen ander goed geplaatst om het beleid van onze Noorderburen uit de doeken te doen. De omslag van sociale verzorgingsstaat naar een meer geïndividualiseerde participatiemaatschappij is in Nederland reeds ingezet. Interessant was voorts de rol die decentralisatie is gaan innemen wanneer het gaat over sociaal beleid. Steden krijgen, aldus Schnabel, steeds meer vitale hefbomen in handen. Aan de uiteenzetting van Schnabel kon het publiek opmaken dat de Nederlanders als geen ander beseffen dat de spoel een stukje teruggedraaid moet worden, wil de sociale zekerheid überhaupt overeind blijven. Filosoof Etienne Vermeersch kwam met een veelheid aan voorstellen om het systeem van sociale voorzieningen in stand te houden. Zo pleitte hij voor een verhoging van de BTW in ruil voor een aanzienlijke daling van de arbeidskosten c.q. loonkosten. Het lid van de Gravensteengroep stelde ook voor om vanaf een bepaalde leeftijd over te gaan tot plafonnering van de lonen, en in het zog daarvan de pensioenen.

Nood aan minder kinderen

In tal van discussies wordt gewezen op de noodzakelijke rol van bevolkingsvergroening om de vergrijzing op te vangen. Vermeersch staat hier diametraal tegenover en stelde dat er juist nood is aan minder kinderen. Volgens Vlaanderens bekendste filosoof verplaatst, bij een bevolkingstoename, het probleem van de onbetaalbare vergrijzing zich enkel doorheen de tijd. Inge Vervotte brak als voormalig CD&V-minister voor Welzijn een lans voor het maatschappelijk middenveld en de vrijwilligers in de welzijnssector. Vervotte meent dat nog te weinig geluisterd wordt naar stemmen uit het veld. Ook plaatste zij vraagtekens bij de relevantie van bepaalde terugbetalingen voor medicatie. De algemene tussenkomst bij de aanschaf van cholesterolverlagers is hier een voorbeeld van.

Rik Van Cauwelaert wees erop dat de overheid er hoe langer hoe minder in slaagt haar engagementen ten overstaan van haar burgers na te komen. Desondanks leven we nog te veel in een ontkenningsfase, aldus de journalist en opiniemaker. Frank Vandenbroucke (sp.a) wees meer dan tien jaar geleden reeds op de onbetaalbaarheid van de gezondheidszorg en pensioenen. Onlangs trok Prof. Cassiman aan de alarmbel door te stellen dat kankerbehandelingen onbetaalbaar worden voor het gros van de bevolking. Van Cauwelaert vraagt zich af waarom er geen breed maatschappelijk debat ontstaat wanneer kenners aan alarm slaan. Wie dacht dat er geen nieuwe staatshervorming in het verschiet ligt, is er volgens de voormalige Knack-coryfee alvast aan voor de moeite. ‘De splitsing van de sociale zekerheid is ingezet, een volgende staatshervorming zal ze voltooien.’

Staatshervorming en omslagfederalisme

Tot slot was er een verhelderende uiteenzetting van Doorbraak-medewerker Hendrik Vuye. De professor Staatsrecht vond dat er door de 6e staatshervorming niets wezenlijk gaat veranderen. Er is nood aan volheid van bevoegdheid voor Vlaanderen. De huidige staatshervorming is vaak niets meer dan omslagfederalisme, aldus Vuye. Hij illustreerde deze stelling met de overheveling van de kinderbijslag, waarbij de dotaties geheel federaal blijven. Professor Vuye constateerde dat de herverdelingsmechanismen c.q. transferten voorwerp zijn van maatschappelijke discussie, terwijl de aandacht in eerste instantie behoort te gaan naar het verschil in consumptiegedrag dat ten grondslag ligt aan deze transferten. Dit deed de rechtsgeleerde besluiten dat het verschillend uitgavenpatroon tussen Vlaanderen en Wallonië an sich niet langer in vraag wordt gesteld.

Door het strakke tijdschema bleef, na het aanhoren van de veelheid aan sprekers, geen ruimte over voor debat. Een jammerlijke zaak. Ook was het betreurenswaardig dat in de goedgevulde universiteitsaula slechts een handvol jongeren aanwezig waren. Het zijn zij die de komende decennia immers onze sociale zekerheid betaalbaar moeten houden. Vlaanderen heeft nood aan jonge denkers die zich mengen in dit belangrijke sociale en economische debat. Meer in het algemeen zullen politici zowel op het federale als Vlaamse niveau nog veel bakens moeten verzetten, willen zij op langere termijn de welvaart en welzijn van de bevolking veilig stellen. Deze knappe studiedag ‘Toekomstverkenningen Richard Celis’ leverde alvast veel stof tot nadenken.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Lawrence Urbain (°1990) werkt als economisch adviseur. Hij is Ma.Sc. Internationale Betrekkingen en Diplomatie (Universiteit Antwerpen). In het voorjaar van 2017 publiceerde hij ‘De Chrono-Crisis’, een boek over 10 jaar economische malaise.

Commentaren en reacties