Steun ‘Moeders voor Moeders’ tegen de islamisering!
UNIA heeft een nieuwe scalp aan haar gordel geregen. De Antwerpse vzw Moeders voor Moeders werd op haar eis veroordeeld tot dwangsommen, aanplakking van haar veroordeling op binnen- en buitendeur en aanpassing van haar reglement.
foto © Belga / Jonas Roosens
Door de ‘juridische jihad’ tegen Moeders voor Moeders islamiseert onze samenleving steeds verder.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn zijn artikel over ‘Moeders voor Moeders’ maakt Ludo Abicht er een potje van: zijn stuk is een aaneenschakeling van achtergehouden informatie en denkfouten.
Niet alle minderheden zijn moslim
Zo bestaat Abicht erin om het verbod op het dragen van de islamitische hoofddoek in bepaalde ruimtes van Moeders voor Moeders, lichtzinnig te associëren met ‘(afstammelingen van) migranten’, ‘allochtone moeders’ en ‘nieuwkomers’. Volgens Abicht komt een dergelijk hoofddoekenverbod uit de koker van een ‘racistische minderheid’ met ‘domme vooroordelen’, die ‘voor de zoveelste keer de boodschap’ uitsturen dat ‘moeders met een migratieachtergrond er echt niet bij hoorden’.
De termen ‘islam’ en ‘moslima’ komen in Abichts stuk niet eens voor. Niet-islamitische vrouwen met bijvoorbeeld een Roemeense, Poolse, Vietnamese, Braziliaanse, Indische of Chinese migratieachtergrond, alsook niet-islamitische Marokkaanse, Turkse, Iraanse of Pakistaanse vrouwen, worden door Abicht gewoonweg genegeerd. En dat in een zogenaamd ‘superdiverse stad’ als Antwerpen. Is Abicht zo bevangen door de islamisering dat hij denkt dat ‘allochtone moeders’, ‘nieuwkomers’ en ‘moeders met een migratieachtergrond’ louter bestaan uit gesluierde moslima’s? Nu zal deze groep van gesluierde moslima’s waarschijnlijk wel de grootste minderheid zijn die Moeders voor Moeders over de vloer krijgt, gezien de ligging van haar lokalen in Borgerhout en door de socio-economisch achtergestelde toestand waarin ze al te vaak door hun islamitische echtgenoot en/of gemeenschap worden gehouden, maar toch.
Symbool van segregatie
Abicht mag ook eens uitleggen wat er ‘racistisch’ zou zijn aan een hoofddoekenverbod, dat dus louter gericht is tegen een eeuwenoud symbool van de islam (geen ‘ras’ maar een religieuze ideologie). Zowel in de islamitische leerstellingen (Koran, Hadith) als islamitische praktijk (kijk naar de islamitische wereld) is de sluier, van welk allooi ook, duidelijk bedoeld om de vrouw als minderwaardig en onrein te brandmerken en haar als dusdanig te be- en mishandelen. Het is hét symbool van segregatie, dat goede, reine, zedige vrouwen moet onder- en afscheiden van de slechte, onreine, losbandige vrouwen (eigenlijk ‘hoeren’). Als hoofddoekloze vrouw word je dus maar best geen te krappe meerderheid laat staan een minderheid, want dan zijn, zeker in een islamiserende context, de rapen gaar.
Overigens, dat er ook individuen zijn, vooral in de westerse wereld, die er echt volledig zelf in alle vrijheid voor kiezen om een islamitische sluier te dragen, doet daar niets van af. Aan hen zei de Franse filosofe Elisabeth Badinter: ‘U misbruikt democratische vrijheden door ze in stelling te brengen tegen de democratie. U geeft een klap aan al uw onderdrukte zusters die de dood riskeren om van de vrijheden te kunnen genieten die u zo veracht.’
Hoofddoekenverbod voor diversiteit
Abicht desinformeert de lezers van Doorbraak ook door – het moet gezegd, in tegenstelling tot Gazet van Antwerpen – de reactie van Moeders voor Moeders en de drijfveer van deze vzw achter het hoofddoekenverbod, botweg niet op te schrijven. In 1996 al voerde Moeders voor Moeders een hoofddoekenverbod in, omdat door de toegenomen groep van moeders met hoofddoek andere moeders zich niet meer thuis voelden bij de organisatie en afhaakten (volgens Abicht allicht allemaal racistische moeders). Moeders voor Moeders zegt het hoofddoekenverbod dan ook te hebben ingevoerd om ‘de diversiteit in de gemeenschappelijke ruimte te maximaliseren’ en te ‘voorkomen dat bepaalde bevolkingsgroepen zich daar niet (meer) thuis zouden voelen’.
