Spaans vaccin tegen Catalaans onafhankelijkheidsstreven werkt niet
Socialistisch kopstuk Salvador Illa deed het. Maar wordt hij ook de nieuwe Catalaanse minister-president?
foto © PSC
Een meerderheid in zetels en een meerderheid in stemmen. Maar zal dat de Catalaanse independentisten opnieuw in het zadel helpen?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWie de grootste verliezers zijn van de verkiezingen gisteren in Catalonië? Voor een keer zijn het niet de opiniepeilers; die zaten behoorlijk dicht op de finale resultaten van de stembus. Wel de buitenlandse journalisten en analisten. Die voorspelden dat het independentisme naar huis zou worden gespeeld door corona, de economische malaise, de terugloop van het Catalaanse bbp, de toename van de armoede. Niets is minder waar. De onafhankelijkheidspartijen scoorden vier extra zetels, en voor het eerst stemden meer dan de helft van de kiezers voor onafhankelijkheid. Een verslag.
Deze verkiezingen kenden de laagste opkomst sinds de invoering van de democratie in 1978: 53.46%. Om 18u00 bereidde Naciódigital, de grootste online nieuwssite van Catalonië, zijn indepedentistische lezers al voor. Door corona was er een lage opkomst, en ‘dus’ zouden de indepe partijen in het stof bijten en verliezen. Eerder daagde ook maar de helft van de kiezers op voor de regionale verkiezingen van Galicia (48,97%), Baskenland (50,78%) en de Balearen (53,92%).
Rond 23u45 gisterenavond was de grootste verliezer aan het woord: Carlos Carrizosa, lijsttrekker van de populistische Ciudadanos. Zijn anticatalanistische partij verloor bijna één miljoen stemmen of 30 zetels. Door corona en de lage opkomst wonnen de de indepes, stelde hij ontevreden vast. ‘Maar zij vertegenwoordigen niét de meerderheid van Catalonië,’ besloot hij.
Bij verkiezingen horen enkele vaststellingen, alvorens naar potentiële meerderheden te kijken.
Een meerderheid van independentisten
Voor het eerst sinds 2010, het jaar waarin ‘het’ allemaal begon, halen de independentisten meer dan 50 procent van de stemmen. In dat jaar vernietigde het Spaanse hooggerechtshof het autonomiestatuut van Catalonië. Het was het startsignaal van een van onderuit opgebouwde burgerbeweging voor onafhankelijkheid. Na verloop van tijd, kreeg die beweging de grote catalanistische partijen mee. De links-republikeinse ERC (centrumlinks) en de centrumrechtse CDC (later: PDeCat, Junts per Catalunya) trokken de kaart van de onafhankelijkheid. Dat leidde tot het referendum van 1 oktober 2017. Bij elke regionale verkiezing sindsdien wonnen de independentisten in zetels, maar niet in stemmen. Dat was gisteren anders.
PSC opnieuw de grootste
Op 1 oktober 2017 begon referendumdag met vreselijk slecht weer. Ook gisteren was het mistig en druilerig. Bovenop corona een extra argument om thuis te blijven in plaats van in lange rijen aan te schuiven, 1,5 meter latend tussen elke kiezer. Corona zou het independentisme klein krijgen, was de analyse van buitenlandse journalisten én de regering in Madrid. De socialistische minister van volksgezondheid werd middenin de pandemiecrisis naar Catalonië gestuurd om er kopman te worden van de regionale sociaaldemocratische PSC Salvador Illa.
Dat de man het gezicht was van de strijd tegen corona — die Catalonië én de rest van Spanje dramatisch slechte cijfers opleverde — moest de PSC helpen de grootste partij te worden. Missie geslaagd. Met 33 zetels is de PSC als vanouds opnieuw de grootste partij én spelverdeler. Toen circa 85% van de uitgebrachte stemmen bekend was, sprak hij premier Sánchez al aan dat hij de investituur opeiste in Catalonië en er de bladzijde wil omslaan. Hij riep op tot verandering en ‘hereniging’.
Operatie Puigdemont geslaagd
ERC, Junts en PSC streden tot gisterenavond 21u30 voor de koppositie. Het was een spannende nek-aan-nekrace, gewonnen door PSC, op de voet gevolgd door ERC (ook 33 zetels) en Junts (32 zetels). Junts scoort zoals voorheen goed in de kleine steden en daarbuiten. Daarmee is de missie van banneling en oud-minister-president Carles Puigdemont geslaagd: een brede centrumpartij te verankeren die voor onafhankelijkheid is, maar weinig geloof hecht aan beloftes van Madrid voor een dialoog over autonomie en amnestie (voor de politieke gevangenen en bannelingen).
Puigdemont wou zijn nieuwe partij losweken uit de oude, door corruptie beschadigde, centrumrechtse regeringspartij CDC/PDeCat. Die laatste kwam apart op, haalde toch nog 2,7% van de stemmen, maar haalde nergens een zetel. Slechts in zes gemeenten werd het de grootste partij. Het is misschien wel de grootste wijziging in het politieke landschap van Catalonië. Of toch minstens de meest historische: het pujolisme — naar stichter en jarenlange minister-president Jordi Pujol — is niet langer vertegenwoordigd in de regio. Over and out.
Ciudadanos ingezakt
De vanuit de PSC ontstane populistische partij Ciudadanos (C’s) was bij de vorige verkiezingen, in december 2017, de grootste van Catalonië. Sinds gisteren is het de op één na kleinste. Enkel de rechts-conservatieve Partido Popular scoorde slechter. Met drie zetels haalde die traditionele partij haar slechtste resultaat ooit in Catalonië. Ze slaagde er zelfs niet in rechtse kiezers weg te halen bij de C’s. Daarvan liepen de ontevreden kiezers massaal terug naar de PSC.
