Kinga Pajak is copywriter voor het Vlaams Belang. Ze heeft masters in het vertalen, de meertalige communicatie en de journalistiek.
Kinga Pajak.
Misschien moeten we soms, heel even, stil zijn.
‘Onbegrijpelijk. Ik heb vandaag tot nu toe in twee treinen en een vliegtuig gezeten, en gebruikt verdomme niemand meer een koptelefoon? Sinds wanneer is het acceptabel om je persoonlijke mediaconsumptie aan anderen op te dringen?’ Het fijne aan X (Twitter) is dat je op de Voor Jou-pagina dikwijls eigen cholerische bedenkingen neergeschreven ziet door een ander. Want klaarblijkelijk heb ook ik de memo gemist dat een gezonde portie bedaardheid op publieke plaatsen niet meer in de mode is.
Mijn recente vakantie in eigen land was eigenlijk zeer prettig. Een beetje wandelen over de dijk. Een beetje foto’s trekken bij zonsondergang. Een beetje te veel eten en drinken. Het evoluerende fatsoen observeren was dan weer veel minder prettig. Slechts één week had ik nodig om op verscheidene plaatsen antropologische patronen te herkennen. Zo voelde ik tijdens het anders zo zorgeloos zonnebaden op het strand ongewenst de bastonen van Akons Lonely in heel mijn lijf. Of mocht ik in de wachtkamer van de huisarts onverstaanbaar gescroll op TikTok aanhoren. Weinig beschaafd gedrag, dunkt mij.
Onderdrukken met stilte
Misschien weet Xochitl Gonzalez van The Atlantic het wel in perspectief te plaatsen. Zij deed namelijk haar beklag over net het tegenovergestelde: de onderdrukking die ze als latina ervaarde op een overwegend blanke campus van een prestigieuze Amerikaanse universiteit. Ze werd zowaar gevraagd om minder luid te zijn op een kotfeestje, of nog erger, volledig stil te zijn in een bibliotheek. De horror.
Gonzalez hield er een bijzondere interpretatie op na wat betreft de mensen die reclameerden: ‘Ze dachten duidelijk een geluidslandschap te kunnen afdwingen dat ze superieur vonden, maar in werkelijkheid gebruikten ze schaamte om controle uit te oefenen. (…) En ze eisten dat de rest van ons zou veranderen om het hun comfortabeler te maken.’ Een redelijk argument om op de trein van 17.54 uur van Brussel naar Antwerpen voortaan onbezonnen het Anima Christi uit mijn roségoude Samsung te laten dreunen.
Sereniteit is de moeilijke weg
Aangezien de idee dat westerlingen principieel fout zouden zijn er tóch zo ingebakken zit, bedacht ik me dat we de rustgevende akoestische esthetiek — zoals gevraagd — kunnen loslaten. Dat is één denkpiste. Dan zeggen we tegen menige suffe en stoffige Karen: ‘Als je stil wilt zijn, moet je naar een plek gaan waar alle anderen ook stil willen zijn.’ Een gedachte die ook bij mij eens de revue passeerde toen mijn frontale hersenkwab zich nog ten volle moest ontwikkelen.
De volgende asymmetrie speelt ons echter vroeg of laat parten. Een klein handjevol mensen is namelijk in staat om een plek ‘actief met geluiden van mensen’ te maken door hun opdringerig kabaal. En zelfs één rumoerige bewoner maakt een plek eenzijdig lawaaierig (en ondraaglijk voor vele anderen). De stille persoon daarentegen kan niet eenzijdig iets doen. Want rust is de afwezigheid van chaos. Het is veel gemakkelijker om een plek onleefbaar en druk te maken dan om een plek rustig en ordelijk te houden. Als je je aan deze norm houdt — dat de lawaaimaker in zijn recht staat en de stille ergens anders moet zoeken — dan kan binnenkort nergens nog rustig gewoond en geleefd worden.
Lager volume, hoger verstand
We streven dan ook beter een elegantere, meer verheven manier van samenleven na. Zo beantwoorden we terstond Gonzalez’ hamvraag waarom ‘rijke mensen houden van stilte’. Er valt per slot van rekening iets te zeggen over het niveau van wie ongestoord stoort of gestoord wordt. Zou het kunnen dat rijke mensen geneigd zijn om langere, meer gecompliceerde gedachtegangen te hebben — wat een van de redenen is dat ze rijker zijn — die makkelijker onderbroken worden door willekeurig lawaai?
Die rijkdom hoeft overigens niet geldelijk te zijn. Waarom werkte Marcel Proust bijvoorbeeld in een met kurk beklede kamer? En waarom schreef Arthur Schopenhauer reeds in de negentiende eeuw: ‘Er zijn mensen (…) die niet gevoelig zijn voor lawaai; maar dat zijn precies de mensen die ook niet gevoelig zijn voor argumenten, of gedachten, of poëzie, of kunst, kortom, voor elke intellectuele invloed. Lawaai is niet alleen een onderbreking, maar ook een verstoring van het denken. Natuurlijk zal dat niet bijzonder pijnlijk zijn als er niets is om te onderbreken’?
Collectieve inspanning
Het artikel van Gonzalez is daarom zo boeiend, omdat ze zich niet realiseert dat een hoge levenskwaliteit afhankelijk is van ieders terughoudendheid en zelfverloochening, voor het algemeen belang. Een gemeenschap vormen vergt namelijk verantwoordelijkheidszin van de afzonderlijke leden. We zijn geen menigte vrijgesteld van elke plicht ten opzichte van onze woonruimte, onze buren of omringende objecten.
Het zijn niet degenen die enige etiquette koesteren, die in de fout zijn. Kleine beleefdheden in stand houden is essentieel: normen en sociaal vertrouwen eroderen met elke kleine grief. Het collectieve effect van tientallen of honderden van zulke ergernissen per dag leidt tot een soort diepe vervreemding en wanhoop die moeilijk onder woorden te brengen is, en die daarom spottend wordt afgedaan als triviaal door degenen die er niet onder lijden. Degenen die misschien wel door wijsheid achtervolgd werden, maar altijd sneller zijn gebleken.
Kinga Pajak is copywriter voor het Vlaams Belang. Ze heeft masters in het vertalen, de meertalige communicatie en de journalistiek.
Liselotte Dupont: ‘Zijn niet alle partijen een beetje katholiek, liberaal en socialistisch met een sausje van groen?’
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.