Dit doet denken aan de directrice van het Antwerpse atheneum Karin Heremans, die jaren geleden een hoofddoekenverbod invoerde om segregatie tegen te gaan en om elk meisje de vrijheid te geven om géén hoofddoek te dragen. Er was op Heremans’ school immers een islamiserende dynamiek op gang gekomen waardoor als gevolg van de groeiende druk op meisjes om zich islamitisch te bedekken – druk uitgeoefend door zowel islamitische jongens als meisjes – de vrijheid om zich niet islamitisch te bedekken de facto was verdwenen.
Diegenen die dan gemakzuchtig vanaf de zijlijn roepen: ‘Bestraf dan toch diegenen die druk uitoefenen, intimideren of bedreigen!’, beseffen niet hoe subtiel en onder de radar zulke praktijken gebeuren. Omdat de slachtoffers te bang zijn om te spreken en omdat de bewijslast er niet of onvoldoende is, zijn voor een bestuur, overheid of schooldirectie de daders meestal ongrijpbaar. Bovendien gebeurt het uitoefenen van zulke socioculturele druk doorgaans op een manier die simpelweg niet strafbaar is (en we leven – gelukkig – ook niet in een politiestaat waarbij er overal 24u op 24u controle is).
‘Ander’ volk?
De conclusie van Abicht, dat Moeders voor Moeders geen ‘andere volkeren’ wil helpen (volgens hem in tegenstelling tot ‘een organisatie als Volk in Nood’), is dan ook totaal van de pot gerukt. Gesluierde moslima’s zijn geen ‘ander volk’, ze bestaan in zo goed als alle ‘rassen’, huidskleuren en nationaliteiten. En bovendien: Moeders voor Moeders hielp wel degelijk ook moslima’s die hun hoofddoek niet eens eventjes wensen af te zetten en dus de facto hun hoofddoek boven hun kinderen zetten: zij haalden hun hulppakketten gewoon af in een wachtruimte aan de inkom van het gebouw.
Conclusie: Moeders voor Moeders wist reeds in 1996 wat voor een vrouwenonderdrukkend symbool de islamitische hoofddoek is en wat voor een segregerende, islamiserende impact toenemende hoofddoekdracht heeft. Unia en de politiek correcte rechtbank zeggen nu: de samenleving is veranderd, de hoofddoek zet in Antwerpen steeds meer de toon, dus mag Moeders voor Moeders de hoofddoek zelfs niet meer verbieden op bepaalde plekken in haar eigen gebouw. Een schande. Ook door dit soort ‘juridische jihad’ islamiseert onze samenleving. Moeders voor Moeders moet nu gerechtskosten (en desgevallend dwangsommen) betalen, geld dat dus niet naar hulpbehoevende moeders zal kunnen gaan.
Toen ik naar school ging, ondertussen al zo’n 20 jaar geleden, moest iedereen zijn of haar hoofddeksel, van welk allooi ook, gewoon afzetten in de klas. Dat stond in het schoolreglement (het was toen vooral gericht tegen petten). Nooit heeft iemand dat ‘onrechtvaardig’ genoemd laat staan aangevochten in de rechtbank. Moeders voor Moeders verdient onze steun tegen de islamisering van onze samenleving!
https://twitter.com/SamvanRooy1/status/1347653529654222848
Zolang er geen nieuwe feiten zijn, sluiten we hiermee de reeks opiniestukken over het Moeders voor Moeders-vonnis af.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Sam van Rooy (1985) is Vlaams volksvertegenwoordiger, Antwerps gemeenteraadslid en fractieleider voor het Vlaams Belang. In 2014 was hij 1e opvolger voor het EU-parlement. In 2011 was hij beleidsmedewerker bij de PVV van Geert Wilders. Van 2012 tot en met 2018 werkte hij als studiedienstmedewerker en perswoordvoerder voor het Vlaams Belang. Hij is ingenieur bouwkunde (MSc.), publicist en auteur van enkele boeken over de islam en de Europese Unie ('Voor vrijheid dus tegen islamisering', 'De islam. Kritische essays over een politieke religie', 'Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU'). Zijn website: www.samvanrooy.be.
Sam van Rooy (VB): ‘Wie gelooft dat Bart De Wever, als burgemeester en/of als premier, deze evolutie van islamisering kan tegengaan met traditionele partijen?’
‘De papieren krant bestaat nog, maar je voelt aan alles dat dat niet zo lang meer gaat duren’, meent Jonathan Hendrickx.