Een groot deel van C’s-kiezers koos voor het espanjolistische VOX. De leider van die extreemrechtse partij had eerder al gesuggereerd dat ze in het parlement PSC-leider Illa in het zadel zou helpen: alles om de indepes uit de Generalitat te verdrijven! Met 11 zetels treedt voor het eerst in Catalonië extreemrechts aan, niet één peiling had meer dan tien zetels voorspeld. Stellen dat Ciudadanos — niet enkel in Catalonië trouwens — de wachtkamer was van Spaans extreemrechts, is niet overdreven.
Nu de resultaten gekend zijn, liggen er theoretisch drie mogelijke coalities op tafel. Een coalitie moet minstens op 68 parlementszetels kunnen steunen.
Linkse meerderheid
Salvador Illa (PSC) zal het voortouw nemen. Hij wil een regering van ‘verandering’ op de been brengen. Alvast Jéssica Albiach, kopvrouw van de links-radicale Catalunya en Comú-Podem (de regionale afdeling van Unidos Podemos) stak haar hand gisterenavond uit. ‘Een alliantie van links,’ zo zei ze, ‘is niet tegen te houden.’ Vandaag zou ze zowel Illa als Pere Aragonès (ERC) bellen om hen te vragen ‘de steriele veto’s’ naast zich neer te leggen. Aragonès had recent een pact ondertekend met de leidende figuren van Junts en CUP om geen coalitie te vormen met de unionistische PSC van Illa.
Nu in Madrid socialisten (en Podemos) het mooie weer maken, zou ERC een lollie voorgehouden kunnen krijgen om toch in een linkse coalitie te stappen. Heropstarten van de dialoog én amnestie voor de politieke gevangenen en ballingen, al zal dat laatste eerder uitdraaien tot een ‘regeringspardon’. Zo’n linkse coalitie heeft 84 zetels in het Catalaanse parlament.
Referendummeerderheid
Niet alleen ondertekende Pere Aragonès een anti-unionistisch pact. Vorige week schudde hij een nieuwe mogelijke coalitie uit zijn mouw. Alle independentistische partijen plus Catalunya en Comú. Tezamen goed voor 74 zetels. Een vreemde oefening, waar Junts zich minder op zijn plaats zal voelen, maar die de links-radicale separatisten van CUP wel zou kunnen smaken. Het verdunt immers het liberalisme dat Junts nog deels met zich meedraagt. Als primeert voor CUP de onafhankelijkheid van de Catalaanse landen. Zonder CeC haalt deze coalitie geen meerderheid. Zonder CUP evenmin.
ERC-leider Pere Aragonès riep gisterennacht al op dat hij kandidaat is om zo’n regering te leiden. CUP-leidster Dolors Sabater reikte alvast de hand aan ERC en Comuns om vereend de crisis te lijf te gaan en een punt te zetten achter de Spaanse repressie. Zowel voor deze formule als voor een independentistische, is de CUP — die haar zetels verdubbelt — kingmaker. De antikapitaliste riep de drie andere partijen op vandaag al samen rond de tafel te gaan zitten.
Independentistische meerderheid
Met een meerderheid in zetels (74) én kiezers (51,18% bij 99,79% getelde stemmen afgelopen nacht) zijn de indepe gesterkt. Vooral de links-anarchistische CUP deed het daarbij goed. Ze zette haar beste resultaat ooit neer, nadat ze vorig jaar bij de Spaanse verkiezingen voor het eerst plaatsnam in de Cortes.
Mocht er een independentistische meerderheid in zitten, zo had de CUP vorige week gemeld, zou die niet mogen geleid worden door Laura Borràs, kopvrouw van Junts. Die draagt nog te veel een liberale (‘kapitalistische’) stempel. Na de verkiezingen van 2015 was de CUP er ook in geslaagd de liberale minister-president Artur Más opzij te schuiven in ruil voor haar gedoogsteun. Zo werd Carles Puigdemont, een christendemocraat en een independentistische hardliner, minister-president.
Als Junts en CUP de ERC ervan kunnen overtuigen dat de door Madrid voorgestelde ‘dialoog’ op een sisser zal aflopen, en de politieke gevangenen en ballingen een belangrijk wapen blijven om onafhankelijkheid door te drukken, krijgt deze meerderheid een kans.
Verdict
De lage opkomst zal door tal van media in binnen- en buitenland gebruikt worden om de independentistische meerderheid (in zetels én in stemmen) te relativeren. Nochtans zijn ze een feit. De verkiezingen verliepen alvast vlekkeloos, zonder één incident, zo erkende BuZa-minister Bernat Solé in een persconferentie zondagavond. Enkel Vox-leider Ignacio Garrriga moest in zijn stembureau wat antifascistische slogans trotseren.
De volgende dagen zal het verdict vallen. Krijgt Catalonië een linkse regering, die zal aansturen op het heropstarten van de dialoog? Of slaan de independentisten de handen in elkaar in de hoop het procès naar onafhankelijkheid nieuw leven in te blazen? Dat laatste lijkt geen evident scenario; beide grote indepe partijen rollen al anderhalf jaar net niet vechtend over de straatstenen. Maar de dag na de verkiezingen, sta je altijd opnieuw op in een ander land, leerden we van Wilfried Martens.
Tags |
---|
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.